Lage rugpijn is één van de meest voorkomende gezondheidsproblemen in de westerse wereld. Voor de meeste mensen is het verloop hiervan acuut en onschuldig, maar bij een aantal personen houdt de pijn langdurig aan en wordt ze chronisch. Het aantal rugoperaties in België nam gedurende de laatste jaren sterk toe. Echter, zelfs na een anatomisch succesvolle operatie blijft 10% tot 40% van de patiënten kampen met pijnklachten, die vaak een hoge persoonlijke en economische kost met zich meedragen. De specifieke factoren die individuele verschillen in postoperatieve pijn, herstel en werkhervatting verklaren, zijn nog grotendeels onbekend.
In deze longitudinale, prospectieve studie trachten de onderzoekers voorspellers van werkhervatting na een rugoperatie te identificeren. Hiervoor zullen patiënten met lage rugpijn voor hun operatie een aantal vragenlijsten invullen en een computertaak uitvoeren. Postoperatief, alsook 6 weken, 1 maand, 3 maanden, 6 maanden en 12 maanden na de operatie, zullen ze opnieuw een aantal vragenlijsten invullen om de uitkomstvariabelen te meten.
VOORLOPIGE OUTCOME
Manuscripts
Masuy, R., Bamelis, L., Bogaerts, K., Depreitere, B., De Smedt, K., Ceuppens, J., Lenaert, B., Lonneville, S. Peuskens, D.M.J., Van Lerbeirghe, J., Van Schaeybroeck, P., Vorlat, P., Zijlstra, S., Meulders, A., & Vlaeyen, J.W.S. (2022). Generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a study protocol for a prospective study (WABS). BMC Psychology, 10(1). https://doi.org/10.1186/s40359-022-00736-5
Master theses
Lamberigts, E. Systematical review about the predictors of recovery and work resumption + meta-analyses. Master thesis at KU Leuven.
Oral presentations
Zijlstra, S. et al. (2022). WABS study: some lessons we've learned during these study. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2022, ZOL Genk
Masuy, R., Bamelis, L, Meulders, A., & Vlaeyen, J.W.S. (2021, October, 18). Work after back surgery: “FearedBack”: Generalization of pain-related fear and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery [oral presentation]. Centre For Translational Psychological Research TRACE, Genk, Belgium
Masuy, R., Bamelis, L, Meulders, A., & Vlaeyen, J.W.S. (2021, September, 13). "FearedBack": Generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: A prospective study [oral presentation]. Pain Research Meeting 2021, online symposium
Masuy, R. (2020, January). "FearedBack": generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Kick-Off symposium FearedBack study, LIZA, Genk
Masuy, R. (2020, January). "FearedBack": generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Research Master Day, Maastricht University, Maastricht, The Netherlands
Masuy, R. (2019, May). "FearedBack": generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Academic-clinician meeting on Pain, TRACE, ZOL, Lanaken
Masuy, R. (2019, March). "FearedBack": generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Asthenes Retreat, KU Leuven, Leuven
Masuy, R. (2019, January). "FearedBack": generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Research Master Day, Maastricht University, Maastricht, The Netherlands
Masuy, R., Meulders, A., Bamelis, L., Vlaeyen, J. (2018, oktober). "FearedBack”: Generalisatie van angst voor bewegingsgerelateerde pijn en vermijdingsgedrag als voorspellers van werkhervatting na een rugoperatie. Een prospectieve studie. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Poster presentations
Masuy, R., Lenaert, B., Bamelis, L., Vlaeyen, J., & Meulders, A. (2019, september). A computer-based fear-avoidance generalization task. Pain Research Meeting 2019, Groot-Bijgaarden
Masuy, R. (2019, March). "FearedBack": generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Expert Meeting on Avoidance Behavior, Pain and Fear, Leuven
Masuy, R., Meulders, A., Bamelis, L., Vlaeyen, J. (2018, september). "FearedBack": Generalization of fear of movement-related pain and avoidance behavior as predictors of work resumption after back surgery: a prospective study. Pain Research Meeting 2018, Lanaken
Rini Masuy, PhD student (KU Leuven)
Supervising team: dr. Ann Meulders (KU Leuven), dr. Lotte Bamelis (ZOL/TRACE), Prof.dr. Johan Vlaeyen (KU Leuven)
Local principal investigators: Dr. Diederik Peuskens (Neurochirurgie ZOL), Dr. Bart Depreitere (Neurochirurgie UZ Leuven), Dr. Peter Vorlat (Orthopedische chirurgie Mariaziekenhuis Overpelt).
Financial support by RIZIV, Kenniscentrum Arbeidsongeschiktheid.
Advisory Board: Prof.dr. Geert Crombez (UGent), Prof.dr. Lode Godderis (KU Leuven), Prof.dr. Marc Du Bois (KU Leuven), Dr. Peter Van Wambeke (UZ Leuven), Prof.dr. Philippe Mairiaux (Université de Liège), Prof.dr. Steven Linton (Örebrö University Stockholm)
Bij patiënten met persisterende radiculaire pijnproblemen wordt ruggenmergstimulatie (neurostimulatie) toegepast. Dankzij technologische vooruitgang zijn er binnen deze stimulaitie nieuwe stimulatiemodules ontwikkeld.
In deze studie wordt de effectiviteit van 1 van de nieuwere vormen, high density stimulation (HDS) bestudeerd in een replicated single case experimenteel design.
dr. Martine Puylaert (anesthesist Multidisciplinair Pijncentrum ZOL), prof.dr. Johan Vlaeyen (KU Leuven), Mobile Health Unit
Sommige patiënten met knie artrose blijft pijn ervaren, ondanks een maximaal conservatief behandeltraject. De definitieve oplossing, waarbij een totale knieprothese wordt geplaatst, is niet altijd aangewezen omwille van het inherente risico van deze ingreep. Daarnaast is deze behandeling ook niet altijd succesvol. Tot 20% van de patienten blijft immers pijn behouden na de plaatsing van een totale knieprothese. In deze studie wordt de effectiviteit onderzocht van een conventionele radiofrequente behandeling door de vergelijking te maken met een placebo procedure in een replicated single case experimenteel design.
dr. Thibaut Vanneste (ZOL Genk), Prof. dr. Jan Van Zundert (ZOL Genk/MUMC+), Prof.dr. Johan Vlaeyen (KU Leuven, Maastricht University)
Op de afdeling neonatologie van het ZOL wordt er onder leiding van dr. Van Hoestenberghe sinds enkele jaren een webapplicatie 'Stap voor Stap' gekoppeld aan de multidisciplinaire ziekenhuiszorg aangeboden aan ouders van premature kinderen . Deze webapplicatie voorziet informatie en extra duiding bij vragen van ouders, en wordt aangeboden op het tempo van het opgroeiende kindje, ook in de thuissituatie, tot de leeftijd van 2 jaar.
Omdat Dr. Van Hoestenberghe en haar team de meerwaarde van de app wensten te evalueren en benieuwd waren naar de invloed hiervan op ouderlijke factoren (zoals bvb. gevoelens van onzekerheid en autonomie, stress bij ouders,...), werd binnen TRACE een samenwerking opgestart met Prof.dr. Karla Van Leeuwen (vakgroep Gezins en Orthopedagogiek, KULeuven). Sinds februari 2015 worden bij een grote groep ouders van premature kinderen (opgedeeld in een groep die de webapplicatie wèl ontving en een groep die de applicatie niet kreeg) heel wat ouderlijke factoren op structurele wijze bevraagd op vooraf vastgelegde tijdstippen. De meeste van deze kinderen worden ook opgevolgd in de Ontwikkelingsraadpleging van het ZOL, waardoor ook de mogelijke invloed van aandacht voor ouderlijke factoren op ontwikkelingsuitkomsten van het kind in de studie konden worden meegenomen.
Intussen zijn de eerste baby's die in de studie geïncludeerd werden 5 jaar oud, en komen zij een laatste keer samen met hun ouders langs in het ziekenhuis. De dataverzameling wordt naar verwachting in de loop van 2022 afgerond, waarna analyses zullen volgen.
VOORLOPIGE OUTCOME
Master and bachelor theses
Jacobs, E. (2022). Ouderlijke stress- en competentiebeleving: longitudinaal onderzoek naar opvoedingsbeleving van ouders bij prematuur geboren kinderen. KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen. Masterthesis KU Leuven, beschikbaar via KU Leuven catalogus
Nagels, M., Rutten, A., Trop, M., Vastmans, E. (2019, juni). Een LAST-ige start. Factoren van ouderlijke stress en de invloed hiervan op hun premature baby. Bachelor thesis, Universiteit Hasselt, Faculteit Geneeskunde & Levenswetenschappen
Adriaensen Elien (2018). Analyse van de effectiviteit van de ondersteuning van ouders van premature baby's op de ontwikkelingsuitkomsten. Master thesis KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, beschikbaar via KU Leuven catalogus (limo.libris.be)
Houben, Pauline (2018). De beleving van ouders met een premature baby. Master thesis KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, beschikbaar via KULeuven catalogus (limo.libris.be)
Vandensande, Ans (2018). Analyse van het gebruik van de applicatie 'Stap voor stap' ter ondersteuning van ouders met een premature baby. Master thesis KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, beschikbaar via KULeuven catalogus (limo.libris.be)
De Ferm, A., Mariën, C., Remels, I., Wuyts, E. (2018, juni). De impact van ouderlijke stressbeleving op de ontwikkeling van prematuur geboren kinderen. Bachelor thesis Universiteit Hasselt, Faculteit Geneeskunde & Levenswetenschappen
Plessers, Liesbeth (2017, juni). Stap voor Stap: een eerste analyse van de effectiviteit van de ondersteuning van ouders van premature baby's. Master thesis KU Leuven, Faculteit Psychologie é Pedagogische Wetenschappen, beschikbaar via KU Leuven catalogus (limo.libris.be)
Mahy, Jane (2016). Te vroeg: stressbeleving en empowerment bij ouders van te vroeg geboren baby's. Masterthesis KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, beschikbaar via KU Leuven catalogus (limo.libris.be)
Oral presentations
Van Hoestenberghe, M. R. (2022). Stap voor stap: Een mobiele applicatie om ouders van premature kinderen te ondersteunen. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2022, ZOL Genk
Van Hoestenberghe, M.R. (2019, maart). How do families cope with premature birth? Oral presentation at the 14th International Conference on Neonatology and paediatrics, London, UK
Van Hoestenberghe, M.R. (2018, oktober). “Step by step”: an age-linked webapplication to support parents of premature born children. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Van Hoestenberghe, M.R., Bamelis, L., Marguglio, A., & Van Leeuwen, K. (2018, maart). Can an age-linked webapplication supporting parents of premature babies during 2 years, have an impact on the child's later development? BVK/SPB Congres, Gent
Van Hoestenberghe, M.R. (2017, februari). Stap voor stap: family coaching. Presentatie op het 3e Verpleegkundig Symposium: Topzorg in de neonatale wereld. VINZ (Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen). Affligem
Van Hoestenberghe, M.R. (2017, september). Step by step: an age-linked webapplication to support parents of premature born children. 5th SCENE Symposium (Separation and Closeness Experiences in the Neonatal Environment), Gent
Van Hoestenberghe, M.R. (2017, november). Step by step: an age-linked webapplication to support parents of premature born children. Limburgse Stuurgroep TRACE, 24-11-17, Genk
Van Hoestenberghe, M.R. (2016, november). Samen op weg, Stap voor Stap. Studiedag 'Mag het iets meer zijn? Nood aan zorg voor het premature gezin', Vlaamse Vereniging voor Ouders van Couveusekinderen, Leuven
Poster presentations
Depoorter, L., Van Leeuwen K., & Van Hoestenberghe, M.R. (2019, november). Parental support systems post-NICU-discharge, a Belgium experience. Poster Presentation at the 7th SCENE Symposium (Separation and Closeness Experiences in the Neonatal Environment), Budapest, Hungary
Van Hoestenberghe, M.R., Haesen, M., Van Leeuwen, K. (2019, maart). How do families cope with premature birth? Poster Presentation at the 47th congress of the Belgian Pediatrics Association.
