Gynaecomastie of mannelijke borstvorming

Inleiding

Gynaecomastie is de medische naam voor borstontwikkeling bij de man. Net als de vrouw, heeft de man borstklierweefsel. Deze kan bij de man overmatig ontwikkelen met vooral een esthetisch storende toestand tot gevolg, vaak met psychologische weerslag.

Oorzaak

Er zijn diverse redenen waardoor een man ‘borstjes’ ontwikkelt. Dit kan onder andere door hormonale veranderingen (zoals voornamelijk in de puberteit gebeurt) en/of door vetophoping onder het tepelhof (bv bij overgewicht). Er zijn ook een aantal ziektebeelden die tot dergelijke borstontwikkeling kunnen leiden, doch in de meeste gevallen kan er geen echte oorzaak aangetroffen worden.

Behandeling

Alvorens er chirurgisch ingegrepen wordt, moet eerst nagegaan worden of er inderdaad geen ziektebeeld is dat deze borstontwikkeling veroorzaakt. Daarom zal iemand die zich met gynaecomastie aanbiedt op de consultatie, altijd eerst doorverwezen worden naar een endocrinoloog (geneesheer, gespecialiseerd in de hormonale regeling van het lichaam). Deze zal nagaan of er eventuele hormonale problemen of onderliggende ziektebeelden zijn deze dan, indien mogelijk, ook behandelen. Indien er geen of onvoldoende behandeling is via medicatie, kan er heelkundig ingegrepen worden.
Er bestaan 3 verschillende types van gynaecomastie. De behandeling ervan zal verschillend zijn naargelang het type van de aandoening.

In onze dienst gebeurt de ingreep steeds onder algemene verdoving. Bij type 1 en 2 (met goede elastische huid), zal er een liposuctie van het vetweefsel in de borstregio gebeuren, gecombineerd met het wegsnijden van het klierweefsel. Dit klierweefsel wordt verwijderd via een halve cirkelvormige insnede onder de tepel (overgang tepelhof/huid). Bij ergere vormen van type 2 en matige vormen van type 3, zal de liposuctie gecombineerd worden met een cirkelvormige insnede rond de tepel, om het overschot aan huid te verwijderen.

Bij ernstige vormen van type 3, zijn soms bijkomende insneden nodig om de overtollige huid te kunnen verwijderen. Hierbij worden dan littekens gevormd als bij een borstverkleining bij een vrouw (horizontaal litteken in de borstplooi of een ankervormig litteken cfr ingrepen-borst-borstverkleining).

Postoperatief verloop

De ingreep gebeurt meestal in het kader van een daghospitalisatie. U mag dus het ziekenhuis dezelfde dag verlaten. Hoogst waarschijnlijk zijn er thv de geopereerde zone ‘buisjes’ (drains) geplaatst. Deze komen uit thv de zijkant van de borstregio en mogen verwijderd worden door de huisarts zodra er bijna geen vocht meer door de buisjes loopt. Uw chirurg zal u voor uw ontslag alle nodige uitleg hierover geven.
Na de ingreep moet er gedurende een zestal weken, een goed aanspannend verband gedragen worden dat u vanuit het ziekenhuis zal meegegeven worden. Dit moet u dag en nacht dragen en zal de zwelling van de geopereerde regio tegen gaan. Bovendien zal uw huid hierdoor ook beter samentrekken en zich beter aanpassen aan de veranderde vorm. Er zal u ook aangeraden worden om zo vroeg mogelijk te starten met een LPG behandeling (zie ook Ingrepen-lichaam-liposuctie) ter bevordering van de huidelasticiteit en om te voorkomen dat het tepelhof verlittekent aan de onderliggende grote borstspier. De hechtingen mogen verwijderd worden na een tweetal weken.

Complicaties

Op de dag dat u beslist om de ingreep te laten uitvoeren, zal de chirurg u een opsomming maken van de mogelijke complicaties die bij iedere heelkundige ingreep kunnen gebeuren. Specifiek voor deze ingreep kunnen zijn:

  • hematoomvorming: dit wil zeggen dat er een soort van onderhuidse bloeduitstorting gebeurt thv de borsten. Vaak verdwijnt deze vanzelf over het verloop van enkele maanden, maar soms moet er vlak na de ingreep opnieuw ingegrepen worden om de bloeding te stelpen. Om deze complicatie zoveel mogelijk te voorkomen worden de ‘buisjes’ (drains) geplaatst.
  • vormonregelmatigheden: tgv de liposuctie en excisie van het klierweefsel, kunnen er wat huidonregelmatigheden ontstaan. Bovendien kan het tepelhof gaan verkleven aan de grote borstspier. Om deze complicaties zo veel mogelijk te voorkomen, wordt er dan ook aangeraden om zo snel mogelijk na de ingreep met een LPG behandeling te starten.
  • littekenhypertrofie: soms kan het litteken zich overmatig ontwikkelen en moet hiervoor een bijkomende behandeling gestart worden (injecties en/of silicone-klevers en/of littekencorrectie)
 
 
Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Bob Vermeulen, plastische chirurgie - 2018

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg