Ovariumcarcinoom en tubacarcinoom

Wat zijn de mogelijke klachten?

Ovariumcarcinoom en tubacarcinoom worden beschouwd als gelijkaardige ziekten die op dezelfde manier behandeld worden. Verschillen tussen beide ziekten zijn beperkt maar we kunnen stellen dat tubacarcinoom langer beperkt blijft tot het orgaan en dus dikwijls klachten geeft in een vroeger stadium dan ovariumcarcinoom. Dit impliceert dan ook een ogenschijnlijke betere prognose voor patiënten met tubacarcinoom.

De klachten bij patiënten met ovariumcarcinoom zijn weinig opvallend en treden nooit acuut op. Klachten zoals futloosheid, weinig eetlust, misselijkheid, vlug een volheid in de maag na het eten, kleding die rond het middel begint te spannen doordat de buik dikker wordt ondanks gewichtsverlies, nemen traag toe zodat ze maar laattijdig de aandacht trekken. Samen met het feit dat ook de pijn niet of pas laat aanwezig is, maken dat de ziekte meestal in een gevorderd stadium wordt vastgesteld.

Welke zijn risicofactoren?

Gevorderde leeftijd, belaste familiegeschiedenis van borst-, eierstok- en/of dikke darmkanker, nooit zwanger geweest zijn en vruchtbaarheidsbehandeling zijn eigenschappen die regelmatig aanwezig zijn bij mensen met ovariumkanker maar de juiste oorzaak is niet gekend.

Welke zijn beschermende factoren?

Orale contraceptie (de pil), zwangerschap, het verwijderen van de eierstokken en/of eileiders tijdens een hysterectomie, het preventief wegnemen van de eierstokken bij een belaste familiegeschiedenis of een bewezen erfelijke belasting.

Hoe wordt de diagnose bevestigd?

De diagnose wordt altijd gesteld of bevestigd door een biopsie / een weefselonderzoek. Bij het vermoeden van een kwaadaardig gezwel ter hoogte van de eierstokken zal er altijd eerst een kijkoperatie plaatsvinden. Naast een biopsie wordt dan ook de uitgebreidheid van de ziekte bekeken en zodoende bepaald of de ziekt al dan niet te opereren valt.

Waarin bestaat de behandeling?

De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie en 6 kuren chemotherapie. Tijdens de operatie moet getracht worden om al het zichtbaar kwaadaardig weefsel te verwijderen. Indien tijdens de laparoscopie geacht wordt dat dit haalbaar is, zal eerst geopereerd worden, pas nadien volgt de chemotherapie. Bij andere patiënten waar de kans om alles chirurgisch weg te krijgen slechts klein is, wordt best eerst chemotherapie gegeven. Hierdoor zal de hoeveelheid kwaadaardig weefsel sterk verminderen en zal een operatie vaak wel mogelijk worden.

Enkel wanneer de ziekte in een zeer vroegtijdig stadium wordt ontdekt, hoeft er geen chemotherapie gegeven te worden.

Is er een effectieve vroegtijdige opsporing mogelijk?

Momenteel zijn er geen effectieve opsporingsmethoden beschikbaar die zoals bij cervixcarcinoom de ziekte vroegtijdig kunnen opsporen en de overleving verbeteren. Mensen met risicofactoren voor ovariumcarcinoom laten best de eierstokken verwijderen meestal na 45j of nadat de kinderwens voltooid is. Dit gebeurt tijdens een kijkoperatie via een 1-dag hospitalisatie.

Inhoudsverantwoordelijke
Prof. Dr. Eric de Jonge, Gynaecologie - 2017

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg