De International Association for The Study of Pain (IASP 1979) heeft pijn gedefinieerd als ‘een onaangename sensorische en emotionele ervaring die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt beschreven in termen van weefselbeschadiging’.

Een meer praktische benadering van het begrip pijn werd beschreven door Mc Affery (1968). Deze verpleegkundige stelt het volgende: "Pijn is wat de patiënt zegt dat het is, en treedt op wanneer hij/zij het zegt; pijn is gelokaliseerd daar waar de patiënt het zegt en is zo intens als hij het zegt".

Pijn is een ingewikkeld verschijnsel, waarbij meerdere factoren een rol spelen.

Acute pijn ontstaat plotseling, wanneer zenuwuiteinden geprikkeld worden, meestal met aanwijsbare oorzaak, bv. bij een verwonding, een kneuzing, na een operatie, een ontsteking…. Het lichaam reageert hierop door een signaal te geven aan de hersenen via het centrale zenuwstelsel. U ervaart dit als een gevoel van (heftige) kortdurende pijn. In welke mate u dit ervaart is heel persoonlijk en hangt van een aantal factoren af.

Als deze pijn langer duurt (>6 maanden) dan de  je normaal verwacht bij de herstelde verwonding, is er sprake van chronische pijn.

Chronische pijn heeft geen signaalfunctie meer. Het heeft een negatieve invloed op het leven. Het symptoom pijn is hier een op zichzelf bestaand syndroom geworden. Het is dan ook vaak niet duidelijk waarom zenuwen pijnprikkels afvuren en waarom een patiënt pijn ervaart, terwijl er geen oorzaak voor kan gevonden worden. Ook hier zijn er een aantal factoren die mee bepalen hoe u die pijn ervaart en beleeft. De ene dag zult u bijvoorbeeld meer last hebben dan de andere. In de praktijk is dit een situatie die we regelmatig zien bij patiënten met een chronisch pijnprobleem.

Inhoudsverantwoordelijke
Prof. Dr. Jan Van Zundert, Multidisciplinair Pijncentrum - 2015

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg