Soorten pijnbehandelingen

Diagnotische proefblokkade

Door een kortdurende verdoving in te spuiten in het pijngebied, kan de arts de oorzaak van de pijnklachten opsporen (waarvan we vermoeden dat ze een rol spelen in het pijnpatroon bv: facet, zenuw, tussenwervelschijf, …)

Een proefblokkade geeft maar een tijdelijk (positief) effect (enkele uren tot 1 dag). Na de proefblokkade zal de arts u evalueren na een 30-tal minuten. Indien er 50% pijnreductie is ( probeer uw pijn uit te lokken door bewegingen uit te voeren die normaal pijn doen, bv: opstaan na zitten, bukken, heffen, draaibewegingen, …) kan een definitieve behandeling gepland worden.

Radiofrequente behandeling (PRF - RF)

PRF – RF vindt plaats na een positief resultaat van een proefblokkade.

U krijgt via het waakinfuus een kortwerkend product ingespoten waardoor u gaat ‘doezelen’, zodat u het inbrengen van de naalden niet meer zo voelt. Bij PRF - RF trachten we de pijn van de zenuwtakken gedurende langere tijd te minderen. Hiervoor gebruiken we radiofrequente stroom.

Met behulp van scopie beelden brengt de dokter de naalden op de juiste plaats en testen we via stroom hoe ver we nog van de te behandelende zenuw verwijderd zijn. U zal een tintelend of drukkend gevoel ervaren en u moet precies  aangeven wanneer u die voelt. Hierbij mag u niet wachten tot het pijn doet.

Staan de naalden op de juiste plaats, dan wordt de zenuw behandeld met radiofrequente stroom.

  • Voor de facettaire behandeling: 3 naalden gedurende 1,5 minuut radiofrequente stroom.
  • Voor de wortelbehandeling: 1 naald gedurende 6 minuten met gepulseerde radiofrequente stroom.

Het effect van de behandeling mag u enkele weken na de PRF – RF verwachten.

Thoracale of cervicale epidurale infiltratie (TEI of CEI)

In de epidurale ruimte ter hoogte van de nek of de hogerug worden er corticosteroïden ingespoten met als doel de uitstralingspijn naar de armen of benen te minderen of zelfs te doen verdwijnen.

Na de behandeling moet u 2 tot 4 u blijven liggen in bed, zodat de medicatie zijn werk kan doen. Meestal zijn er 2 inspuitingen nodig om de pijn te verlichten of zelfs weg te krijgen, met een tussentijd van 2 weken.

Transforaminale infiltratie (TF)

Hier vindt een injectie plaats ter hoogte van de epidurale ruimte, vlak bij de pijnlijke zenuw die voor de uitstralingspijn zorgt. Deze heeft als doel de zenuw te laten ontzwellen en de ontsteking te remmen, zodat de pijn afneemt.

Meestal zijn er 2 inspuitingen nodig om de pijn te verlichten of zelfs weg te krijgen, met een tussentijd van 2 weken.

Infiltratie in het sacro-iliacale gewricht (SIG IA)

Dit gewricht ligt tussen het heiligbeen en het bekken en wordt opgezocht via doorlichting (scopie). Via gerichte inspuiting worden er corticosteroïden ingespoten om de pijn te verlichten en de ontsteking te minderen.

Soms is één infiltratie niet voldoende en is een tweede infiltratie noodzakelijk. Resultaat mag u verwachten na 5 - 7 dagen.

Nervus occipitalis major en minor

Ter hoogte van het achterhoofd wordt de zenuw, die ervoor zorgt dat we hoofdpijn ervaren, opgezocht en ingespoten met corticosteroïden.

Indien de pijn niet langdurig wegblijft, kan de zenuw ook behandeld worden met stroom.


DOOR EEN AFNAME VAN DE PIJNKLACHTEN IS ER MEER FUNCTIONALITEIT OF IS EEN BETERE REVALIDATIE MOGELIJK

TOCH BLIJFT HET ZO DAT EEN AANTAL PATIËNTEN GEEN BAAT VINDEN BIJ EEN INVASIEVE BEHANDELING


Tijdens het multidisciplinair overleg met de fysisch geneesheer en de pijnpsychologen, wordt elke casus individueel besproken.

  • Fysisch geneesheer: Dr. Bobbaers
  • Pijnpsychologen:
    • Annelies Bex: 089/ 50 55 01
    • Dorien Jans: 089/ 50 55 04

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg