Arterioveneuze malformaties

Definitie, lokalisatie en ontstaanswijze

Arterioveneuze malformaties (AVM’s) zijn abnormale kluwens van bloedvaten, waarin het bloed niet de normale weg volgt, maar in plaats daarvan direct van de arteries naar de venen loopt. Hierbij wordt het tussenliggend haarvaten-netwerk (de capillairen) overgeslaan. AVM’s zijn zeldzaam. Ze kunnen voorkomen thv de hersenen, de hersenvliezen en het ruggenmerg.

In de meeste gevallen van cerebrale AVM's gaat het om een aangeboren afwijking.

Wanneer een AVM voorkomt thv de hersenvliezen (meer bepaald de dura mater) worden ze durale AVM's genoemd. In tegenstelling tot de meeste AVM's die in de hersenen liggen, lijken ze dan eerder te ontstaan ten gevolge van een beschadiging van bloedvaten, infectie of heelkundige ingreep thv deze hersenvliezen. Hierdoor ontstaat een proces van revascularisatie, waarbij foutieve connecties tussen bloedvaten kunnen ontstaan, wat dan aanleiding kan geven tot het ontstaan van een AVM.

AVM’s kunnen ook in het ruggenmerg gelegen zijn. Hier kunnen ze aanleiding geven tot het ontstaan van neurologische symptomen zoals gevoelsverlies en zwakte in de onderste ledematen, die vaak over maanden tot jaren verslechteren. Ook atypische lage rugpijn kan tot de symptomen behoren. Een deel van deze AVM's (10-20 %) kan ook aanleiding geven tot een plots optreden van symptomen eerder dan een geleidelijk erger wordend klinisch beeld. In deze gevallen, treedt er waarschijnlijk een bloedvatruptuur op, die een bloeding veroorzaakt met daardoor een plotse zwakte (krachtsverlies) en/of andere neurologische deficits.

Diagnose

Meestal wordt de diagnose gesteld naar aanleiding van een hersenscan, dit kan zowel een CT-schedel alsook een NMR van de hersenen zijn. Natuurlijk zal ook het verhaal van de patiënt(e), de symptomen en de bevindingen bij klinisch onderzoek een belangrijke rol spelen in de diagnose.

Eens de diagnose gesteld is (of bij ernstig vermoeden), is een verdere investigatie via een RX-angiografie noodzakelijk. Dit is een invasief onderzoek, waarbij meestal via een punctie in de lies, contrastvloeistof tot in de hersenbloedvaten of het ruggemerg gespoten wordt om op die manier de exacte ligging en structuur van het AVM in het licht te stellen. Dit gebeurt best door een ervaren interventionele neuroradioloog.

Symptomen

Symptomen treden meestal op rond middelbare leeftijd en wat meer bij mannen dan bij vrouwen. Wanneer AVM's symptomatisch worden, geven ze vaak aanleiding tot ernstige neurologische afwijkingen. Het meest frequente symptoom van een AVM is het ontstaan van een intracraniële bloeding. Ongeveer 50 % tot 75 % van de patiënten presenteert zich hiermee op Spoedgevallen. Een ander frequent symptoom is epilepsie, voornamelijk bij patiënten met grote AVM's. Tenslotte is de klacht hoofdpijn ook frequent een aanleiding voor een hersenscan die tot dan tot de ontdekking lijdt van een AVM.

Behandeling

De behandeling van een AVM hangt af van de ligging in de hersenen, de kans op bloeding in de toekomst wanneer het onbehandeld blijft, en de uitgebreidheid van neurologisch uitval die kan ontstaan door de behandeling. Er zijn ook meerdere soorten behandelingen mogelijk, zoals zorgvuldige opvolging met regelmatige controle-scans, stereotactische radiochirurgie, endovasculaire embolisatie, en operatieve clipping met resectie van het AVM. Deze behandelingsopties worden in multidisciplinair overleg tussen neurochirurg en interventioneel radioloog per patiënt besproken. Hieronder wat meer uitleg over deze behandelingen.

Stereotactische radiochirurgie

Zonder de schedel op te maken, kunnen neurochirurgen stereotactische radiochirurgie gebruiken om hooggedoseerde straling toe te dienen op een letsel. Deze techniek, vooral werkzaam bij kleine AVM's, kan tot 80 % van de patiënten succesvol behandelen. Deze techniek kan resulteren in volledig verdwijnen van het AVM over een tijdspanne van 1-2 jaren na de behandeling, bovendien zijn de neveneffecten bij een juist gedoseerde bestraling, eerder beperkt. Zolang echter het AVM nog aanwezig is blijft het risico op bloeding bestaan. De tijdspanne van 1-2 jaren, waarin het dan verdwijnt, blijft dan ook een risicovolle periode.

Embolisatie

Bij een endovasculaire embolisatie, maakt men gebruik van een catheter (buisje) doorheen een arterie in de lies. Hierlangs kan de catheter worden opgevoerd tot aan de hersenenbloedvaten. Aan de ingang van het AVM kan dan een soort lijm worden afgezet die het letsel "emboliseert", waardoor de bloedtoevoer voor het abnormale bloedvat geblokkeerd wordt. Embolisatie wordt vaak gebruikt kort voor een heelkundige ingreep, om de bloedtoevoer naar letsel te beperken waardoor de chirurgische behandeling vlotter verloopt. In een zeldzame keer kan een AVM geëmboliseerd worden om nadien voor bestraling in aanmerking te komen.

Microchirurgische resectie

Bij een microchirurgische resectie van een AVM zal een neurochirurg de schedel openen via een luikje (trepanatie) om zo in de hersenen onder microscopische vergroting, het abnormale bloedvatkluwen te verwijderen. Na deze ingreep wordt later altijd een controle bloedvatenonderzoek uitgevoerd om na te gaan of het AVM volledig werd verwijderd.

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Jan Wuyts, Neurochirurgie - 2016

Contact

Voor het plannen van een afspraak, opvragen van attesten of verslagen of meer informatie kan u terecht op ons hoofdsecretariaat te Genk.
Bereikbaar alle werkdagen van 08.30 u tem 16.30 u.

Tel. 0032 (0)89/32 60 40
E-mailadres: secretariaat.neurochirurgie@zol.be

Symposia

Hieronder kan u een overzicht raadplegen van de symposia van onze groep.

Publicaties

Hieronder kan u een overzicht raadplegen van de wetenschappelijke publicaties en professionele activiteiten van onze groep.

Bekijk alle publicaties

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg