Arm- en/of Dij-lift

Wanneer patiënten voornamelijk klagen over een huidoverschot thv de bovenarmen, kan een armlift voorgesteld worden. Hoewel deze ingreep vrij vaak wordt uitgevoerd, moet de patiënt beseffen dat dit niet anders kan dan met een litteken thv de achterzijde van de bovenarm. Dit begint meestal net boven de elleboogplooi en eindigt in de okselholte met een Z-plastie om littekencontracturen aldaar te voorkomen (Fig. 1). Het litteken zal vaak zichtbaar zijn bij het dragen van een T-shirt, maar toch is het onze ervaring dat dergelijke patiënten liever een litteken hebben ipv het ‘wapperende’ huidoverschot.

Fig. 1*: Schematisch voorbeeld van een armlift-procedure

Er kan ook een huid- en vetoverschot worden vastgesteld thv de binnenzijde van de bovenbenen. Wanneer dit zich beperkt tot het bovenste 1/3de van de bovenbenen, kan dit gecorrigeerd worden dmv een dijlift met horizontaal litteken. Hierbij bevindt er zich enkel een litteken thv de liesstreek. Wanneer er echter huid en vetoverschot bestaat ook thv het middelste en onderste 1/3de van het bovenbeen, zal vaak een bijkomend vertikaal litteken moeten gemaakt worden om de overschotten te verwijderen (Fig. 2).

Fig. 2: Schematisch voorbeeld van een mediale dijlift. Bij overschot thv het bovenste 1/3de van de bovenbenen, ligt er een horizontaal litteken thv 1 (in de liesplooi). Bij overschot ook thv middelste en onderste 1/3de , zal er een bijkomend vertikaal litteken zijn thv 2.

Hoewel de hier besproken ingrepen vaak worden uitgevoerd, zijn ze niet zonder risico. Wanneer er huidoverschotten moeten weggenomen worden, gaat dit steeds gepaard met littekens. Aangezien een groot deel hiervan zich in de liesregio of oksel bevindt, hebben deze littekens wat meer de neiging om te ontsteken of slecht te genezen. Bovendien kunnen er zich vochtcollecties (seroma’s) organiseren onder de gemobiliseerde huid. In de onmiddellijk postoperatieve periode worden seroma-vorming voorkomen door het achterlaten van enkele drains die het vocht afleiden naar een extern reservoir. Hoewel deze drains verwijderd worden indien er bijna geen vocht meer gecollecteerd wordt, kunnen er zich nadien nog seroma’s ontwikkelen. Deze kunnen spontaan resorberen of evacueren via het litteken, of moeten op regelmatige wijze geaspireerd worden gedurende de postoperatieve raadplegingen.

* Tekening uit "Brachioplasty in patients with massive weight loss." Aly A. et al. Aesth Surg J 2003:26;76-84

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Bob Vermeulen, plastische chirurgie - 2018

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg