Bloedafname

Hormoondosages bij de man worden bepaald om de werking van de teelbal en de hypofyse na te gaan. De meest geteste hormonen zijn het testosteron, FSH, LH, het schildklierhormoon en het prolactine.

Verder gebeurt er een infectiescreening naar hepatitis B, hepatitis C, HIV en syfilis. Dit is wettelijk verplicht indien een spermastaal bewerkt moet worden in het laboratorium.

Soms kan het aangewezen zijn om genetisch onderzoek uit te voeren op het bloedstaal. Dit ondermeer bij ernstige afwijkingen in de spermakwaliteit of bij herhaalde miskramen. Op het bloedstaal wordt dan nagekeken of er geen grote afwijkingen in het aantal of de samenstelling van de chromosomen bestaan. Sommige vormen van mannelijke onvruchtbaarheid zijn overdraagbaar op het mannelijk nageslacht via het Y-chromosoom. Dit chromosoom kan onderzocht worden op het ontbreken van stukjes erfelijk materiaal (deleties). Tenslotte kan er ook getest worden op de ziekte mucoviscidose of cystische fibrose die oorzaak kan zijn van een aangeboren afwezigheid van de zaadleiders (agenese vas deferens).