Borstvergroting

  1. Inleiding
  2. Anatomie
  3. Wat is een borstimplantaat?
  4. Hoe wordt een borstimplantaat ingebracht?
  5. Welk volume?
  6. De operatie
  7. Na de ingreep
  8. Risico's en complicaties
  9. Vaak gestelde vragen

 

1. Inleiding

Een borstvergroting is bedoeld voor vrouwen die een verbetering wensen van hun boezem. Als u verder gezond bent en een realistisch verwachtingspatroon hebt, bent u mogelijk een kandidate voor deze ingreep. De keuze voor het laten uitvoeren van een borstvergroting is een persoonlijke beslissing. Het beïnvloedt uw zelfvertrouwen, uw voorkomen, uw toekomst en uiteindelijk uw welzijn. Anderen kunnen u misschien wel raad geven, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij u zélf en mag nóóit op aandringen van anderen genomen worden.

Vooraleer u een dergelijke ingreep laat uitvoeren, dient u over goede informatie te beschikken. U heeft immers bepaalde verwachtingen en u wilt niet teleurgesteld worden. U wilt dat uw borstvergroting zo aantrekkelijk mogelijk is, en dat het zo goed mogelijk bij u past. Daarom is informatie erg belangrijk. Deze informatie kan u overal vinden, doch vaak wordt het moeilijk om het bos door de bomen te zien.

In de volgende hoofdstukken vindt u informatie die wij belangrijk vinden als u een wens hebt tot borstvergroting. Deze informatie geeft u een globaal overzicht. Ook de mogelijke complicaties en veiligheidsaspecten worden besproken, omdat u niet alleen grondig over de voordelen van borstvergroting moet worden ingelicht, maar ook over de risico’s en nadelen dient te kennen alvorens u een beslissing neemt.

Desalniettemin, voor de uiteindelijke beslissing en een persoonlijk advies, dient u steeds uw plastisch chirurg te raadplegen.

 

2. De samenstelling van de borst (anatomie)

De borst bestaat uit vetweefsel, klierweefsel, melkwegen, bloedvaten, zenuwen en lymfeklieren, bedekt door onderhuids vetweefsel en de huid. Diep van de borst, tegenaan de ribben, ligt de pectoralis major spier of de grote borstspier. Een borstimplantaat kan (gedeeltelijk) onder of boven deze spier worden geplaatst. Dit is afhankelijk van de dikte van het borstweefsel (vet- en klierweefsel) en de mogelijkheid van dit weefsel om het borstimplantaat volledig te bedekken.

Borsten komen rond het 11de-12de levensjaar tot ontwikkeling. Gedurende de hele vruchtbare periode van een vrouw zijn haar borsten aan verandering onderhevig. Na de menopauze houdt die ontwikkeling op. Jonge borsten bestaan uit veel klierweefsel en weinig vetweefsel. Daardoor zijn ze stevig. Het klierweefsel maakt geleidelijk plaats voor vetweefsel dat minder stevig is. Hierdoor worden borsten in de loop van de tijd wat slapper. Ook zwangerschap en borstvoeding hebben invloed op de vorm van de borsten. Naarmate uw leeftijd vordert, zal door de zwaartekracht het bovenste gedeelte van uw borst leger of platter worden. Hierdoor ontstaat een meer hangende vorm van uw borst. De borsten zelf bevatten geen spierweefsel dus oefeningen om de borsten te vergroten of om vorm te verbeteren, zijn niet effectief.

 

3. Wat is een borstimplantaat?

Een borstimplantaat of borstprothese bestaat uit een siliconen omhulsel met een vulling. De vulling is een siliconen gel of een zoutwater-oplossing. Er bestaat ook een combinatie van beiden. Het jongste type siliconen gel is een "cohesieve" gel die er voor zorgt dat de vorm van het implantaat beter behouden blijft, maar ook dat het was vaster en harder aanvoelt. Siliconen gel en een zout-wateroplossing zijn de meest bekende en bestudeerde vulmaterialen en hebben elk hun voor en nadelen. Uw arts kan u meer vertellen over elk vulmateriaal.

Ook het siliconen omhulsel waarin het vulmateriaal zich bevindt, kan variëren. Het oppervlak kan ruw of glad. Het borstweefsel rond het implantaat reageert op de aanwezigheid van dit implantaat door littekenvorming. Zo wordt een kapsel gevormd rond de prothese. Kapselvorming is dus een normale reactie van de weefsels rondom de prothesen, maar de dikte van het kapsel hangt af van uw eigen lichaamsreactie en het oppervlak van de prothese (ruw of glad). Bij borstimplantaten trekt het kapsel soms samen, wat harde en pijnlijke borsten kan veroorzaken. Bij een ruw oppervlak van de prothese is een zekere weefselingroei mogelijk, waardoor de kans op kapselsamentrekking kleiner is.

 

Verschillende vormen van borstimplantaten

Elke vrouw is uniek, geen enkele borst is dus identiek en elke vrouw heeft haar persoonlijke voorkeur. Daarom bestaan er verschillende implantaten. Deze kunnen niet alleen in grootte verschillen, maar ook in vorm.

  • Ronde implantaten
    Ronde implantaten geven uw borst in het algemeen de eerste tijd in het bovenste gedeelte een rond en bol aanzien. Na verloop van tijd echter zal door het ouder worden van de huid en de zwaartekracht het bovenste gedeelte "leger" worden zodat er een meer hangende en misschien ook meer natuurlijke borst ontstaat. Er is ook een keuze mogelijk tussen ronde prothesen met een brede basis en geringe projectie of een smalle basis (maar met meer projectie). Dit is onder meer ook afhankelijk van de vorm, de afmetingen van uw borstkas.
     
  • Anatomische of druppelvormige implantaten
    Druppelvormige implantaten volgen de lijnen van de natuur. Dit betekent dat direct na de operatie de borst een natuurlijke welving heeft. Deze implantaten worden de laatste jaren steeds meer gebruikt, voornamelijk voor patienten die een natuurlijke vorm van borst wensen. Deze prothesen moeten vaak onder de spier en langs een  huidinsnede onder de borst (in de borstplooi) geplaatst worden.

 

4. Hoe wordt een borstimplantaat ingebracht?

De huid insnede

De insnede voor het inbrengen van een prothese kan geplaatst worden in de huidplooi onder de borst, doorheen de tepel, rond het tepelhof of in de oksel. De keuze van insnede hangt onder meer af van uw persoonlijke voorkeur, de plaats waar het implantaat dient te komen, de vorm van uw borsten en het soort implantaat. Uw chirurg kan u meer uitleggen over de verschillende technieken en methoden en samen met u besluiten welke voor u de beste en meest geschikte manier is. Een insnede in de huidplooi onder de borst geniet doorgaans de voorkeur, aangezien deze locatie het minst risico op infectie geeft. 

 

Boven of onder de grote borstspier

1. Direct onder het borstweefsel (subglandulair, retroglandulair), dus boven de grote borstspier

Het implantaat ligt dan tussen de borstklier en de borstspier. Dit wordt enkel uitgevoerd indien er voldoende klierweefsel en vetweefsel aanwezig is om het implantaat voldoende te bedekken.

Voordelen
  • Geen wrijving van de borstpier over het borstimplantaat, zodat de originele vorm van het borstimplantaat het best behouden blijft en geen vervorming van de borst ontstaat bij het opspannen van de spier.
  • Als er wat borstklierweefsel aanwezig is, wordt deze positie aangeraden om het risico te verkleinen dat het borstklierweefsel na verloop van tijd als een 'zakje' onder (lager dan) de prothese zakt ('waterfall deformity').
Nadelen
  • Iets grotere kans op samentrekken van het littekenweefsel rond het implantaat ('kapselsamentrekking' of 'kapselcontractie'), hoewel dit bij de nieuwste implantaten minder vaak voorkomt.
  • Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat u de randen van het borstimplantaat kunt voelen als uw borstweefsel dun is (d.w.z. de huid en de onderhuidse vetlaag).

