Spasticiteitmanagement (botuline toxine en intrathecale baclofenpomp)

Spasticiteit is een gevolg van een stoornis van het centrale zenuwstelsel (hersenen of ruggemerg zoals bvb. herseninfarct, dwarslaeise, MS, …) waarbij bepaalde spieren (continu of met intervallen) volledig kunnen verkrampen.
Als deze “spier verkrampingen” of spasticiteit niet wordt behandeld, kunnen er verkortingen van de spieren ontstaan met nadelige gevolgen voor onder andere het lopen, balans en evenwicht maar ook fijne (hand) motoriek, spreken, slikken, etc.
Deze verhoogde spierspanning kan bovendien ook pijnlijk zijn.

Voor deze “spierverkrampingen” bestaan verschillende behandel mogelijkheden:

  • Fysieke revalidatie
    ​Mono- of multidisciplinaire behandeling door kinesisten maar ook ergotherapeuten en logopedisten.
    ​De patient leren hoe hij de spieren en bewegingen zelf beter kan leren aansturen en ontspannen is hierbij heel belangrijk naast rekoefeningen en zonodig aanmeten van ortheses en braces.​
  • Medicatie
    Orale geneesmiddelen waarvan de werking gericht is op het centrale zenuwstelsel zoals baclofen (Lioresal), benzodiazepines, diazepam, tizanidine, gabapentine, clonidine en cannabis en zijn derivaten.​
    Nadeel hierbij zijn vaak de bijwerkingen zoals sufheid en algehele spierzwakte.​
  • Botuline toxine
    ​Door middel van infiltraties/inspuitingen met een dun naaldje wordt de medicatie (botuline toxine) rechtstreeks in de verkrampte spieren ingespoten.​
    ​Hierdoor ontspannen alleen de spieren die verkrampt zijn, met als voordeel dat er geen bijwerkingen optreden (sufheid, algemene spierverslapping) voor de patient.
    ​Er is geen voorbereiding of nabehandeling nodig en de inspuitingen kunnen gegeven worden tijdens de consultatie.
    ​De inspuitingen hebben een gemiddelde werkingsduur van 3 tot 6 maanden en kunnen bij een goed resultaat dan herhaald worden.​
  • Intrathecale baclofenpomp​
    Het toedienen van medicatie gebeurt via een catheter, dicht bij de zenuwen waar de spasticiteit ontstaat, waardoor de medicatie rechtstreeks op de plaats terecht komt waar het zijn werking uitoefent.
    Er zijn veel kleinere dosissen nodig en geen bijwerkingen zoals sufheid en vermoeidheid zoals bij het innemen van orale medicatie.​
Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Peter Hallet, Fysische Geneeskunde en Revalidatie - 2018

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg