Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes komt voor bij 5 tot 20 % van de zwangerschappen, meestal in de tweede helft van de zwangerschap, onder invloed van hormonen die aangemaakt worden door de placenta. Zwangerschapsdiabetes verloopt bijna altijd zonder veel symptomen, maar kan zonder behandeling wel belangrijke gevolgen hebben voor u en uw baby. Daarom wordt elke zwangere vrouw tussen de vierentwintigste en achtentwintigste zwangerschapsweek getest op de eventuele aanwezigheid van zwangerschapsdiabetes.

Risico's voor de baby

  • Te sterke groei van de vrucht (macrosomie) met een grotere vetopstapeling, een grotere placenta en meer vruchtwater.
  • Grotere kans op verwikkelingen rond de geboorte, zoals vroeggeboorte, trauma bij de bevalling (bijvoorbeeld een schouderontwrichting), hypoglycemie (lage bloedsuiker), meer kans op een keizersnede.
  • Bij de geboorte een te zware baby voor de zwangerschapsleeftijd.
  • Verhoogde kans op ontwikkelen van overgewicht en diabetes op latere leeftijd.

Risico’s voor de moeder

  • Keizersnede en problemen bij de bevalling.
  • Te veel vruchtwater. Hierdoor kan de baby te vroeg worden geboren.
  • Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap. Hiervoor is meestal medicatie nodig.
  • Urineweginfecties.
  • Bij een volgende zwangerschap een grote kans om zwangerschapsdiabetes te ontwikkelen.
  • Tot 50 % meer risico om later diabetes type 2 te ontwikkelen.

Wanneer hebt u een extra verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes?

  • Overgewicht: alle vrouwen met een BMI hoger dan 25 kg/m² en een buikomtrek van meer dan 88 cm voor de zwangerschap.
  • Familiaal belast: ouder(s), broer(s) of zus(sen) met diabetes type 2.
  • Leeftijd: risico stijgt met 4% per levensjaar dat u ouder dan 30 jaar bent.
  • Zelf vroeger zwangerschapsdiabetes gehad.
  • Kinderen met een hoog geboortegewicht (zeker als meer dan 4,5 kg).
  • Uw eigen geboortegewicht was zeer hoog of zeer laag.
  • Bepaalde etnische groepen.

Onderzoeken en diagnose

  • Voor of in het begin van de zwangerschap wordt reeds nagekeken of de bloedsuiker normaal is. Bij een bloedsuiker vanaf 126 mg/dl, beschouwen we dit als diabetes en wordt U verwezen naar de raadpleging van de endocrinoloog.
  • Glucose challenge test (GCT): Deze test vindt plaats tussen 24 en 28 weken van de zwangerschap, en controleert een veneuze bloedsuikerwaarde een uur nadat u een oplossing met 50 g glucose heeft gedronken. Bij een resultaat van meer dan 130 mg/dl wordt aanbevolen een orale glucosetoleratietest te doen.
  • Orale glucosetolerantietest (OGTT): Hierbij wordt de bloedsuikerspiegel gemeten na inname van een standaarddosis van 75 g glucose, met veneuze bloednames na 0, 60 en 120 minuten. De gemeten bloedsuikerwaarde mag niet meer bedragen dan respectievelijk 92, 180 en 153 mg/dl. Eén hogere waarde wordt beschouwd als zwangerschapsdiabetes.
  • Bij patiënten die geen OGTT kunnen doen, bijvoorbeeld wegens dumpingklachten na een gastric bypass, of bij patiënten die de glucosevloeistof kort na de inname ervan hebben uitgebraakt, voorzien we een leenglucosemeter om enkele glucosemetingen voor en ook 2 uur na de maaltijd te doen. Op basis van deze resultaten schat de arts het risico in. Bij een duidelijk afwijkende waarde maar ook bij redelijke twijfel, beschouwen we dit resultaat als zwangerschapsdiabetes.

Behandeling

Bij diagnose van zwangerschapsdiabetes, wordt U in ons diabetescentrum aansluitend gezien door de endocrinoloog, de diëtiste-diabeteseducator voor voedingsadvies en de verpleegkundige-diabeteseducator voor de opstart van glucosezelfcontrole door middel van vingerprik.

Bij een groot deel van de patiënten met zwangerschapsdiabetes volstaan gelukkig dieetmaatregelen. Maar indien de bloedsuikerwaarden hiermee niet voldoende onder controle komen, is insuline noodzakelijk. De patiënten met zwangerschapsdiabetes worden multidisciplinair opgevolgd door de endocrinoloog, de diabetesverpleegkundige en de diëtiste, in nauw overleg met de behandelende gynaecoloog en de vroedvrouw.

Na de zwangerschap

In de meeste gevallen verdwijnt de insulineresistentie enkele dagen na de bevalling en herstelt het bloedsuikergehalte zich. Dat valt samen met het verwijderen van de placenta en dan verdwijnt ook de diabetes. Indien nodig, plannen we na de zwangerschap een controle-OGTT. Vrouwen met een voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes, blijven wel tot 50% risico hebben om binnen de 10 jaar na de bevalling een blijvende vorm van diabetes te ontwikkelen. Een jaarlijkse opvolging bij de huisarts is dan ook sterk aanbevolen.

Zoet zwanger

Dit is een project van de Diabetes Liga met steun van de Vlaamse Overheid, met als doelstelling het stimuleren van de opvolging na de zwangerschap bij vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad. Dit betekent dat leefstijlaanpassingen die diabetes helpen voorkomen worden gepromoot en een jaarlijkse screening bij de huisarts wordt geadviseerd om diabetes vroegtijdig op te sporen.

Meer info: https://www.diabetes.be/nl/preventie-en-sensibilisering/zoet-zwanger#top.

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Philippe Marcq, Endocrinologie - 2023

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg