Borstreductie en/of borstlifting

  1. Indicaties
  2. De operatie
  3. Na de ingreep
  4. De littekens
  5. Gevolgen van de ingreep

 

1. Indicaties

Een borstverkleining (borstreductie) kan uitgevoerd worden wanneer de borsten als te groot worden ervaren. Vaak kan er bij deze ingreep een gedeeltelijke terugbetaling bekomen worden via de mutualiteit / zorgverzekeraar. Bij een borstverkleining worden de borsten ook altijd gelift.

Als de borsten enkel afhangen en niet als te groot (of eerder als te klein) worden ervaren, kan een borstlifting (mastopexie) uitgevoerd worden. Afhankelijk van de wensen, kan er ook volume worden toegevoegd door middel van een borstprothese of lichaamseigen vetweefsel (lipofilling). Bij een borstlifting is geen terugbetaling mogelijk via de mutualiteit / zorgverzekeraar.

 

2. De ingreep

Littekens

Elke operatie creëert littekens. Deze bevinden zich rondom het tepelhof, van de tepel een lijn verticaal naar de borstplooi, en meestal ook een horizontale lijn in de borstplooi zelf, een zogenaamd ankervormig litteken. Wanneer er slechts een beperkte lifting nodig is, en indien dit verholpen kan worden via het plaatsen van een borstprothese, is er enkel een litteken in de borstplooi aanwezig (zie borstvergroting).

Techniek

Afhankelijk van de grootte van de borsten zijn diverse technieken mogelijk om een goede verkleining / lifting te verkrijgen. De littekens zijn echter in de meeste gevallen dezelfde (zie vorige alinea). De eerste weken na de ingreep zullen er wat rimpeltjes aanwezig zijn over het verloop van de littekens, m.a.w. de littekens zullen nog niet glad zijn.Vanaf een zestal weken zullen deze progressief verdwijnen.

Het is vaak onmogelijk om op voorhand te zeggen naar welke cupmaat de borsten verkleind kunnen worden. Vóór de operatie zal dan ook afgesproken worden tussen chirurg en patiënte wat de mogelijkheden zijn, rekening houdend met de wensen van de patiënte en de chirurgische techniek, teneinde een goede doorbloeding van de tepel te kunnen behouden. Het is steeds onze bedoeling een borstvolume te creëren dat in harmonie blijft met de rest van het lichaam.

De eerste weken na de ingreep zullen de borsten zich ook vrij hoog op de borstkas bevinden (rond en prominent bovenaan). Over verloop van een drietal maanden zal - onder invloed van de zwaartekracht en door afname van de zwelling na de operatie - de borst  haar natuurlijke vorm herwinnen.

Tepel

Hoewel er zich een litteken rond het tepelhof bevindt, wordt de tepel niet "losgemaakt". De tepel blijft verbonden met het onderliggende klierweefsel en wordt als het ware naar boven verschoven. Om een goede doorbloeding van de tepel en het tepelhof te behouden, is het niet mogelijk om een borst oneindig te verkleinen. Zelfs indien zorgvuldig wordt gewerkt om een goede doorbloeding van de tepel en het tepelhof te behouden, kunnen deze soms gedeeltelijk, en in zeer uitzonderlijke gevallen geheel afsterven.

Na de ingreep kan de gevoeligheid van de tepel verminderd zijn, vermeerderd zijn of volledig weg zijn. In de meeste gevallen wordt er wat gevoeligheid herwonnen, doch hiervoor zijn meerdere maanden nodig.

Borstvoeding

In principe is het nog steeds mogelijk om borstvoeding te geven na een borstverkleinende ingreep. Niet elke vrouw kan echter borstvoeding geven, zelfs indien er nooit een operatie is geweest. De onmogelijkheid om borstvoeding te geven na een borstverkleining is meestal niet te wijten aan de ingreep zelf. Vrouwen die borstvoeding willen geven na een dergelijke ingreep, dienen hiertoe gestimuleerd te worden, en zeker niet ontmoedigd worden door dogma's als "er is geen borstvoeding meer mogelijk na een borstingreep". 

