Geachte patiënt,
Omdat voor uw behandeling een regelmatige toediening van medicatie direct in de bloedbaan noodzakelijk is, wordt een implanteerbaar toedieningssysteem (poortsysteem) aanbevolen.
Deze informatiebrochure zal een aantal algemene vragen beantwoorden die u heeft m.b.t. dit toedieningssysteem.
Indien u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft over het product of over de behandeling, dan kan u deze steeds bespreken met uw arts of verpleegkundige.
Namens het medisch en verpleegkundig team
De subcutane poort is een volledig implanteerbaar toedieningssysteem dat gebruikt wordt om medicatie in de bloedbaan toe te dienen.
De woorden subcutaan en implanteerbaar verwijzen ernaar dat de poort volledig onderhuids geplaatst wordt. De poort is van buitenaf slechts te zien als een zwelling onder uw huid. Dagelijkse verzorging is niet nodig en de poort heeft geen invloed op uw dagelijkse activiteiten.
De poort is gemaakt van speciaal medisch gekeurde materialen en ontworpen voor veilig, langdurig gebruik in het menselijk lichaam.
De poort is een kunststof of metalen schijfje met een doorsnede van ongeveer 2 à 3 cm, met een enigszins opstaande rubber injectieplaats. Hierdoor is de rubber makkelijk te vinden op het oppervlak van uw huid, zodat injecties snel en makkelijk kunnen plaatsvinden. De rubber is vervaardigd van een siliconenmateriaal dat zichzelf na gebruik weer afsluit. Hierdoor kan de poort 1000 à 2000 maal geprikt worden met een speciale naald.
Aan de onderzijde van de poort is een dunne flexibele slang aangebracht, d.i. de poortkatheter die in een groot bloedvat wordt ingebracht.
De subcutane poort wordt tijdens een kleine chirurgische ingreep geplaatst. De wijze van verdoving wordt door de chirurg bepaald, afhankelijk van de algemene toestand van de patiënt.
Uw arts zal de poort plaatsen waar dat voor uw behandeling de meest geschikte plaats is. Meestal wordt de poort geplaatst op de borstkast net onder het sleutelbeen.
De chirurgische procedure is eenvoudig en veroorzaakt slechts weinig ongemak. Meestal mag u dezelfde dag alweer naar huis.
In de eerste dagen na de ingreep is de wonde meestal bedekt door een verband. De huid die over de poort heen ligt kan gezwollen en gevoelig zijn.
Indien nodig kan de poort onmiddellijk worden gebruikt.
Tijdens de eerste paar dagen na de ingreep is het belangrijk dat u geen zware inspanningen of belastende activiteiten verricht.
Eénmaal onderhuids geplaatst, is de poort klaar om op een eenvoudige wijze medicatie in de bloedbaan te brengen of om bloedstalen af te nemen.
Om toegang tot de poort te verkrijgen wordt met een speciale naald door de huid geprikt. Indien men kort nadat de poort geplaatst is deze aanprikt, kan dit pijnlijk zijn omwille van de wonde die nog aanwezig is. Na verloop van tijd wordt deze pijn bij het aanprikken minder en primeert het comfort, nl. de mobiliteit van de armen en het sparen van de perifere venen.
De naald, bevestigd aan een spuit, wordt door de rubber geprikt tot op de bodem van het reservoir.
De medicatie of vloeistoffen gaan via de naald in het reservoir en komen langs de katheter direct in de bloedcirculatie.
De hechtingen van de wonde worden meestal na 10 dagen verwijderd. Als de wonde éénmaal genezen is, hoeft u geen extra speciale verzorging toe te passen.
Na elke behandeling wordt de poort en de katheter met een speciale (Heparine) oplossing doorgespoeld om te voorkomen dat het systeem verstopt.
Door deze behandeling creëert men een zogenaamd Heparine-slot. Deze spoeling met Heparine dient minstens éénmaal om de 6 weken uitgevoerd te worden.
Hieronder vindt u een lijst met symptomen die kunnen voorkomen. Als één van deze symptomen optreedt of als zich andere ongewone symptomen voordoen, neemt u best onmiddellijk contact met uw behandelende arts.
Ongemak, zwelling of pijn in de schouder, nek, hals of arm.
Pijn of roodheid op of rondom de plaats van de poort, koorts of andere ongewone symptomen rondom de wonde.
Een brandend gevoel bij het inbrengen van medicatie.
Probeer gedurende de eerste dagen nadat u de poort hebt gekregen, zware inspanningen te voorkomen. Als de wonde éénmaal genezen is, kunt u uw gewone dagelijkse activiteiten zoals baden, zwemmen of joggen hervatten. Probeer 3 weken de arm aan de kant van de geïmplanteerde poort te ontzien.
Uw arts of verpleegkundige kunnen uw vragen beantwoorden over speciale activiteiten en de beste tijd om deze te hervatten.
Een verband is aanbevolen gedurende de wondgenezing. Daarna is een verband niet meer nodig, indien de poort niet in gebruik is. Als u een doorlopend infuus krijgt, zal een verband aangelegd worden om de naald goed te fixeren.
Onthoud dat er na de ingreep wat roodheid en gevoeligheid rondom de wonde kan optreden. Normaal zal dit tijdens de eerste 48 uur verminderen. Als u echter ongebruikelijke veranderingen in de omgeving van de poort opmerkt, zoals een sterke zwelling, roodheid of pijn, neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of huisarts.
De mutualiteiten dekken de volledige plaatsings- en verzorgingskosten van de poort.
Veiligheidssystemen zullen de meestal geringe hoeveelheid metaal van de poort niet ontdekken (recente modellen bevatten geen metaal meer). Zou dit toch problemen geven, toon dan uw ‘identificatie-badge’. Hiermee kunt u aantonen dat uw drager bent van een subcutaan ‘Geïmplanteerde Poortkatheter’.
U kan hiermee zonder problemen onder de NMR doch wel steeds zonder poortkatheter-naald (bevat metaal).
In principe zolang als uw arts het nodig vindt. De poort kan na overleg tussen patiënt en arts verwijderd worden. Dit gebeurt tijdens een korte ingreep onder locale verdoving.
Er zal een klein opstaand gebied boven de poort zijn dat te voelen en te zien kan zijn afhankelijk van de hoeveelheid vet- en spierweefsel. Ook zal er een klein litteken zijn t.h.v. de poort, dat eveneens na verloop van tijd minder zichtbaar wordt.