Gebeurt (meestal) niet ambulant en enkel na overleg door een uroloog met de verwijzende arts, de uroloog bepaalt de indicatie
Gebeurt altijd in samenwerking met de dienst UROLOGIE
Bloedverdunnende medicatie moet steeds vermeld worden en vaak is het noodzakelijk dat het schema hiervan tijdelijk zal worden aangepast in functie van de procedure (altijd in overleg met de behandelend geneesheer), de bloedstolling zal voor de procedure worden nagekeken door de verwijzende arts
Soms onder volledige narcose
Nuchter
Onderzoek
Het doel is de afloop van de nier te vrijwaren
Gebeurt in buikligging (of ¾ zijliging)
Na locale verdoving zal een kleine insteekplaats worden gemaakt langswaar een punctie van de nier zal worden uitgevoerd onder echografische geleiding. Vervolgens zal een buisje in de nierholte worden gebracht onder radiografische geleiding.
De catheter zal worden gefixeerd aan de huid en worden verbonden met een collectorzakje
Nazorg
Het cathetersysteem zal dagelijks worden gespoeld en het collectorzakje zal worden geledigd of vervangen
Het urinedebiet zal strict worden opgevolgd
In geval van koorts of ongemak na de procedure moet onmiddellijk contact opgenomen worden met uw arts of de dienst spoedgevallen. Ook in geval van belangrijke huidirritatie rond de plaats van de catheter is consult aangewezen.
De duur dat de catheter aanwezig blijft zal worden besproken met uw arts, in geval van langdurig noodzakelijke drainage zal de catheter worden vervangen.