Van Hoestenberghe, M.R., Marguglio, A., Bruneel, E., Bamelis, L. & Van Leeuwen, K. (2018, maart).An age-linked web application to support parents of premature born children during and after the NICU-hospitalization and to optimize the psychomotor development of the child? BVK/SPB Congres, Gent
Dr. M. Van Hoestenberghe (neonatologe ZOL), Prof. Dr. Karla van Leeuwen (KU Leuven, Gezins & Orthopedagogiek), dr. Lotte Bamelis (ZOL/TRACE)
Na een beroerte ervaren sommige patiënten een atypische prikkelgevoeligheid (bvb. een overgevoeligheid voor licht of geluid). Het hoofddoel van deze studie is het bestuderen van de gedragsmatige en neurale mechanismen van deze atypische subjectieve prikkelgevoeligheid. Specifiek kijken wij naar de relatie tussen subjectieve klachten van verhoogde prikkelgevoeligheid en cognitie (voornamelijk aandacht) alsook letsellocatie en -grootte. Daarnaast zijn we geïnteresseerd in de impact op het dagelijkse leven van een atypische prikkelgevoeligheid.
In deze multi-site studie worden in totaal 150 patiënten (ZOL, UZLeuven, Revarte) gerecruteerd. Enkel patiënten die zich in de (sub)acute fase na beroerte bevinden (maximaal 3 maanden na een beroerte) worden geïncludeerd.
VOORLOPIGE OUTCOME
Manuscripts
Thielen, H., Tuts, N., Welkenhuyzen, L., Huenges Wajer, I., Lafosse, C., & Gillebert, C. R. (2022). Sensory sensitivity after acquired brain injury: A systematic review. Journal of neuropsychology, 00, 1– 31. https://doi.org/10.1111/jnp.12284
Oral presentations
Thielen, H., & Welkenhuyzen, L. (2022). Overprikkeling na een niet-aangeboren hersenletsel. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2022, ZOL Genk
Thielen, H., Welkenhuyzen, L., Tuts, N., Huenges Wajer, I.M.C., Lafosse, C., Lemmens, R., Wibail, A., Gillebert, C.R. (2022). The Multi-Modal Evaluation of Sensory Sensitivity (MESSY): how to assess a commonly missed stroke symptom, Barcelona, 8 July 2022
Thielen, H., Palmans, E., & Tuts, N. Cognitieve gevolgen van niet-aangeboren hersenletsels. Presentatie voor patiënten en mantelzorgers n.a.v. Dag van de Beroerte, 17 mei 2022 (Lanaken, ZOL)
Thielen, H., Welkenhuyzen, L., Tuts, N., Lafosse, C, Lemmens, R., Wibail, A., & Gillebert, C.R. (2021). Multi-modal evaluation of sensory sensitivity after stroke: how to assess a commonly missed stroke symptom. Presented at the Annual Meeting of the Organisation for Psychological Research into Stroke, 17 September 2021.
Thielen, H., Welkenhuyzen, L., Lafosse, C., & Gillebert, C.R. (2020). Sensorische sensitiviteit na een niet-aangeboren hersenletsel. Presented at a translation meeting on sensory sensitivity organized by the University of Maastricht, Virtual meeting, 12 Nov 2020
Thielen, H., Welkenhuyzen, L., Lemmens, R., Wibail, A., Lafosse, C., & Gillebert, C.R. (2020). Stroke survivors experience a reduced quality of life as a result of atypically high sensory sensitivity. Presented at the Leuven Brain Institute Meeting, Virtual meeting, 10 Nov 2020
Thielen, H., Welkenhuyzen L., Lafosse, C., & Gillebert, C.R. (2020, August). Sensory sensitivity after acquired brain injury: a multi-level analysis. Oral presentation at the FESN Summer School
Thielen, H., Welkenhuyzen, L., Lemmens, R., Wibail, A., Lafosse, C., & Gillebert, C. R. (2020). Post-stroke atypical sensory sensitivity is a clinically important symptom. Oral presentation at the 3rd Belgian Scientific Stroke Workshop
Poster presentations
Thielen, H., Lafosse, C. & Gillebert, C.R. (2020). Post-stroke sensory sensitivity reduces quality of life: exploratory data. Poster presented at the International Neuropsychological Society Mid-year Conference
Hella Thielen (Neuropsychology Lab KU Leuven), prof.dr. Céline Gillebert (Neuropsychology Lab, KU Leuven), Lies Welkenhuyzen (Neuropsychologe ZOL), dr. Wibail (Neurologie, ZOL), Nora Tuts (Neuropsychology Lab KU Leuven)
Heupartrose is wereldwijd een belangrijke oorzaak van pijn en beperkingen in het dagelijkse leven, en de toenemende prevalentie heeft geleid tot een enorme toename in het aantal totale heupprotheses (THP). De structurele en klinische manifestatie van heupartrose vertoont een grote heterogeniteit, en bovendien ervaart 20-25% van de personen met heupartrose nog pijn en beperkingen in activiteiten na een THP. De pijn die personen met heupartrose voor en na een THP ervaren kan niet enkel verklaard worden door biomedische factoren. Onderzoek heeft aangetoond dat de structurele schade aan het heupgewricht namelijk niet altijd overeenkomt met de pijnintensiteit die deze personen ervaren. Daarom is er een toenemende belangstelling voor de onderliggende pijnmechanismen en de beïnvloedende rol van fysiologische, psychologische en sociale variabelen. Steeds meer onderzoek toont een veranderde pijnverwerking aan bij personen met osteoartrose. Kwantitatieve sensorische testen (QST) worden daarom gebruikt als een psychofysiologische methode om personen met heupartrose te profileren op basis van de betrokken perifere en centrale pijnmechanismen. Deze mechanische pijnprofilering is een veelbelovende methode gebleken om de uitkomsten van pijn en invaliditeit na totale gewrichtsprotheses te voorspellen. Wat betreft de beïnvloedende rol van psychologische factoren is aangetoond dat maladaptieve pijn-gerelateerde cognities en emoties geassocieerd zijn met de pijnverwerkingsmechanismen. Ook angstsymptomen, die veel voorkomen bij personen met heupartrose, zijn geassocieerd met de pijn en beperkingen die deze personen kunnen ervaren. Minder evidentie bestaat er echter omtrent de invloed van traumatische gebeurtenissen op de pijnverwerking bij personen met heupartrose die een THP krijgen.
Om de complexiteit en heterogeniteit van heupartrose te ontrafelen, tracht de HIPPROCLIPS-trial klinische fenotypes of subgroepen te identificeren, gebaseerd op deze biopsychosociale factoren. Deze klinische fenotypes zouden de basis kunnen vormen voor geïndividualiseerde zorgpaden, met potentiële verbetering van de klinische uitkomsten. Daarnaast focust dit onderzoek op de voorspellende rol van biopsychosociale factoren, waaronder ook traumatische ervaringen, mentale comorbiditeiten, en betrokken pijnmechanismen, op uitkomsten gerelateerd aan pijn en beperkingen na een THP bij personen met heupartrose. Kennis over prognostische factoren kan zorgverleners de mogelijkheid geven om personen te identificeren met een verhoogd risico op een slecht resultaat, wat op zijn beurt weer kan leiden tot aangepaste zorgpaden.
Prof.dr. Annick Timmermans ( Reval UHasselt), PhD student Abner Sergooris (Reval UHasselt), prof.dr. Katleen Bogaerts (Reval UHasselt), dr. Maaike Van den Houte (Reval UHasselt), prof.dr. Kristof Corten (UHasselt, Orthopedie ZOL)
Deze studie tracht antwoord te vinden op de vraag of de aanwezigheid van hyperventilatie bij chronische lage rugpijn gerelateerd is aan objectiveerbare hypocapnie dan wel aan subjectieve beleving van hyperventilatiesymptomen. Bovendien zal onderzocht worden of er een verband is tussen hyperventilatiesymptomen in deze populatie pijnpatiënten en andere factoren zoals psychologische karakteristieken of verminderde capaciteit om het evenwicht in rechtopstaande houding te bewaren. Ook zal het effect van emotional imagery op lichaamshouding bij deze populatie bestudeerd worden.
Voor deze studie worden 2 groepen patiënten met lage rugpijn gerecruteerd (met en zonder bijkomende hyperventilatieklachten), alsook 1 groep gezonde gematchte controlepersonen. Zij zullen allen uitgenodigd worden in het REVAL-instituut, waar ze deelnemen aan klinische tests en vragenlijsten invullen.
OUTCOME
Oral presentations
Van Wesemael, S. (2022, oktober). HELPB studie: hyperventilatie en lage rugpijn. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2022, ZOL Genk
Janssens, L. (2018, oktober). Hyperventilatie en lage rugpijn. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
prof.dr. Lotte Janssens (REVAL UHasselt), Sofie Van Wesemael (PhD studente, REVAL UHasselt), prof.dr. Katleen Bogaerts (REVAL UHasselt), dr. Nina Goossens (postdoc, REVAL UHasselt), dr. Remco Baggen, (postdoc, REVAL UHasselt), dr. Ann Van Goethem (ZOL Multidisciplinair Pijncentrum), paramedisch therapeuten (David Back revalidatie ZOL)
Na een niet-aangeboren hersenletsel ervaren sommige patiënten een atypische prikkelgevoeligheid (bvb. een overgevoeligheid voor licht of geluid). Het hoofddoel van deze studie is het bestuderen van de gedragsmatige en neurale mechanismen van deze atypische subjectieve prikkelgevoeligheid. Specifiek kijken wij naar de relatie tussen subjectieve klachten van verhoogde prikkelgevoeligheid en cognitie (voornamelijk aandacht) alsook letsellocatie en -grootte. Ten slotte zullen wij, voor het onderzoeken van de neurale mechanismen van subjectieve sensorische sensitiviteit MRI beeldvorming van de hersenen verzamelen (zowel structurele als functionele MRI).
In deze multi-site studie (ZOL, UZ Leuven) worden in totaal 50 participanten met een niet-aangeboren hersenletsel en 50 gezonde volwassenen gerekruteerd. De participanten met een hersenletsel patiënten moeten medisch stabiel zijn en mogen in de maand voor inclusie in de studie niet meer opgenomen zijn in een ziekenhuis of een revalidatiecentrum.
Prof. Dr. Céline R. Gillebert (KU Leuven), Prof. Dr. Stefan Sunaert (UZ Leuven), MSc. Lies Welkenhuyzen (ZOL, KU Leuven), Prof. Dr. Christophe Lafosse (RevArte), Dr. Sofie van Cauter (ZOL), Dr. Dirk Liessens (UZ Leuven), Dr. Peter Hallet (ZOL), Guy Lorent (UPC Sint-Kamillus), MSc. Hella Thielen (KU Leuven), Nora Tuts (Neuropsychology Lab KU Leuven)
Bijna tien jaar lang werd op de dagkliniek psychiatrie van het ZOL een multidisciplinair groepsprogramma aangeboden aan patiënten met somatoforme klachten type fibromyalgie en/of CVS, chronische pijn,... De afname van vragenlijsten op verschillende meetmomenten zat verweven in dit groepsprogramma en gaf een indicatie van de evolutie van elke afzonderlijke patiënt. In deze studie werden de individuele resultaten ook op groepsniveau geanalyseerd.