2. Onder de grote borstspier (subpectoraal, submusculair, retromusculair)

Voordelen
  • Deze methode geeft minder kans op kapselsamentrekking en is daarom ook te verkiezen bij vrouwen met een dunne vetlaag.
Nadelen
  • Meestal is de herstelperiode langer en de ingreep wat pijnlijker.
  • Armbewegingen zijn de eerste weken na de ingreep wat moeilijker.
  • Tevens kan door de druk van de borstspier en het voortdurend bewegen van uw armen het implantaat sneller verplaatsen of vervormen.

 

5. Welk volume kiest u?

Eenmaal er gekozen is voor een bepaalde vorm van het implantaat, en de vermoedelijke locatie (boven of onder de grote borstspier) is besproken, rest nog de vraag hoe groot u wenst dat de borst wordt. U zal waarschijnlijk een maat verkiezen die bij uw figuur past. De meeste vrouwen willen terug naar de vollere, stevigere borsten die ze vroeger hadden, of willen grotere borsten die meer in verhouding zijn met hun figuur.

Veel vrouwen denken aan borstgrootte in de termen van de maat van hun BH. Bijvoorbeeld indien u momenteel een A-cup heeft, zou u waarschijnlijk na de vergroting graag een B-cup of een C-cup willen hebben. Maar dat is niet de enige overweging. U kunt misschien ook denken aan het verminderen van de ruimte tussen uw borsten of hoe u uw borsten beter in verhouding kunt brengen met de vorm van uw lichaam. Het is belangrijk om uw ideeën met uw chirurg te bespreken, zodat hij of zij daarmee rekening kan houden wanneer de grootte en de vorm van het implantaat worden gekozen.

Een natuurlijk geheel

Om een goed resultaat te verkrijgen, moeten uw nieuwe borsten een natuurlijk geheel vormen met uw lichaam. Borstomvang, -hoogte en -projectie zijn allemaal factoren die dienen mee te spelen in uw overweging. De omvang van uw borsten zal mede de ruimte tussen uw borsten (uw decolleté) bepalen. De borstomvang bepaalt eveneens de buitenste ronding van de borst. Maak aan uw chirurg uw wensen duidelijk zodat hij of zij weet welke de gewenste vorm en grootte van uw nieuwe borsten zijn. Natuurlijk kan niet altijd aan uw wensen voldaan worden en zult u voor een groot gedeelte uw chirurg moeten vertrouwen. Realiseert u zich steeds dat een borst in de eerste plaats mooi, en in verhouding tot de rest van uw lichaam dient te zijn. De grootte op zich, komt op de tweede plaats. Bijkomend dient u rekening te houden dat élke borst uniek is, en het dus niet mogelijk is resultaten met elkaar te vergelijken.

Het volume zelf…

Vaak wordt ons gevraagd welk volume er zal geplaatst worden. Soms vragen patiënten ons zelfs om een prothese met een bepaalde hoeveelheid (cc) te plaatsen. Dit is echter een verkeerde benadering; datgene wat de vorm van uw borst het meest zal beïnvloeden, is de projectie van de prothese, en niet het volume. Welke prothese het beste bij uw lichaam past en het meest voldoet aan uw eisen van postoperatieve projectie, wordt bepaald aan de hand van de afmetingen van uw huidige borst en borstkas. Daarom zal uw chirurg hier heel wat aandacht aan besteden tijdens het klinisch onderzoek.

Beperkte mogelijkheden

De grootte van de implantaten kan worden beperkt door de kenmerken van uw borstweefsel en de elasticiteit van de huid. Er dient voldoende elastische huid aanwezig zijn om het gewenste implantaat volledig te bedekken. Implantaten die te groot zijn voor de beschikbare hoeveelheid huid en borstweefsel kunnen zichtbaar of voelbaar blijven onder de huid (o.v.v. rimpels). Dat kan het effect dat u wenst te bereiken, negatief beïnvloeden. Bovendien hebt u meer kans op complicaties. Ook na een borstvergroting staat het lichaam bloot aan het normale verouderingsproces en zal het uitzicht van de borst na verloop van jaren veranderen. Uw chirurg zal elke beperking verder kunnen verklaren.

