Systeemtherapie voor gemetastaseerde blaaskanker

Systemische therapie wordt gebruikt bij de behandeling van gemetastaseerde blaaskanker, wanneer de kanker zich heeft verspreid naar andere delen van het lichaam. Er zijn twee belangrijke vormen van systemische therapie: chemotherapie en immunotherapie.

Chemotherapie is een behandeling met cytotoxische medicijnen die kankercellen doden of hun groei remmen. Deze medicijnen worden via een infuus toegediend. Chemotherapie kan helpen de tumorgroei te vertragen, symptomen te verlichten en de algehele overlevingskansen te verbeteren. Het wordt vaak gebruikt als eerstelijnstherapie bij gemetastaseerde blaaskanker.

Immunotherapie is een behandeling die het immuunsysteem van het lichaam activeert of versterkt om kankercellen aan te vallen. Een specifieke vorm van immunotherapie die wordt gebruikt bij blaaskanker is bekend als immuuncheckpointremmers. Deze medicijnen blokkeren de remming van het immuunsysteem, waardoor het immuunsysteem kankercellen beter kan herkennen en vernietigen. Immunotherapie kan ook worden gebruikt als eerstelijnstherapie of als tweedelijnstherapie als de ziekte progressief is na eerdere behandelingen.

Zowel chemotherapie als immunotherapie kunnen bijwerkingen hebben, maar deze verschillen per medicijn en individuele patiënt. Bijwerkingen kunnen variëren van vermoeidheid en misselijkheid tot huiduitslag en immuungerelateerde bijwerkingen zoals ontsteking van organen. Het behandelend medisch team zal de bijwerkingen nauwlettend volgen en maatregelen nemen om eventuele bijwerkingen te beheren en de kwaliteit van leven van de patiënt te behouden.

De keuze tussen chemotherapie en immunotherapie, of een combinatie van beide, wordt bepaald door verschillende factoren, waaronder de algehele gezondheid van de patiënt, de specifieke kenmerken van de kanker en individuele behandelingsdoelen. Uw behandelend arts zal de meest geschikte behandelingsbenadering voor u bepalen en de verwachte voordelen, risico's en bijwerkingen met u bespreken.