OUTCOME
Manuscripts
Van Den Houte, M., Luyckx, K., Van Oudenhove, L., Bogaerts, K., Van Diest, I., De Bie, J., Van den Bergh, O. (2017). Differentiating progress in a clinical group of fibromyalgia patients during and following a multicomponent treatment program. Journal of Psychosomatic Research, 98, 47-54
Master theses
Gilio, C., & Verdickt, S. (2021). Differentiating progress in a clinical group of fibromyalgia patients with or without the experience of childhood trauma following a multidisciplinary treatment program. Duo Master thesis, Uhasselt
Oral presentations
Van Den Houte, M. (2018, oktober). Behandeleffecten en natuurlijk verloop bij fibromyalgiepatiënten. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Van Den Houte, M. (2016). Treatment effects and illness course in fibromyalgia: a questionnaire study, Lunchseminarie ZOL Genk
Van Den Houte, M. (2016). Treatment effects and illness course in fibromyalgia: a questionnaire study. Presentatie dagkliniek Psychiatrie, ZOL Genk
Van Den Houte, M., Swennen, L., Bogaerts, K., Van Oudenhove, L., Van Diest, I., & Van den Bergh, O. (2016). Childhood trauma, perfectionism, and pain severity in fibromyalgia patients. Pain Research Meeting. Marburg, Germany.
drs. Maaike van den Houte, prof.dr. Omer van den Bergh, rof.dr. Ilse Van Diest, dr. Katleen Bogaerts, Vakgroep Gezondheidspsychologie KU Leuven Mevr. Karine Kellens (psychologe ZOL), dr. Jef De Bie (liaisonpsychiater ZOL)
In het kader van een Europees onderzoeksproject wordt er in KU/UZ Leuven een mobiele applicatie (app) ontwikkeld om kinderen voor te bereiden op een MRI-scan. Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) neemt sinds dit jaar ook deel aan dit project. Momenteel worden jonge kinderen nog vaak gesedeerd of gebeurt de voorbereiding in verschillende ziekenhuizen op een andere manier. In het COSMO@HOME project willen we nagaan of we de kinderen ook thuis kunnen voorbereiden d.m.v. een educatieve digitale app. Deze app bevat verschillende modules met spelletjes en oefeningen zodat de kinderen ook thuis al spelenderwijs voorbereid kunnen worden op hun naderende MRI-scan. Zo zal het kind terwijl hij/zij de app gebruikt al kunnen wennen aan het typische lawaai van de scanner en leren stilliggen, zoals dat nodig is gedurende de scan. Sommige modules maken ook gebruik van augmented reality (AR) om het effect van de training zo groot mogelijk te maken en de kinderen optimaal voor te bereiden.
Dit jaar vindt een multicentrische studie plaats in UZ Leuven, ZOL Genk, Jessa ziekenhuis Hasselt en AZ Sint-Jan Brugge. We beogen met deze studie een 50-tal kinderen voor te bereiden op hun MRI-scan d.m.v. de app. Daarna zullen kind en ouders bevraagd worden over de inhoud en gebruiksvriendelijkheid van de app. Ook zal nagegaan worden welke effecten deze voorbereiding heeft op het angstniveau, de bereidwilligheid en tevredenheid van kind en ouder.
OUTCOME
Poster presentation
Geuens, S., Nauts, S., Abdelrazeq, A., Aertsen, M., Buyse, G., Demaerel, P., Lemiere, J., Nijs, J., Pauwels, G., Potoms, M., Privender, S., Sauer, K., Sjölinger, M., Stahl, O., Treunen, M., Van Cauter, S., Wouters, L., Weyn, B. (2022). What do children need to learn from an MRI-scan? Gamification of learning goals into the Cosmo@home app. Presentation at the 31st Annual ISMRM (International Society for Magnetic Resonance in Medicine) meeting, Londen, UK
Oral presentation
Geuens, S. et al. (2022). Cosmo@Home: preparing children for an awake MRI scan. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2022, ZOL Genk
In het Multidisciplinair Pijn- en Revalidatiecentrum op campus Sint Barbara worden uiteenlopende behandelmodules aangeboden aan patiënten met (chronische) pijnklachten. Enthousiast door positieve resultaten van exposure in vivo (variant van cognitieve gedragstherapie) bij deze patiëntenpopulatie elders, ontstond bij het ZOL-behandelteam de behoefte om deze therapievorm te leren beheersen en implementeren. Vanaf het najaar van 2013 is een delegatie van het ZOL getraind door exposure-experts van het Academisch Ziekenhuis van Maastricht (MUMC), en intussen werden reeds heel wat patiënten succesvol met exposure behandeld. Het ZOL-team (revalidatie-arts Dr. Ann van Goethem, psycholoog Mathijs Teppers, kinesitherapeute Sylvie Maninfior en ergotherapeute Vivi Gielkens) werkten mee aan de verzameling van patiëntgegevens om het verloop van de therapie en effectiviteit van de aangeboden training te kunnen evalueren.
Er werd bijkomend een single case-studie opgezet rond de toevoeging van de COPM (Canadian Occupational Performance Measure) aan het behandelprotocol, maar dit studieproject kon nooit echt starten.
OUTCOME
Oral presentations
Teppers, M. (2017, mei). Exposure bij chronische lage rugpijn patiënten in het Multidisciplinair Pijncentrum in ZOL: wat doen wij en wat kan u ervan verwachten? Presentatie tijdens Symposium 'Psychologie; de black box ontrafeld'. TRACE, ZOL Genk
Dr. Ann van Goethem, dr. Martine Puylaert, dhr. Mathijs Teppers, Mevr. Sylvie Maninfior, Mevr. Vivi Gielkens (exposure team ZOL) prof.dr. Johan Vlaeyen (KU Leuven, Maastricht University), dr. Jeroen de Jong (Maastricht University)
Sedert enkele jaren wordt bij bepaalde oncopopulaties in het ZOL (borst-, hersen- en prostaatcarcinomen) gebruik gemaakt van de Distress Barometer. Deze vragenlijst brengt psychosociale klachten in kaart en wordt gebruikt als diagnostisch screeningsinstrument voor eventuele verdere opvolging door een hulpverlener. Op verschillende tijdstippen wordt de vragenlijst aan patiënten aangeboden (6 weken na diagnose, na 6 maanden, 1 jaar etc).
In deze studie werden een interview- en een schriftelijke afnamevariant van de Distress Barometer bij dezelfde patiënten vergeleken. Deze studie werd ingebed in de wetenschappelijke KLIMOP studie enerzijds, en de klinische praktijk van het Ziekenhuis Oost-Limburg anderzijds. Aan dit onderzoek namen 60 patiënten deel.
OUTCOME
Manuscript
Steegmans, S., Van den Akker, M., De Burghgraeve, T., Markovitz, S., Bamelis, L., & Buntinx, F. The distress barometer as a screening instrument for psychosocial complaints in patients with breast cancer: Comparison of different assessment methods. Unpublished manuscript.
Mevr. Svenja Steegmans (intern ZOL), Prof. Dr. Frank Buntinx (KU Leuven, Maastricht University); dr. Marjan Van den Akker (KULeuven, Maastricht University), dr. Tine Deburghgraeve (KULeuven, Maastricht University), Mevr. Sabine Markovitz (psychologe ZOL)
In haar doctoraatsonderzoek (kaderend binnen het Limburg Clinical Research Program) bestudeerde Ingrid Meex de invloed van cerebrale saturatie tijdens een chirurgische ingreep. Naast neurologische outcome werden met behulp van psychologe Lies Welkenhuyzen en professor Lafosse (KU Leuven) ook neuropsychologische (cognitieve) uitkomstmaten verzameld en onderzocht.
OUTCOME
Manuscripts
Meex, I., Welkenhuyzen, L., Berden, N., Genbrugge, C., vander Laenen, M., Heylen, R., Anné, L., Truijen, J., De Deyne, C., Lafosse, C., Jans, F. Does low cerebral oxygen saturation during surgery in beach chair position result in a decrease in neurocognitive function in the immediate post-operative period? A comparison of patients operated in the lateral decubitus position. Unpublished manuscript.
Oral presentations
Welkenhuyzen, L. (2014, december). De relatie tussen perioperatieve cerebrale saturatie en postoperatieve cognitieve dysfuncties (POCD), Lunchseminarie TRACE, ZOL Genk
Poster presentations
Meex, I., Welkenhuyzen, L., Anné, L., Truijen, J., Genbrugge, C., Heylen, R., De Deyne, C., Lafosse, C., Jans, F. (2014). Cerebral oxygenation and neurocognitive outcome after arthroscopic shoulder surgery. Poster presented at EuroNeuro Congres, Istanbul, Turkije
dr. Ingrid Meex (LCRP), Mevr. Lies Welkenhuyzen (neuropsychologe ZOL), Prof.dr. Jans (ZOL/UHasselt), Prof.dr. De Deyne (ZOL, UHasselt) Prof. Dr. Christophe Lafosse (KU Leuven)
In de PREMOM I (Pregnancy Remote Monitoring) studie werden zwangeren die tot een hoogrisicogroep behoren voor het ontwikkelen van gestationele hypertensieve aandoeningen van nabij opgevolgd via telemonitoring. Doordat zij twee maal per dag hun bloeddruk controleerden en een stappenteller continu droegen, werden parameters (bloeddruk, bewegings- en activiteitenpatroon, gewicht) geregistreerd en dagelijks nagekeken door een vroedkundige. Vroege detectie van eventuele problemen bij de zwangere in de thuissituatie was hierdoor mogelijk.
Tijdens de PREMOM studie werd duidelijk dat de therapietrouw sterk verschilde tussen de zwangeren onderling. In deze studie werd gekeken of er een relatie was tussen therapietrouw enerzijds, en specifieke psychologische factoren anderzijds (hechting, angst, depressie, perfectionisme, catastroferen). Daartoe werd aan de vrouwen gevraagd op twee vaste tijdstippen (bij het startmoment in de studie en op 32 weken zwangerschap) enkele zelf-rapportage vragenlijsten in te vullen.
Resultaten toonden in de groep vrouwen met gemiddelde therapietrouw meer angst en depressie, negatievere cognities en een onveilige hechtingsstijl; zeker in vergelijking met de groep vrouwen met hoge therapietrouw. De groep vrouwen met lage therapietrouw scoorde hoger dan de andere groepen op ander-georiënteerd perfectionisme.
OUTCOME
Manuscripts
Lanssens, D., Vandenberk, T., Storms, V., Thijs, I.M., Grieten, L., Bamelis, L., Thang, E., Luyten, P., & Gyselaers, W. Changes in intrapersonal factors of patients in the PREMOM study who are at risk for pregnancy induced hypertension. Journal of Medical Internet Research (2022). http://doi.org/10.2196/preprints.42686
Vandenberk, T., Lanssens, D., Storms, V., Thijs, I.M., Bamelis, L., Grieten, L., Gyselaers, W., Thang, E., & Luyten, P. (2019) Relationship between adherence to remote monitoring and patient characteristics: observational study in women with pregnancy-induced hypertension. JMIR MHealth, UHealth, 7(8): e12574
Bachelor thesis
Leliaert, A., & Thijs, J. (2017, mei). Teletrouw: communicatiemiddelen die de therapietrouw verhogen bij telemonitoring. PXL, Opleiding Vroedkunde, bachelorproef
Oral presentations
Lanssens, D., Vandenberk, T., Bamelis, L., Gyselaers, W., Tang, E., Luyten, P. (2018, oktober). Telemonitoring bij zwangeren met verhoogd risico op gestationele hypertensieve aandoeningen: invloed van psychologische factoren in compliance. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA Genk
drs. Dorien Lanssens (Department of Gynaecology ZOL, Mobile Health Unit UHasselt), drs. Thijs Vandenberk (Mobile Health Unit UHasselt), dr. Valerie Storms (Mobile Health Unit, UHasselt, Future Health Department ZOL), dr. Inge Thijs (Mobile Health Unit UHasselt, Future Health Department ZOL), dr. Lars Grieten (Mobile Health Unit UHasselt), Prof.dr. Wilfried Gyselaers (Mobile Health Unit and Department of Physiology UHasselt, Department of Gynaecology ZOL), Eileen Tang (Faculty of Psychology and Educational Sciences, KULeuven), Prof.dr. Patrick Luyten ( Faculty of Psychology and Educational Sciences, KU Leuven, Research Department of Clinical, Educational and Health Psychology, University College London), dr. Lotte Bamelis (TRACE)
In deze studies werd de rol van resilience (mentale veerkracht) bestudeerd in het aanpassingsproces van patiënten die geconfronteerd werden met borstkanker. Patiënten die deelnamen aan deze studie werden gerekruteerd via de borstverpleegkundigen van het ZOL en gedurende verschillende jaren gevolgd.
OUTCOME
Manuscripts
Van Noyen, L., Markovitz, S., Broers, N., & Peters, M.L. (2022). Prevalence and predictors of psychological distress in women diagnosed with breast cancer and women without breast cancer: a prospective study of psychological risk and resilience factors. Journal of Psychosocial Oncology Research and Practice, 4:4
Markovitz, S.E., Schrooten, W., Arntz, A. & Peters, M. (2015) Resilience as a predictor for emotional response to the diagnosis and surgery in breast cancer patients. Psycho-oncology, 24(12): 1639-45
Markovitz, S. De rol van mentale veerkracht bij borstkankerpatiënten, ZOLARIUM 2015; jaargang 15, nr 58, 30-31
Markovitz, S.E., Peters, M.L., Schrooten, W., & Schouten, E. Psychometrische evaluatie van de CD-Risk in een Nederlandstalige populatie: een multi- of unifactorieel meetinstrument om veerkracht te meten? Tijdschrift voor Klinische Psychologie 2014; 44(11), 55-68
Oral presentations
Markovitz, S. (2015, januari). Outcome eerste analyses resilience project. Sectie-overleg Behavioural Medicine Maastricht University, Maastricht
Markovitz, S. 2015, februari). Vlaamse Liga tegen Kanker: outcome eerste analyses en longitudinale dataset
Markovitz, S. (2015, maart). Cédric Hèle instituut: outcome eerste analyses en longitudinale datset
Markovitz, S. (2014, december). De rol van resilience in de verwerking van borstkanker, Lunchseminarie ZOL, Genk
Mevr. Sabine Markovitz (Oncopsychologe ZOL) Prof. Dr. Madelon Peeters (Maastricht University) Prof. Dr. Ward Schrooten (University of Dundee (USA), UHasselt)
Spatiëel neglect komt voor bij 25 tot 30% van de patiënten die hersenschade ondervinden na een beroerte. De nood aan effectieve interventies hierrond is hoog. In deze studie werd onderzocht of sensorische stimulatie (auditief & visueel) een effectieve interventie zou kunnen zijn om de aandachtscontrole te kunnen verhogen. Daarnaast werd het cognitief profiel van deze patiënten in kaart gebracht met enkele neuropsychologische testen.
OUTCOME
Oral presentations
Huygelier, H. (2018, oktober). Het effect van audiovisuele stimulatie op spatiële aandacht bij mensen met hersenschade na een beroerte. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Huygelier, H., van Ee, R., Wagemans, J., & Gillebert, C. (2017). Can synchronous multisensory looming stimuli bias attentional weights? Vision Science Society. St. Pete Beach (FL), USA.
Dr. Céline Gillebert (KU Leuven), drs. Hanne Huyghelier (KU Leuven), Mevr. Brenda Schraepen (KU Leuven) Mevr. Lies Welkenhuyzen (Neuropsychologe ZOL), Dr. Dirk Mergeay (ZOL)
Tussen 2014 en 2016 namen patiënten die een respiratoir revalidatieprogramma volgden in het ZOL deel aan een studie naar de invloed van verschillende denkstijlen op de effectiviteit van het revalidatieprogramma. Onder andere de aanwezigheid en veranderlijkheid van catastrofale gedachten over ademnood en fysieke activiteit werden bestudeerd.
OUTCOME
Master theses
Peters, Helena (2016, juni). De invloed van opvattingen over ademnood op de uitkomst van respiratoire revalidatie bij patiënten met COPD. KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, masterthesis beschikbaar via de KU Leuven catalogus (limo.libris.be)
Oral presentations
Janssens, T. (2018, oktober). Opvattingen over ademnood en fysieke activiteit. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Janssens, T., Coenen, A., Daenen, M., & Van den Bergh, O. (2017). Negative beliefs about dyspnea and physical activity: cross-lagged associations with outcome of pulmonary rehabilitation in COPD. Oral presentation at the International Society of the Advancement of Respiratory Psychophysiology, September 2017, Lille, France
Janssens, T. (2016, december).Angst voor ademhalingsklachten en fysieke activiteit: is er een verband met het succes van respiratoire revalidatie? Lunchseminarie TRACE, ZOL, Genk
Dr. Thomas Janssens (KU Leuven) Mevr. An Coenen (psychologe ZOL), Dr. Marc Daenen (pneumoloog ZOL)
De Neuroprotect trial is een multicentrische gerandomiseerde gecontroleerde studie waarin een neuroprotectieve hemodynamische optimalisatiestrategie werd vergeleken met standaard therapie bij patiënten die een hartstilstand hebben gehad. Naast biomedische outcome werd ook het effect van de therapievormen op neuropsychologische outcome bestudeerd. Hiertoe werd bij de geïncludeerde patiënten een neuropsychologische testbatterij afgenomen.
OUTCOME
Oral presentations
Gillebert, C., Ameloot, K., Coenen, A. (2018, oktober). Neuroprotect: effect van optimalisatie van de zuurstofvoorziening van de hersenen bij overlevers na reanimatie op neuropsychologische outcome. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Dr. Koen Ameloot, Prof.dr. Jo Dens (UHasselt, ZOL), drs. Joren Maeremans (LCRP, UHasselt), Dr. Céline Gillebert (KU Leuven), Mevr. An Coenen (klinisch psychologe ZOL)
Het doel van deze studie was mogelijke factoren te onderzoeken die een rol kunnen spelen in de mate van tevredenheid met betrekking tot de resultaten en de randfenomenen van een lensimplantaat bij cataract. Medische parameters (kwaliteit van de operatie) kunnen het verschil tussen tevreden en ontevreden patiënten onvoldoende verklaren, vandaar werden ook psychologische factoren bestudeerd. Aan patiënten werd gevraagd voorafgaand aan de operatie en 3 maanden na afloop van de operatie een aantal zelf-rapportage vragenlijsten in te vullen die peilen naar persoonlijkheidsfactoren en de mate van perfectionisme.
In deze studie werden uiteindelijk te weinig patiënten geïncludeerd, waardoor werd besloten geen verdere data-analyses te doen.
Dr. Ivo Nijs (ZOL) dr. Katrijn Brenning (Ghent University)
In het kader van de doctoraatsprojecten van Ingrid Meex/Cornelia Genbrugge (Limburg Clinical Research Program), werden na een hartstilstand gereanimeerde patiënten medisch opgevolgd. Als onderdeel van de opvolging gebeurde ook een klinisch neuropsychologische follow up. Tot nu toe gebeurde het zelden dat cognitieve outcome gerelateerd werd aan acute opvang (reanimatie) van een hartstilstand.
In deze studie werden uiteindelijk te weinig patiënten geïncludeerd, waardoor uiteindelijk werd besloten geen verdere data-analyses te doen.
dr. Ingrid Meex, dr. Cornelia Genbrugge, , Prof.dr. De Deyne, Prof.dr. Dens, Prof.dr. Jans en Dr. De Boer (Limburg Clinical Research Program, UHasselt, ZOL) Mevr. Lies Welkenhuyzen (neuropsychologe ZOL)
In de behandeling van diabetes mellitus is het van cruciaal belang dat patiënten hun bloedglucosewaarden frequent monitoren, en dat de hoeveelheid ingespoten insuline afgestemd is op de huidige bloedglucosewaarden. Tegenwoordig wordt de traditionele vingerprikmethode vaak vervangen door een flash-meetmethode, waarbij een sensor ter grootte van een muntstuk permanent wordt gedragen op de bovenarm. De glucosewaarden kunnen op ieder moment gemeten worden door de sensor te scannen, bovendien kan steeds 8 uur aan glucosegeschiedenis weergegeven worden. Hoewel deze technologie therapietrouw lijkt te stimuleren, leert de klinische ervaring dat dit effect lijkt af te nemen nadat het systeem een tijd (+- een jaar) in gebruik is. Gezien de populariteit van deze technologie en gezien het cruciaal belang van glucosemonitoring in zelfmanagement van diabetes type 1, is het doel van dit onderzoek om na te gaan welke factoren bijdragen aan (het gebrek aan) therapietrouw bij diabetespatiënten die de flash-meetmethode gebruiken.
Concreet wordt therapietrouw van diabetespatiënten bestudeerd over de periode van een jaar tijd. Er wordt onderzocht wat de voornaamste redenen zijn voor therapie-ontrouw, en welke factoren (demografisch, klinisch of psychologisch) therapie(on)trouw voorspellen.
OUTCOME
Master theses
Nuyts, E., & Vastmans, M. (2022). The influence of the need for control on treatment compliance in patients with Diabetes Mellitus. (Masterthesis, Universiteit Hasselt, Hasselt, België)
Boden, L., & Ma Ja, L. (2021). Therapietrouw bij diabetespatiënten gebruikmakend van FreeStyle Libre. (Masterthesis, Universiteit Hasselt, Hasselt, België).
Ghoos, L. & Verheyen, L. (2020). Therapietrouw bij bloedglucosemonitoring bij diabetespatiënten: beïnvloedende factoren. (Masterthesis, Universiteit Hasselt, Hasselt, België).
Oral presentations
Jans, D., Van Den Houte, M. (2018, oktober). Therapietrouw bij diabetespatiënten: Libre-project. Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
dr. Maaike Van Den Houte (Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie UHasselt), Prof. Dr. Katleen Bogaerts (Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie UHasselt, psychologe TUMI Therapeutics), Jans Dorien (psychologe, Ziekenhuis Maas en Kempen), dr. Yves Kockaerts (endocrinoloog, ZOL Genk), dr. Philippe Marcq (endocrinoloog, Ziekenhuis Maas en Kempen), Mathijs Theppers (psycholoog, ZOL Genk)
In het ZOL volgen patiënten met chronische rug/nekpijn vaak een multidisciplinaire groepsbehandeling die psycho-educatie, fysiotherapie, ergotherapie en psychomotorische therapie combineert. Tussen 2007 en 2016 schreven ongeveer 950 patiënten zich in voor deze groepsbehandeling omwille van rug of nek klachten. Deze patiënten vulden aan het begin en einde van de behandeling een vragenlijstbatterij in.
In deze studie werden de verzamelde gegevens retrospectief geanalyseerd. Er werd gekeken naar het effect van de groepsbehandeling op pijnervaring, ziektekenmerken en levenskwaliteit. Ook werd gekeken of bepaalde factoren de effectiviteit van behandeling konden voorspellen (bvb. diagnose, persoonlijkheidskenmerken, duur van de klachten,...).
OUTCOME
Manuscripts
Janssens, T., Zaman, J., Masuy, R., Timmermans, N. Vlaeyen, J.W.S. Assessing patient heterogeneity in treatment responsiveness in multidisciplinary rehabilitation for chronic low back pain. Manuscript submitted to European Journal of Pain
Master theses
Didier, C. (2019, juni). Predictoren van verandering in de uitkomsten van een multidisciplinair revalidatieprogramma voor patiënten met chronische lage rugpijn. KULeuven, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, masterthesis beschikbaar via KULeuven catalogus (limo.libris.be)
Lettanie, A. (2018, juni). Vrees voor pijn: een hindernis voor revalidatie? KU Leuven, Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, masterthesis beschikbaar via KU Leuven catalogus (limo.libris.be)
Oral presentations
Janssens, T. (2018, oktober). Vrees voor pijn: een hindernis voor revalidatie? Presentatie tijdens Inspiratiedag TRACE, oktober 2018, LIZA, Genk
Prof.dr. Johan Vlaeyen (KU Leuven), dr. Thomas Janssens (KU Leuven), dr. Jonas Zaman (KU Leuven), Dhr. Nicolas Timmermans (Psycholoog ZOL)