Trimodale therapie voor blaaskanker

Trimodale therapie is een behandelings die wordt gebruikt bij de behandeling van spierinvasieve blaaskanker. Het omvat een combinatie van drie verschillende behandelingsmodaliteiten: chemotherapie, chirurgie en bestralingstherapie.

De behandeling begint meestal met een operatie, namelijk een TURB, waarbij langs de plasbuis de blaaspoliepen zoveel mogelijk worden weggenomen.

Daarna wordt chemotherapie opgestart, waarbij cytotoxische medicijnen worden gebruikt om kankercellen te doden of te remmen. Deze medicijnen kunnen worden toegediend via een infuus of in de vorm van pillen. Chemotherapie helpt bij het verkleinen van tumoren en het vernietigen van kankercellen die zich mogelijk buiten de blaas hebben verspreid.

Gelijktijdig met de chemotherapie wordt bestralingstherapie opgestart. Hierbij wordt het letsel in de blaas langs uitwendig bestraald.

Deze behandeling wordt beschouwd als een alternatief voor een totale blaasverwijdering of radicale cystectomie bij patienten die niet voldoende fit zijn voor deze ingreep of deze ingreep weigeren. Na trimodale therapie is de kans op ziekterecidief groter. Er kan op termijn ook belangrijke functionele hinder van de blaas ontstaan. Daarnaast kan de bestraling ook negatieve effecten hebben op de omliggende organen, vnl de endeldarm en de dunne darm. De kans op nieuwe tumoren door de bestraling bestaat maar is erg klein.

Het voordeel van trimodale therapie is dat de patient geen zware ingreep dient te ondergaan en dat de blaas behouden wordt. In geval van recidief kan het helaas alsnog nodig zijn om de blaas te verwijderen. Zeker voor oudere patiënten met veel andere problemen kan dit een goed alternatief zijn. De keuze dient evenwel patiënt per patiënt gemaakt te worden, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de kanker en de algehele gezondheid van de patiënt. Uw behandelend arts zal de meest geschikte behandelingsroute voor u bepalen en u uitgebreid informeren over de verwachte voordelen, risico's en bijwerkingen.