 

3. Postoperatief (zie ook Thuiszorg na borstreductie / mastopexie)

Alle hechtingen worden onderhuids geplaatst, en de wonden zelf worden daarenboven gelijmd. Deze huidlijm laat toe om reeds de dag na de ingreep een douche te nemen zonder enig ander verband, op voorwaarde dat eventuele redons zijn verwijderd, indien deze werden geplaatst.

Onmiddellijk na de ingreep worden de borsten bedekt door enkele steriele gaasjes en de door u meegebrachte sportbeha (uw arts zal u op voorhand uitleggen welke sportbeha u best meebrengt). Aan de zijkanten van elke borst zal indien nodig een drain (redon / buisje) achtergelaten worden om eventueel overtollig vocht te laten afvloeien uit de borst. Deze worden dikwijls verwijderd na één dag, indien er niet te veel vocht in wordt opgevangen.

In principe kan u de dag zelf het ziekenhuis reeds verlaten en zal u vóór het verlaten van het ziekenhuis een verbandwissel ondergaan. Hierbij worden de gaasjes die in de sportbeha zijn geplaatst, vervangen. De sportbeha moet u dag en nacht dragen gedurende een zestal weken. Nadien is het aangeraden deze nog een drietal maanden overdag te dragen. Het geeft de borsten de mogelijkheid om gunstig te helen.

U krijgt een attest mee om de wonden dagelijks te laten verzorgen door een thuisverpleegkundige. Zij/hij kan ook de drains verwijderen als dit nodig is. Er mag dus dagelijks een douche genomen worden zodra de drains zijn verwijderd. Na de douche kunnen de littekens  verzorgd worden en moet de sportbeha weer gedragen worden.

Hoe groter en steviger de borsten waren vóór de ingreep, des te meer kans is er op kleine wondjes, voornamelijk t.h.v. het horizontale litteken en het T-punt (samenkomst van het horizontale en verticale litteken). Deze wondjes genezen in 95% van de gevallen spontaan binnen enkele weken met adequate wondzorg. Uw chirurg zal u hiervoor opvolgen.

Postoperatieve pijn

Hoewel er vaak op voorhand wordt gedacht dat deze ingreep pijnlijk is, vertellen de meeste patienten ons dat dit zeer goed meevalt. Er is een wat oncomfortabel gevoel de eerste dagen na de ingreep dat bestreden kan worden met een normale pijnstiller (paracetamol of Dafalgan, Nurofen, ...). Er wordt aangeraden om tot een drietal dagen na de ingreep systematisch een pijnstiller te nemen om de 6 à 8 uur om eventuele pijnen te voorkomen.

Welke activiteiten mag ik doen na een borstreductie?

  • De eerste 2 weken na de ingreep wordt er aangeraden om niet te veel huishoudelijke taken op te nemen. Indien noodzakelijk, eerder het licht huishoudelijk werk. Het wordt ontraden om taken of oefeningen uit te voeren waarbij grote armbewegingen noodzakelijk zijn of waarbij de borstspieren sterk aangespannen worden (vb. tillen van zware voorwerpen, stofzuigen, etc.).
  • Na 2 weken worden de knoopjes van de hechtingen verwijderd. Het normale huishoudelijke werk mag hernomen worden mits het dragen van de stevige sportBH.
  • Sporten als wandelen en fietsen kunnen hernomen worden na een zestal weken.
  • Sporten waarbij nogal wat schokkende bewegingen ontstaan als joggen, tennis, paardrijden, squash, golf, etc. mogen pas hernomen worden na een drietal maanden.

Mag ik baden na een borstreductie?

Onmiddellijk na de borstoperatie mag u douchen zodra eventuele redons / drains zijn verwijderd. Er bevindt zich immers lijm over de wonden die deze voldoende beschermt. Indien er geen lijm is geplaatst, zal uw chirurg dat meedelen en aangepaste wondzorg voorschrijven. Gedurende de eerste 3 weken na de ingreep wordt afgeraden om te baden waarbij de borsten worden ondergedompeld. Een zitbad mag u zonder probleem nemen. Na een 3-tal weken en wanneer volledige wondheling is bekomen, mag er onbeperkt gebaad worden.

Meer vragen?

Zie de rubriek "Veelgestelde vragen".

 

4. De littekens

U zal steeds een litteken hebben rond het tepelhof (areola). Het tepelhof wordt vaak in diameter verkleind. Onder de areola zal u steeds een verticaal litteken hebben tot aan de plooi onder de borst, en meestal ook een horizontaal litteken in deze plooi. Indien er een forse verkleining nodig is van de borsten, kan dit horizontale litteken langer zijn. In elk geval kan het aspect van de littekens enkel beoordeeld worden vanaf een zestal weken na de ingreep. Zelfs indien de evolutie van de littekens niet perfect is, kunnen deze littekens vrij goed verborgen worden. In bijna alle gevallen zullen de littekens die zich op de borst bevinden, verbeteren in de tijd.

Indien de techniek wordt gebruikt waarbij enkel een verticaal litteken gemaakt wordt (en eventueel een klein horizontaal littekentje), zullen er onmiddellijk postoperatief diverse huidplooitjes zijn, die verdwijnen over verloop van tijd (6 à 9 weken). Mocht het zijn dat er nog een overblijvend huidplooitje is onder aan de borst na volledige uitheling, kan dit zonder problemen onder lokale verdoving verwijderd worden na een zestal maanden. Het is belangrijk te onthouden dat de borst te hoog geplaatst lijkt onmiddellijk na de operatie. Gedurende de daaropvolgende 6 à 9 weken zakt de borst echter in zijn natuurlijke vorm. Er moet voldoende geduld geoefend worden alvorens het definitieve resultaat kan beoordeeld worden.

 

5. De gevolgen van de ingreep

Het kan zijn dat u ongerust bent over de gevolgen, voornamelijk op lange termijn van de ingreep op de borst. Vóór de operatie zal duidelijk gevraagd worden of u ooit een of andere borstpathologie heeft gehad. Er zal ook gevraagd worden om een radiologisch onderzoek en echografie van de borst te laten uitvoeren. Het is immers zo dat zich littekenweefsel vormt in de borst, wat verwarrend kan zijn bij verder borstonderzoek. Een preoperatieve mammografie en echografie kunnen zo zorgen voor een referentiepunt. Al het weefsel dat tijdens de ingreep wordt verwijderd zal opgestuurd worden voor anatoompathologisch (microscopisch) onderzoek en indien tijdens de ingreep een verdachte zone wordt ontdekt, zal dit nog eens apart worden opgestuurd. Er zijn wereldwijd belangrijke studies gebeurd om na te kijken of borstchirurgie een invloed heeft op de ontwikkeling van borstkanker. Al deze studies zijn negatief gebleken. Daarentegen heeft men vaak, dankzij een dergelijke ingreep, een klein borstgezwel verwijderd dat voordien niet opgemerkt was. Het verwijderen van een bepaalde hoeveelheid borstweefsel vermindert ook het procentuele risico op de ontwikkeling van borstkanker op lange termijn.

Zware borsten hebben vaak ook het gevolg dat de vrouw voorovergebogen loopt, een slechte houding aanneemt en pijn ontwikkelt ter hoogte van de rug, hals en schouders. Vaak is er ook een psychologische last. Al deze symptomen zullen verminderen of verdwijnen, tenzij er bepaalde spier- of rugpathologie aan de oorsprong ligt.

Tot slot, indien u zeer ongerust bent over de mogelijke littekens, die noodzakelijk zijn tot het uitvoeren van deze procedures, dient u goed de voor- en nadelen van deze procedure af te wegen. Indien u het erger zou vinden om littekens op de borst te hebben, dan wel een te grote of afhangende borst, dan is het beter om af te zien van deze operatie.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Bob Vermeulen, plastische chirurgie - 2018

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg