Een sperma-analyse onderzoekt verschillende parameters van het spermastaal zoals onder andere het volume, het aantal (concentratie) zaadcellen, de beweeglijkheid (motiliteit) van de zaadcellen en de proportie normaal gevormde zaadcellen (morfologie). Soms treffen we ook antilichamen tegen de eigen spermacellen aan in het ejaculaat.
Het volledige spermastaal moet opgevangen worden in een potje en binnen het uur na productie binnengebracht worden in het laboratorium. De hoeveelheid en beweeglijkheid van de zaadcellen is afhankelijk van de seksuele abstinentieduur (interval tussen de laatste ejaculatie en de collectie van het spermastaal), de tijdspanne tussen opvang en onderzoek van het staal en de temperatuur bij het transport. De beweeglijkheid van de zaadcellen neemt af met de tijd en door afkoeling. Daarom gelden volgende richtlijnen:
Is omwille van de afstand de afname thuis niet mogelijk, dan kan u het staal aanmaken in een aangepaste ruimte in het ziekenhuis.
Aangezien koorts of gebruik van bepaalde medicatie of (hormoon)supplementen de resultaten van de sperma-analyse kunnen beïnvloeden, is het belangrijk om dit te vermelden.
Omdat spermakwaliteit wisselend is wordt bij een afwijkend resultaat een tweede onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek gebeurt 4 tot 6 weken na het eerste onderzoek.