De continuïteit verzekeren was de grootste uitdaging

Het jaar van de fusie

De continuïteit verzekeren was de grootste uitdaging

“2021 was het jaar van de fusie met Ziekenhuis Maas en Kempen en het tweede jaar van de Covid-19-pandemie. “Dit samen heeft voor stress en uitputting gezorgd bij zorgverleners. De continuïteit verzekeren was de grootste uitdaging. We kunnen stellen dat 2021 het jaar van de terugslag was. In de maatschappij leek Covid-19 soms al ver weg maar in het ziekenhuis bleef het maar duren.”

Kurt Surmont, verpleegkundig-paramedisch directeur
Kelly Vliegen, hoofdverpleegkundige Geriatrie ZOL Maas en Kempen

Welke impact had de pandemie op de medewerkers?

Kelly Vliegen: “ In het heetst van de strijd zag ik dat onze zorgverleners zich echt gegeven hebben. Maar nu de grootste Covid-drukte voorbij is, krijgen velen hun weerslag. We hebben wel wat personeelsuitval gehad, niet alleen omwille van een besmetting met Covid-19 maar ook door opgebouwde spanning tijdens de pandemie.”

Kurt Surmont: “Er is veel flexibiliteit gevraagd van onze zorgverleners. Elke dag veranderde de situatie en moest je eventueel bijspringen. Sommigen hadden hierdoor een voor hen minder gekende pathologie te verzorgen. Dat heeft banden gesmeed. De situatie heeft velen ook geconfronteerd met wat wij al wisten: de specifieke kennis en expertise van verpleegkundigen kan je niet zomaar uitwisselen.”

Kelly Vliegen: “Door een tekort aan verpleegkundigen werkten wij op onze afdeling samen met mensen van het consortium. Dat zijn externen die actief zijn in de thuiszorg. Intussen zijn ze al zo lang bij ons dat ze deel van het team geworden zijn. Ik ben sowieso heel blij dat we die hulp hebben gekregen.”

Kurt Surmont: “We mogen ook de studenten verpleegkunde echt dankbaar zijn voor hun hulp. Ze hebben toch wel wat dichtgereden op vele diensten. Tijdens een stage is het altijd zoeken naar een balans tussen leerkansen geven en meehelpen in de zorg.”

“Door het tekort op de markt is de tijd voorbij dat we iedere vacature onmiddellijk kunnen invullen. Vandaar dat we op zoek moeten gaan naar andere oplossingen.”

Kelly Vliegen: “Wij hebben voor het eerst twee zorgkundigen in ons team en het is nog wat zoeken naar de juiste taakinvulling. Zij kunnen taken overnemen zodat verpleegkundigen zich kunnen focussen op hun kerntaken.”

Kurt Surmont: “Bij het herdenken van de zorgorganisatie focussen we ons vooral op taakdifferentiatie en interdisciplinair werken: welke taken zijn er op een afdeling en welke zijn (niet) de kernopdrachten van de zorgverleners.”

Kelly Vliegen: “Ik ben ervan overtuigd dat hier nog veel mogelijk is en dat bijvoorbeeld kinesitherapeuten en ergotherapeuten meer bedside aanwezig kunnen zijn. Ook dit kan de interdisciplinaire samenwerking rond de patiënt versterken.”

Kurt Surmont: “Uitdaging in de nabije toekomst zal zijn de ideale ‘skill-mix’ rond de patiënt samen te stellen. Deze kan verschillend zijn naargelang het specialisme.” ”

En wat met functiedifferentiatie?

Kurt Surmont: “We zijn de functiedifferentiatie aan het uitwerken. Intussen heeft het ook zijn plaats gekregen in het IFIC-gebeuren. Zo kregen de functies verpleegkundig consulent en verpleegkundig specialist een plaats in het zorgmodel. Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld de functies van consulenten diabeteszorg, wondzorg ouderenzorg, pijn, hartfalen en palliatieve zorg verder uitgerold … Verpleegkundig consulenten hebben via extra opleidingen een doorgedreven specifieke expertise opgebouwd en gebruiken hun expertise op de afdeling maar ook doorheen het ziekenhuis. We verwachten dat zij collega’s opleiden, patiëntenconsultaties doen en instaan voor en monitoren van de kwaliteit van de zorg in hun expertisegebied.”

“En we hebben in 2021 ook een verpleegkundige specialist wondzorg/stomazorg aangeworven. Deze specialist heeft een masterdiploma en werkt nog meer doorgedreven rond kwaliteit, wetenschappelijk onderzoek, expertise en leiderschap.”

Welke andere projecten hebben een invloed gehad op de zorg het afgelopen jaar?

Kelly Vliegen: “Op ZOL Maas en Kempen was de implementatie van HiX een ingrijpend project. We zijn letterlijk van de ene op de andere dag overgestapt. Maar de omschakeling is vlot verlopen. We hebben veel ondersteuning gekregen en onze mensen waren er snel mee weg.”

Kurt Surmont: “Het vaccinatiegebeuren was ook een belangrijk issue in het afgelopen jaar. Ons departement heeft hierin een belangrijke rol gespeeld.”

“Wat betreft de promotie van de zorgberoepen zijn we, samen met de HRM-diensten, naar een veel hogere versnelling moeten gaan. De samenwerking met de scholen blijft een rode draad hierin. Ik verwacht ook van de verpleegkundigen dat ze ambassadeur zijn van hun eigen beroep want dit maakt een verschil. Dit voel je bijvoorbeeld duidelijk in de studentenwerking. Als studenten een mooie stage kunnen doorlopen en goed begeleid zijn, willen ze graag bij ons komen werken. Dat voelen we duidelijk aan.”

“Nieuw is ook dat er een voedingsteam is opgestart, in goede samenwerking met de mensen van de keuken en diëtetiek. Het project met de broodbuffetwagens op de afdelingen, dat vorig jaar bijna volledig geïmplementeerd is, heeft heel wat impact. Patiënten zijn er zeer tevreden over. Gezonde voeding in het ziekenhuis is belangrijk en wordt door JCI niet voor niets benoemd als een medicijn.”

Welke impact had de fusie?

Kurt Surmont: “Het maximaal uniformiseren van de zorgprocedures was een belangrijk werk in 2021 maar soms moeten we accepteren dat niet alles werkt voor elke locatie of zomaar kan overgenomen worden. In het kader van het FlaQuM accreditatietraject dat we mee ontwikkelen is het uiteraard belangrijk een gezamenlijk beleid te hebben. Daarnaast willen we de sterktes van elke site maximaal behouden.”

Kelly Vliegen: “Een zeer voelbare vernieuwing voor ons in ZOL Maas en Kempen was de implementatie van de divisiestructuur. Vroeger waren de lijnen korter en was er maar één aanspreekpunt. We hebben, zeker in het begin, onze weg moeten zoeken in de nieuwe structuur.”

“Daarom werden, binnen de bestaande dicisiestructuur, het campusoverleg en het ZOL Maas en Kempen hoofdenoverleg opgestart. Hier kunnen wij terecht met onze bezorgdheden en aanvullingen over geplande projecten binnen het ziekenhuis. De pandemie heeft de fusie natuurlijk wel wat overschaduwd. Veel contacten verliepen daardoor jammer genoeg via Teams.”

Hoe zien jullie de toekomst?

Kurt Surmont: “Ik hoop dat we eindelijk opnieuw naar het normale kunnen gaan, van een pandemie naar een endemie, en dat Covid-19 beheersbaar wordt. Zodat er opnieuw ruimte is voor de reguliere zorg, voor nieuwe innovatieve projecten maar vooral dat in de teams opnieuw ruimte wordt gevonden ‘voor elkaar’ en op die manier indirect voor goede kwaliteitsvolle patiëntenzorg.”

Kelly Vliegen: “En dat we opnieuw, binnen een meer duidelijke structuur, meer aandacht kunnen hebben voor de kwaliteit van de zorgMet Covid-19 hebben we anders moeten denken, ons anders moeten organiseren. Als iedereen opnieuw duidelijk weet wat zijn taken zijn, komt dit de kwaliteit van de zorg ten goede.”

Kurt Surmont: “Ik hoop vooral dat verpleegkundigen en hoofdverpleegkundigen hun passie, kracht en trots terugvinden in hun werk. Ik weet dat dit een boutade is maar er is momenteel een groot ziekteverzuim en we verliezen ook wel wat verpleegkundigen. We hebben twee jaar geleden allemaal geapplaudisseerd voor de zorg maar de witte lakens zijn intussen al lang binnen gehaald.”

“Ik hoop dat we de dingen die we geleerd hebben in de Covid-19 periode, kunnen doortrekken. Hierbij denk ik ook aan de samenwerking met de eerste lijn en de woonzorgcentra. De structurele aanwezigheid van het ziekenhuis in de eerste lijns zorgraad is hierin zeker al een goed teken.”

“De grootste uitdaging voor ons nu is voldoende verpleegkundigen en zorgverleners vinden. We moeten ook de visie op zorg en verpleegkunde herschrijven en een draagvlak hiervoor creëren. In ons ziekenhuis hebben we op het vlak van ‘shared governance’ toch nog een hele weg te gaan.”

“Een derde doelstelling is inzetten op de verdere professionalisering. Via opleiding en intervisies… Die functiedifferentiaties, bvb. via verpleegkundig consulenten en specialisten, zijn daar voor mij een onderdeel van. Maar vooral moet iedere verpleegkundige of paramedicus de kans krijgen om klinisch leiderschap in te zetten voor een optimale en professionele patiëntenzorg.”

“Tot slot zullen ook klantvriendelijkheid en patiëntveiligheid grote thema’s blijven. Het FlaQuM kwaliteitsmodel zal ons hierin zeker versterken. Ook moeten we meer inzetten op patiëntenparticipatie. Sommige diensten staan hier vandaag al verder in dan andere.”