 

6. De ingreep zelf

Uw gezondheid

Los van elk gesprek over borstomvang en vorm, zal uw chirurg er eerst zeker van willen zijn dat u in algemeen gezond bent. Samen met u worden de voordelen van de borstvergroting afgewogen tegen de mogelijke risico’s in uw specifiek geval. Hoewel een borstvergroting, vergeleken met andere chirurgische ingrepen, als veilig en betrouwbaar gekend staat en zeker geen zware heelkundige ingreep betekent, zijn aan elke operatie risico's verbonden. Als er zelfs maar de geringste aanwijzing is dat uw conditie het genezingsproces nadelig kan beïnvloeden, of als een operatie uw gezondheid zou kunnen schaden, dan zal de chirurg u hierover informeren en besluiten u niet te opereren vooraleer deze risicofactoren verholpen zijn. Infecties, bepaalde hart- of longaandoeningen, sommige chronische ziekten, bepaalde medicijnen en roken kunnen een reden zijn om u niet te opereren. U dient uw chirurg alle inlichtingen over uw gezondheidstoestand mee te delen. 

Voor elke operatie wordt uw gezondheidstoestand ook gescreend door de anesthesist (narcotiseur). Mogelijk zullen voor de ingreep een aantal aanvullende onderzoeken uitgevoerd worden, zoals een elektrocardiogram (ECG), radiografie van de longen of een bloedonderzoek.
 

De ingreep

's Ochtends wordt u opgenomen in het ziekenhuis. U brengt zelf de sportbeha mee die de chirurg heeft voorgesteld. Uw chirurg zal even voor de ingreep aftekeningen maken op uw lichaam. Op dit ogenblik kan u ook uw laatste vragen kwijt. Na het starten van de narcose, wordt de huid ontsmet en afgedekt met steriele doeken. Via de insnede maakt de chirurg de holte vrij waarin het implantaat zal worden geplaatst; hetzij onder de spier, hetzij onder de borstklier (zie hoger). Een drainagebuisje ('redon' of 'drain') wordt slechts zelden geplaatst. De huid wordt onderhuids gehecht in meerdere lagen. Ter hoogte van de insnedeplaats en de plooi onder de borst zal papieren kleefpleister aangebracht worden. Hierboven wordt de sportbeha aangepast. Eenmaal wakker, verblijft u nog een tweetal uur in de ontwaakzaal ('recovery'), waarna u terug naar uw kamer wordt gebracht.

 

7. Het postoperatieve verloop

In het ziekenhuis

Enkele uren na de ingreep zal de chirurg u op de kamer komen bezoeken. Indien u zich goed voelt, kan u het ziekenhuis verlaten. Bij uw ontslag wordt er onmiddellijk een afspraak geregeld om een tweetal weken later elkaar terug te zien. U krijgt ook de ontslagpapieren mee, met een attest voor de thuisverpleegkundige, de nodige voorschriften voor pijnmedicatie, en de postoperatieve instructies.

Eenmaal thuis

De papieren kleefpleister onder de borst dient ter plaatse te blijven tot de eerstvolgende afspraak. De sportbeha draagt u dag en nacht gedurende de eerste zes weken.

Wanneer de implantaten onder de borstspier worden geplaatst, is de ingreep meestal wat pijnlijker. Dit is voornamelijk het geval de eerste dagen na de ingreep. De pijnen kunnen opgevangen worden met voldoende pijnstilling. De eerste dagen na de ingreep kan u ook een gespannen gevoel hebben in de borsten. Ze voelen vrij hard aan, en zijn wat pijnlijk bij aanraking. Deze klachten zullen geleidelijk aan verminderen. De huid dient zich de volgende weken aan te passen aan de nieuwe borstomvang. De borsten zullen gradueel ook veel zachter worden dan de eerste dagen na de ingreep. Dit hele proces heeft ongeveer een zestal weken nodig. 

De eerste postoperatieve controle

Op de eerste postoperatieve afspraak wordt de kleefpleister verwijderd. Ook de uiteinden van de hechtingen worden afgeknipt. Dit is pijnloos. Na inspectie van de wonden, zullen deze opnieuw met kleefpleister worden afgeplakt.

Instructies tot zes weken na de ingreep

De pleister kan om de vier dagen door uzelf vervangen worden, en dient aangebracht te worden tot zes weken na de ingreep. Vervang deze pleisters NIET elke dag, u kan zo een allergie ontwikkelen. Mocht u toch allergisch reageren (roodheid en jeuk rond de kleefpleister), stopt u hiermee. De wonde dient dan niet meer bedekt te worden. U mag met de kleefpleisters douchen, ze zullen normaliter ter plaatse blijven. Een bad waarbij u het hele lichaam onder water wil dompelen, kan u pas nemen na een zestal weken.

Het dragen van een stevige BH, dag en nacht, is de eerste zes weken sterk aangewezen. Na deze zes weken, kan u de beha 's nachts al eens uitlaten, maar overdag dient u zoveel als mogelijk de beha te blijven dragen tot een drietal maanden na de ingreep.

Wat mag u na de operatie doen van activiteiten? 

  • Van de dag na de ingreep, is het best om 's ochtends de handen enkele malen op het hoofd te leggen. Hierbij worden de spieren wat opgerokken (dit kan wat pijnlijk zijn), maar dit zorgt ervoor dat het "stijfheidsgevoel" sneller verdwijnt.
  • De eerste drie weken na de ingreep is elke sportactiviteit en zware fysieke arbeid waarbij de armen gebruikt worden, af te raden, zeker indien de prothesen onder de borstspier werden geplaatst. Ook wordt er afgeraden om gedurende deze tijd op de buik of de zij te slapen.
  • Licht (huishoudelijk) werk is meestal al na enkele dagen mogelijk. U mag rustig wandelen.
  • Sportactiviteiten waarbij de armen moeten gebruikt worden, kan u (binnen de pijngrenzen) hernemen na een zestal weken.
  • Sportactiviteiten waarbij er "zware schokken" onststaan (bv paardrijden, joggen, etc..) mag u pas hernemen na een drietal maanden.

Indien er zich in het postoperatieve verloop onverwachte dingen voordoen, die u niet vertrouwt, zoals koorts, een zichtbare zwelling (één borst die veel groter wordt dan de andere), ongewone pijn of roodheid, gelieve dan onmiddellijk uw arts te raadplegen.

 

8. Risico's en complicaties

Algemeen

Een borstvergroting is een heelkundige ingreep. Bijgevolg is er een kans op complicaties of bijwerkingen, zoals bij elke operatie. Effecten van de narcose, wondproblemen, bloeduitstortingen, infectie, zwelling en een gestoord genezingsproces kunnen optreden bij elke operatie. Hiermee dient u steeds rekening te houden. Deze verwikkelingen zijn gelukkig zeldzaam. Een borstvergroting is een veilige, betrouwbare ingreep en verloopt doorgaans zonder enige verwikkeling.

Specifieke complicaties

  • Kapselvorming
    Rondom elk implantaat vormt het lichaam een schil van littekenweefsel (een kapsel). Dit is een normale reactie van het lichaam. In sommige gevallen kan dit bindweefsel door de jaren heen beginnen samentrekken waardoor de borst hard aanvoelt en gevoelig wordt. Meestal is dit echter na een 10-12 jaar. Wanneer dit pijnen en/of vervormingen van de borst veroorzaakt, kan dit verholpen worden door een nieuwe ingreep. Hierbij wordt het implantaat én het kapsel verwijderd, en kan er een nieuw implantaat geplaatst worden. Deze ingreep kan gedeeltelijk vergoed worden door de mutualiteit/zorgverzekeraar.
     
  • Plooien en rimpelvorming van het implantaat
    Soms zijn er onderaan de borst of aan de zijkant (buitenkant) van de borst, wat onregelmatigheden te voelen. Dit zijn meestal kleine plooitjes van de prothese. De kans hierop is wat groter wanneer er reeds voor de ingreep werd vastgesteld dat de huid vrij dun is en/of dat er weinig klierweefsel aanwezig is. Indien er dan bovendien nog gekozen wordt voor een prothese die "te groot" is voor de patient, kan dit resulteren in deze rimpelvorming. Bij de recente implantaten heeft dit echter geen gevolgen voor de patient buiten het feit dat ze voelbaar zijn. Er is geen heringreep voor nodig.
     
  • Verschuiven van het implantaat
    Het implantaat verplaatst zich niet meer eens er een goed kapsel is gevormd. Daarom is het belangrijk om gedurende de eerste 3 weken geen zware inspanningen te doen en de sportBH gedurende een zestal weken te dragen. Wanneer er gekozen wordt voor de druppelvormige implantaten, is er steeds een kleine kans op rotatie (draaien) van het implantaat. Hierdoor heeft de borst geen natuurlijke vorm meer. In dit geval is een nieuwe heelkundige ingreep noodzakelijk.
     
  • 'Houdbaarheid' van het implantaat
    De levensduur van het implantaat hoeft niet onbeperkt te zijn. De meeste borstprothese-firma's geven zelfs een 'levenslange garantie' op fouten in het implantaat waardoor het stuk zou gaan. Er is echter geen of slechts beperkte garantie op de 'kapselvorming'. Deze kan bij elke patient verschillend zijn. De kapselvorming kan door de jaren heen pijnen veroorzaken, de borst vervormen en in extreme gevallen de prothese zelfs scheuren. Wanneer een prothese dus vervangen moet worden is dit meestal niet omwille van de 'beperkte houdbaarheid' van de prothese, maar omwille van deze forse kapselvorming. Wanneer er forse kapselvorming ontstaat, is bij niemand te voorspellen. Over het algemeen moet u rekenen dat dit zou kunnen optreden vanaf een 10-15 jaar na de eerste ingreep.
     
  • BIA-ALCL (Breast-Implant Associated Anaplastic Large Cell Lymphoma)
    Recent is een zeer zeldzame vorm van lymfeklierkanker ontdekt, die geassocieerd wordt met het gebruik van (borst)prothesen. Dit is niet hetzelfde als borstkanker. BIA-ALCL treedt meestal meerdere jaren na plaatsing van de prothesen op. Het wordt opgemerkt als een eenzijdige of tweezijdige zwelling van de borst. Er zijn aanwijzingen dat de tumor enkel voorkomt bij prothesen met een ruw omhulsel. Om deze reden gebruiken wij enkel prothesen die als veilig worden erkend. BIA-ALCL is  onderwerp van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, dat wij op de voet volgen.
  • BII of ASIA (Breast Implant Illness)
    Een aspecifieke groep van symptomen (vb. vermoeidheid, haaruitval, ...) wordt in verband gebracht met het plaatsen van borstprothesen. Tot op heden werd er nog geen wetenschappelijk verband aangetoond tussen het voorkomen van deze symptomen en de aanwezigheid van borstprothesen. Er zijn echter meerdere vrouwen die aangeven dat deze aspecifieke klachten verdwenen bij verwijderen van de prothesen. 

 

9. Vaak gestelde vragen

  1. Is silicone wel veilig?
    Al meer dan 50 jaar worden siliconen gebruikt voor diverse toepassingen, zowel in het dagelijkse leven als in de medische wereld. Het is één van de meest onderzochte materialen; de veiligheid is uitgebreid getest. In vele medische hulpmiddelen zoals pacemakers, hartkleppen, hechtingsmateriaal, glijmiddelen en coatings van injectienaalden en spuiten, en zelfs bloedzakken, worden siliconen gebruikt. Er zitten eveneens siliconen in puddings, frisdranken, lipsticks, bodylotions, zonnebrandcrèmes, deodorants, haarlak, beddengoed, kleding, en babyverzorgingsproducten.
     
  2. Medisch onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat er na een borstvergrotingsoperatie geen verhoogde kans op borstkanker bestaat. Het gewone borstonderzoek blijft steeds mogelijk, aangezien het borstklierweefsel zich volledig voor het implantaat bevindt. Het radiografisch onderzoek van de borst (mammografie) is ook mogelijk, maar wordt toch wat gehinderd door de aanwezigheid van (voornamelijk gelgevulde) implantaten. De radioloog kan echter wel het onderzoek aanpassen. Indien u een verhoogd risico heeft op de ontwikkeling van borstkanker (erfelijkheidsfactoren), zal er i.p.v. een mammografie een MRI-scan voorgesteld worden. Dit onderzoek is perfect mogelijk met implantaten. Een echografie van de borsten behoudt ook haar waarde en kan een noodzakelijke aanvulling van het klinisch onderzoek van uw borsten zijn.
     
  3. Kan ik nog borstvoeding geven na de ingreep?
    Na een borstvergrotende operatie kan u veilig borstvoeding geven: siliconen dringen niet door in de moedermelk. Borstvoeding kan soms veel moeilijker verlopen als de huid insnede aan de rand van het tepelhof of doorheen de tepel gemaakt werd, waardoor schade aan de melkgangen zou kunnen ontstaan.
     
  4. Heb ik meer kans op systeemziekten (auto-immuunziekten)?
    Er werd een verband gesuggereerd tussen borstimplantaten en auto-immuunziekten zoals reuma, sclerodermie, bindweefselziekten, ... en allerlei aspecifieke klachten zoals chronische vermoeidheid, concentratiestoornissen en rugklachten, Gerenommeerde instituten hebben wetenschappelijke studies uitgevoerd bij duizenden vrouwen met en zonder implantaten, zonder dat tot op heden een verband kon bewezen worden.
     
  5. Gaan borstprothesen maar een beperkte periode mee? Moeten ze m.a.w. vervangen worden?
    De borstimplantaten van de firma’s waarmee wij werken geven levenslange garantie op de prothesen. Dat wil zeggen dat indien het implantaat een lek vertoont om onverklaarbare redenen, het terug vergoed zal worden bij een implantaatwissel. De belangrijkste factor is kapselvorming (zie boven). Dit kapsel kan dik en hard worden en samentrekken. Hierdoor kan het implantaat vervormen. Een dergelijk vervormd implantaat moet vervangen worden wanneer het kapsel verwijderd moet worden omwille van pijn of een onesthetisch uitzicht.
     
  6. Wat is de kostprijs van deze ingreep?
    In onze dienst wordt een totaalpakket voorgesteld. In dit pakket zijn de kosten inbegrepen voor de implantaten, de anesthesist/narcotiseur, de chirurg, de medicatie, het ziekenhuisverblijf, de verpleegkundige zorgen, verbandmateriaal, etc. De preoperatieve en postoperatieve raadplegingen en / of onderzoeken zijn hierin niet inbegrepen. Vermits dit pakket op maat gemaakt wordt aan de hand van de gekozen implantaten, zal uw chirurg u over de kostprijs informeren tijdens de raadpleging.
     
  7. Zal ik een groot litteken hebben?
    Dit hangt voornamelijk af van het type van implantaat en de insnede-plaats die gekozen worden. Tijdens de raadpleging zal uw chirurg u hierover informeren.

Indien u bij het lezen van deze pagina’s nog vragen hebt, aarzel dan niet ze aan uw chirurg te stellen. Deze informatie kan immers niet volledig zijn en misschien hebt u ook specifieke problemen. Uw chirurg zal u graag alle inlichtingen verstrekken.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Bob Vermeulen, plastische chirurgie - 2018

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg