Algemeen directeur Erwin Bormans blikt terug op een welbewogen 2019. “De JCI-accreditatie was een belangrijke verwezenlijking maar er zijn ook heel wat strategische beslissingen genomen en voorbereid die bepalend zijn voor de toekomst van het ziekenhuis en het Synaps Park. Hoewel de coronacrisis momenteel voor wat vertraging en onzekerheden zorgt bij de uitvoering ervan.”
Innovatief expertziekenhuis voor ruime regio
Wat zijn de belangrijkste realisaties van het afgelopen jaar?
2019 was een belangrijk jaar voor het ZOL. Niet in het minst omdat we in dit jaar de JCI-accreditatie behaald hebben. Ook de andere projecten waar we in 2019 aan gewerkt hebben, zijn strategisch voor het ziekenhuis. Het gaat om het mee uittekenen van het Ziekenhuisnetwerk Noord-Oost Limburg en het zoeken naar een optimale samenwerking met de eerste lijn, waarvan de structuur meer en meer vorm krijgt. Voorts het voorbereiden van een akkoord met alle betrokken partners hetgeen moet leiden tot de fusie met het Ziekenhuis Maas en Kempen en tot slot het verder uittekenen van het masterplan van het ZOL en het Synaps Park.
Hoe kijkt u terug op de accreditatie?
We zijn heel tevreden met ons resultaat. Met een score van 1.174,5 op 1.190 elementen die gemeten worden, goed voor 98,8%, hebben we overtuigend kunnen aantonen dat patiëntveiligheid en kwaliteit essentieel zijn in de werking van ons ziekenhuis. In een organisatie met meer dan 3.000 medewerkers en 350 artsen is dit toch niet evident. Het is een prestatie waar iedereen heeft aan bijgedragen en die we dankzij de harde inzet van alle medewerkers en artsen tot een goed einde gebracht hebben.
Waarom hebben we in het ZOL zo lang gewacht met accrediteren?
De beslissing om te accrediteren werd al genomen in 2012. Maar uit de GAP-analyse bleek toen dat het silo-denken in de organisatie en vooral het ontbreken van een elektronisch medisch dossier (EPD) een hinderpaal konden zijn. We hebben toen beslist om eerst deze uitdagingen aan te pakken. Dat hebben we echt moeten verdedigen, ook ten opzichte van externen en de overheid. Maar als we hier nu op terugkijken, kunnen we alleen maar besluiten dat dit de juiste keuze is geweest. We wilden stevige fundamenten leggen voor de toekomst, zeker ook wat de automatisatie betreft. We wilden zeker ook de nodige linken leggen met andere ziekenhuizen, met de eerste lijn en ook met de patiënt. Een EPD was geen voorwaarde op zich om te accrediteren maar het heeft wel de duurzaamheid versterkt.
Waar bent u het meest trots op wat betreft de accreditatie?
Bij de toelichting op de laatste dag van de accreditatieweek zeiden de auditeurs dat ze gemerkt hadden dat wij niet louter gewerkt hebben rond het afchecken van normen maar aan diepe, fundamenteel opgebouwde systemen en werkmethodes om de zorg fundamenteel veiliger te maken. Hier ben ik trotser op dan op het JCI-label op zich.
Heeft de accreditatie jullie geholpen bij het opvangen van de coronacrisis?
Gestandaardiseerd werken, procedures hertekenen en ze snel in de organisatie implementeren: dat hebben we van JCI wel geleerd. Hoewel een crisis een ander proces vraagt, konden we snel schakelen en ons aanpassen aan de nieuwe realiteit. Ook de maximale inzet op ziekenhuishygiëne die JCI van ons vroeg, kwam ons zeer goed van pas.
Maar toch: ik zou liever twee accreditaties doorlopen dan opnieuw zo’n crisis meemaken als ziekenhuis. Toen dachten we dat het zwaar was maar we kenden de normen en we wisten wat van ons verwacht werd. Een crisis brengt je echter naar een andere dimensie met oneindig veel onzekerheidsfactoren.
In 2022 plannen jullie een tweede accreditatie. Tenminste als alles volgens schema verloopt en de huidige coronacrisis zich niet verder uitbreidt. Ziet u hier nog toegevoegde waarde? Bij ziekenhuizen die al een aantal keren een accreditatie hebben doorgemaakt neemt het enthousiasme doorgaans af.
De eerste keer dat je voor een accreditatie gaat, is zoals je eerste examens op de universiteit die moeten bewijzen dat je het niveau haalt. De volgende examens bewijzen of je ook duurzaam kan studeren en de materie echt begint te beheersen. Eigenlijk is het goed om minstens één keer voor een heraccreditatie te gaan. Dan kan je toetsen of je resultaat duurzaam was, of de nieuwe werkmethodes echt geborgd zijn in de organisatie. En of je gegroeid bent wat betreft de items waarop je minder goed scoorde.
Over een derde accreditatie kan je discussiëren. Het is daarom dat ze in bepaalde Scandinavische landen, waar ze al langer bezig zijn met accreditatie dan wij, hiervan afgestapt zijn. Maar je moet uitkijken. Omdat het alternatief om je nieuwe werkmethodes en je alertheid wat patiëntveiligheid betreft te borgen, heel moeilijk op te zetten is. En dan glijd je weer af in je oude gewoontes.
Heeft de coronacrisis, die momenteel grotendeels over zijn eerste piek heen is, ervoor gezorgd dat de beleidsplannen die jullie in 2019 hebben uitgewerkt ‘on hold’ worden gezet?
We zijn de afgelopen twee maanden inderdaad vooral bezig geweest met operationele zaken die nodig zijn om zo een crisis te managen en minder op strategisch niveau. Maar uitstel is absoluut geen afstel. Er zijn nog onzekerheden maar we gaan verder met de ontwikkeling van ons ziekenhuis. Omdat we mooie en ambitieuze toekomstplannen hebben die we willen realiseren.
Stilaan nemen we deze plannen weer op, tenminste als een nieuwe coronapiek geen roet in het eten gooit. Ik denk onder andere aan het ontwerp van het R-gebouw, dat grotendeels klaar is. Ook de gesprekken voor het verder uitbouwen van de netwerken met onze partners van de eerste en tweede lijn worden weer stilaan verder gezet. Net als de werkgroepen voor de fusie met ZMK. Normaal zou de fusie zijn beslag gekregen hebben op 1 juli 2020 maar door de huidige crisis hebben we dit uitgesteld naar 1 januari 2021. We zullen kijken wat de toekomst ons brengt.
Elektronisch patiëntendossier
De opstart van het digitale patiëntenportaal ging van start met als proefproject de dienst Urologie. Het patiëntenportaal is een website waar patiënten van het ZOL op een veilige manier de medische gegevens uit hun Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) kunnen raadplegen. De informatie wordt rechtstreeks uit het EPD opgehaald en getoond aan de patiënt. Het patiëntenportaal kadert in een meer transparante en efficiënte gegevensoverdracht.
Intussen werd het patiëntenportaal ziekenhuisbreed uitgerold en is het toegankelijk voor alle patiënten.
Samenwerken en netwerken
Op 14 februari 2019 werd het wettelijk kader goedgekeurd voor het oprichten van ziekenhuisnetwerken (federaal). Daarna heeft de Vlaamse Regering formeel de oproep gelanceerd aan de ziekenhuizen om aan te geven tot welk ziekenhuisnetwerk ze willen behoren. Het ZOL, het Ziekenhuis Maas en Kempen, het Mariaziekenhuis en MS&Reva hebben op 15 oktober gezamenlijk een aanvraag ingediend voor de erkenning van het ziekenhuisnetwerk Noord-Oost Limburg.
In de volgende fase zal er een rechtspersoon opgericht worden als structuur boven de resp. ziekenhuizen om de bevoegdheden binnen het ziekenhuisnetwerk toe te kennen.
De raden van bestuur van Ziekenhuis Oost-Limburg en Ziekenhuis Maas en Kempen hebben gekozen voor een verregaande integratie van beide ziekenhuizen. Bedoeling is dat beide ziekenhuizen tegen eind 2020 evolueren naar één structuur, één organisatie en één beleid, weliswaar met behoud van de erkenningen van beide ziekenhuizen.
De integratie heeft drie duidelijke doelstellingen voor ogen: de patiënten van het Maasland en Oost-Limburg van de best mogelijke zorgen blijven voorzien door een continuering van het medisch aanbod en het streven naar een maximaal behoud van de tewerkstelling. Op die manier kunnen de ziekenhuizen in het gewijzigde landschap de beste zorgen blijven garanderen. Samen met het Mariaziekenhuis in Pelt kan er vervolgens gewerkt worden aan een gezamenlijke zorgstrategische visie voor het netwerk NO-Limburg.
Volgende medische diensten van beide ziekenhuizen waren de afgelopen jaren al dichter naar elkaar toe gegroeid en werkten samen: orthopedie, pediatrie, vaatheelkunde, KNO, MKA, anatomopathologie, cardiologie, abdominale heelkunde, klinische biologie, nefrologie, neurologie, nucleaire geneeskunde, oncologie en reumatologie.
Vijf anesthesiologen van Duke University kwamen naar het ZOL voor een uitwisselingsprogramma met CREER (Centre for Research Education and Enhanced Recovery). Dit in het kader van een wetenschappelijk project van de dienst Anesthesie onder leiding van prof. dr. Hadzic.
Het ZOL werd begin 2019 erkend als satelliet van het Centrum voor Pulmonale Hypertensie van UZ Leuven. Pulmonale Arteriële Hypertensie (PAH) is een ernstig invaliderende, zeldzame aandoening. Vandaar het initiatief om deze zwakkere patiënten, die vaak zuurstofnood hebben, korter bij huis te behandelen. Pneumoloog dr. David Ruttens is superviserend PAH-arts. Prof. dr. Marion Delcroix ondersteunt het centrum vanuit UZ Leuven.
In het centrum worden de patiënten multidisciplinair behandeld, in samenwerking met de dienst Cardiologie. De aanstelling van prof. dr. Delcroix in het ZOL kadert in de strategische samenwerking met UZ Leuven.
Multidisciplinaire initiatieven
Het ZOL is gestart met een multidisciplinair obesitascentrum. Het gaat om een initiatief van de dienst Endocrinologie, in samenwerking met de diensten Revalidatie, Diëtetiek en Psychologie. Ook de diensten Gastro-enterologie, Cardiologie, Pneumologie, IVF/Gynaecologie en Abdominale Heelkunde zijn betrokken. De obesitaskliniek wil een breed behandelplan aanbieden met aandacht voor de medische gezondheid maar ook voor het psychisch en sociaal welzijn van de patiënt.
Een reumatoloog kijkt niet alleen naar gewrichten maar houdt zich ook bezig met systeemziekten, inflammatoire aandoeningen en alles wat het immuunsysteem aantast. Omdat deze ziekten discipline-overschrijdend zijn, heeft reumatoloog dr. Kristof Thevissen een multidisciplinair overleg opgestart waar alle specialisten van het ziekenhuis patiënten op kunnen inplannen voor de bespreking van complexe immunologische aandoeningen. Met de dienst Dermatologie werd een reuma/dermaspreekuur opgezet.
Verdere uitbouw expertfuncties
In het ZOL worden door de dienst Gastro-enterologie jaarlijks meer dan 10.000 endoscopische procedures verricht op de recent vernieuwde endoscopie afdeling. Het merendeel van de endoscopische activiteiten zijn diagnostische onderzoeken van maag en colon. Met de komst van dr. Mathieu Struyve werden de therapeutische, minimaal invasieve endoscopische ingrepen uitgebreid.
Een zestigtal interventioneel cardiologen uit de Benelux en Groot-Brittannië waren op 22 en 23 maart in het ZOL voor demonstraties en besprekingen van cutting-edge behandelingen bij geselecteerde patiënten met zeer complexe letsels aan de kransslagader. Deze meeting was de eerste CORE (COmplete REvascularisation) meeting die georganiseerd werd op BENELUX-niveau, dankzij de samenwerking tussen diverse Belgische, Nederlandse en Luxemburgse hartcentra.
Het ZOL is sinds begin 2019 gestart met de uitbouw van next-generation sequencing (NGS) expertise. De NGS-technologie zal worden aangewend voor de niet-invasieve prenatale testen (NIPT) bij zwangere vrouwen, alsook voor het uitvoeren van genetische diagnostiek in oncologie (solide tumoren) en hemato-oncologie.
Voorheen werden problemen rond erectiele disfunctie onderbelicht, vooral omwille van schroom en de taboesfeer die rond het probleem hangt. Patiënten durven nu gelukkig veel sneller spreken over hun potentieprobleem. Met de komst van dr. Thomas De Sutter, die zich toelegt op de behandeling van dit probleem, werd de expertise van de dienst Urologie op dit vlak verder uitgebreid.
Complexe pancreas- en slokdarmingrepen in België gebeuren vanaf 1 januari 2020 alleen nog in een aantal daarvoor erkende centra. Die ziekenhuizen treden voor een bepaalde periode toe tot de conventie. Bij voldoende ingrepen en goede outcome kan de erkenning worden verlengd.
In Limburg werd een samenwerking gerealiseerd voor de slokdarmchirurgie tussen het ZOL en het Jessa Ziekenhuis en voor pancreaschirurgie tussen het ZOL, het Jessa Ziekenhuis en het Mariaziekenhuis Noord-Limburg. Voorheen vond deze complexe chirurgie nog in de drie ziekenhuizen plaats. Vanaf 1 januari worden alle slokdarmingrepen gecentraliseerd uitgevoerd in het ZOL en de pancreasingrepen in het Jessa Ziekenhuis. Deze samenwerking is complementair met de locoregionale netwerkstructuren.
De supraregionale samenwerking blijft bij deze erkenningen belangrijk, boven de locoregionale netwerkstructuren en dit met alle Limburgse ziekenhuizen. Patiënten die voor een slokdarmresectie verwezen worden vanuit een Limburgs ziekenhuis dat al dan niet deel uitmaakt van het consortium, worden rechtstreeks verwezen naar het ZOL. Er werd tegelijkertijd een samenwerking voor maagtumoren op dezelfde basis afgesproken. Nabehandelingen zullen uitgevoerd worden in het respectievelijke verwijzende ziekenhuis. Zo zullen ook alle patiënten die een pancreasingreep moeten ondergaan, rechtstreeks verwezen worden naar het Jessa Ziekenhuis.
Alle oogartsen van het ZOL hebben zich toegelegd op één of meerdere subspecialiteiten zodat bijna elke oogafwijking op een kwaliteitsvolle manier kan behandeld worden. De komst van vitreo-retinale chirurg dr. Koen Willekens, naast dr. Cathérine Deghislage, zorgt ervoor dat patiënten met een urgent netvliesprobleem nu ook 24/7 kunnen geholpen worden. Het ZOL is het enige ziekenhuis in Limburg dat deze permanentie aanbiedt.
De endocrinologen zijn gestart met een raadpleging voor patiënten met diabetes type 1 die met een zekere passie en met fanatisme een sport beoefenen. Deze patiënten krijgen advies op maat over insulinetherapie, glycemie-opvolging en voeding.
Het IVF-centrum bestaat 30 jaar. De eerste 12 behandelingscycli in Genk werden uitgevoerd met steun en onder supervisie van het IVF-team van Pretoria, Zuid-Afrika. Met een voor die tijd uitzonderlijk resultaat van 5 zwangerschappen bij 12 IVF-pogingen was iedereen dadelijk overtuigd van de kwaliteit. Gedurende de eerste 6 jaar telde het Genkse IVF-team slechts vijf leden. Ter vergelijking: tegenwoordig zijn er 23 leden dagelijks bij het centrum betrokken en worden er meer dan 2.000 cycli per jaar geteld, inclusief IVF, ICSI, IUI met homoloog en donorsperma etc.
Ook in 2019 werd het gebruik van de da Vinci operatierobot verder uitgebreid. De volgende diensten voeren nu met veel succes en op regelmatige basis robotingrepen uit: Urologie, Abdominale Heelkunde, Cardiochirurgie, Thoraco-vasculaire Heelkunde en Gynaecologie.
Er werd een follow-upprogramma voorzien om ontwikkelingsstoornissen bij kinderen die zeer prematuur geboren zijn vroegtijdig op te sporen en aangepaste behandelingen aan hen aan te bieden. Door de vroegtijdige screening en behandelingen van die stoornissen kunnen de gevolgen voor de toekomstige ontwikkeling van het kind beperkt worden.
De follow-up raadpleging kadert binnen de strategische samenwerking met UZ Leuven als Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen.
De dienst Orthopedie werkt sinds eind 2019 met de nieuwe ROSA robot (Robot Surgical Assistant) voor het plaatsen van partiële en totale knieprotheses. De robot zorgt voor een meer accurate positionering van de knieprothese. De chirurg krijgt op elke moment tijdens de ingreep feedback. Deze robot was de tweede in zijn soort op het Europese vastenland.
Infrastructuur
Het Slaapcentrum is verhuisd van campus Sint-Barbara naar campus Sint-Jan. In het Slaapcentrum worden patiënten geobserveerd die kampen met snurken, vermoeidheid, overmatige slaperigheid of in- en doorslaapstoornissen. Ook patiënten die slaapwandelen of tandenknarsen worden er onderzocht. Het nieuwe centrum brengt alle activiteiten met betrekking tot slaap samen en bestaat uit raadplegingsruimten, onderzoekslokalen en een slaaplabo. Het slaaplabo telt 13 slaapeenheden die huiselijk aangekleed zijn en optimaal ingericht werden voor een goede slaap. Daarbij is het slaapcentrum excentrisch gelegen in het ziekenhuis om omgevingsgeluiden te vermijden. In een centrale living kunnen patiënten ontspannen voor het slapengaan en ’s morgen een ontbijt gebruiken.
De pneumologen/somnologen volgen jaarlijks 4.000 CPAP-patiënten op, alsook een 200-tal patiënten met MRA (Mandibulair Repositie Apparaat = antisnurkbeugel). In het slaaplabo worden jaarlijks ongeveer 2.600 slaaponderzoeken uitgevoerd.
Er wordt nauw samengewerkt met de diensten Keel-, Neus- en Oorziekten en Mond-, Kaak- en Aangezichtsheelkunde en met slaappsycholoog.
De raadpleging Echografie (Gynaecologie) kreeg een volledige make-over. Zo werd het aantal echolokalen uitgebreid naar vier. De wachtzaal is in een modern jasje gestoken en ruimer ingericht, met meer oog voor de privacy van de patiënt.
De ambulante neuro-locomotorische revalidatie op campus Sint-Barbara heeft begin mei zijn vertrouwde plek in de Z-blok verlaten voor verdieping -1, onder het Multidisciplinair Pijncentrum. Hierin zijn alle disciplines ondergebracht zoals kinesitherapie, ergotherapie, logopedie en psychologie voor revalidatie van amputatiepatiënten en patiënten met een niet-aangeboren hersenletsel. De verhuis biedt de mogelijkheid om de ambulante revalidatie te organiseren in een moderne accommodatie, waar volledig aan de noden van de revalidanten kan tegemoet gekomen worden. Zo werd er een nieuwe hoog-laagkeuken geplaatst, kunnen de verschillende disciplines meer geïntegreerd samenwerken en is ook het onthaal aangepast aan rolstoelpatiënten.
Op campus Sint-Barbara werd het dagziekenhuis vernieuwd en uitgebreid. Voor de lensoperaties die plaatsvinden in het dagziekenhuis werd een apart traject voorzien. Zo werden 7 moderne patiëntenboxen bijgebouwd, alle voorzien van een relaxzetel, en een afgesloten anamneseruimte.
Zo kan vanuit het dagziekenhuis een patiëntvriendelijke flow naar het OK gegarandeerd worden.
Net voor de zomervakantie verhuisde de dienst Psychologie naar het nieuwe landschapsbureel op de C0.47. Hierdoor zitten alle diensten die instaan voor de psychosociale ondersteuning samen op één platform. Dit zal de interdisciplinaire samenwerking tussen de diensten Patiëntenbegeleiding, Psychologie, Pastorale en Oncocoaches verder versterken.