Caverneuze angiomen (cavernomen) zijn kleine kluwens van bloedvaten met een druiventros-uitzicht. Ze onderscheiden zich van arterioveneuze malformaties doordat ze niet onder hoge druk staan. Ze kunnen overal in de hersenen, maar ook in het ruggenmerg voorkomen. Deze letsels duwen normaal hersenweefsel opzij, maar invaderen niet. Bij één patiënt kunnen meerdere letsels voorkomen. In zeldzame gevallen is er een familiale (genetische) (voor-)geschiedenis.
Een cavernoma kan bloeden en op deze wijze symptomatisch worden. Naast epileptische aanvallen kunnen hoofdpijn en neurologische uitvalsverschijnselen voorkomen. Het ontstaan van symptomen verloopt meestal geleidelijk en niet plots, zoals wel vaak gezien wordt bij arterioveneuze malformaties. Het is typisch dat een caverneus angioma af en toe een klein beetje bloeden, waarbij de patiënten dit vaak niet merken. Op die manier groeit het letsel als het ware. De ligging van het cavernoma is natuurlijk in belangrijke mate bepalend voor de (mogelijke) symptomen.
De diagnose van een cavernoma wordt vaak gesteld naar aanleiding van een hersenbloeding, waarbij de patiënten zich dan met hoofdpijn, epilepsie en/of neurologische uitval aanmelden op Spoedgevallen. Het letsel zelf wordt best in kaart gebracht op een MRI onderzoek van de hersenen. Hierop is dan vaak te zien dat het letsel “gelaagd” is, wijzend op vroegere episodes van bloedingen.
Indien een cavernoma symptomatisch is (bloeding, epilepsie, neurologische uitval) wordt dit best behandeld. De behandeling is klassiek chirurgisch. Veelal kan een cavernoma relatief eenvoudig van het omliggende hersenweefsel microchirurgisch onderscheiden worden en zo verwijderd worden.
Stereotactische radiochirurgie wordt slechts zelden geïndiceerd, dit dan eerder voor zeer slecht gelegen inoperabele letsels.