Het ZOL bouwt niet alleen haar eigen medisch beleid uit, maar creëert ook een eco-systeem dat andere initiatieven aantrekt. De samenwerking met het LCRP en het Future Health programma werd verder uitgebouwd om op die manier de rol van het ZOL als expert- en innovatiecentrum verder te concretiseren.
Maar ook op andere domeinen zet het ZOL hoog in op wetenschappelijk onderzoek.
In 2011 is het Limburg Clinical Research Program (LCRP) opgericht. Dit is een nauwe wetenschappelijke samenwerking tussen het ZOL, UHasselt en het Jessa Ziekenhuis.
Het LCRP bundelt het wetenschappelijk onderzoek in de clusters gynaecologie, cardiologie, neurologie/anesthesie, infectieziekten en oncologie. Doctoraatsstudenten voeren hun onderzoekswerk voor deze vijf medische domeinen uit in het ZOL. Ondertussen staat de teller op 4 afgelegde doctoraten, 15 actieve PhD studenten en meer dan 50 studenten die vanuit de UHasselt een onderzoeksstage in het ZOL hebben gedaan en die nu actief zijn binnen de medische gezondheidsindustrie.
De kwaliteit van het geleverde werk heeft reeds geleid tot nauwe, internationale samenwerkingen met ziekenhuizen en andere partners.
Naast de verticale, specialisatie-gedreven clusters zijn er binnen het LCRP enkele horizontale technologieplatformen opgezet:
In 2015 werd in het ZOL de afdeling Future Health opgezet, met als missie het ontwikkelen, faciliteren, testen en implementeren van zorginnovaties. Hiervoor wordt er ingezet op 3 pijlers:
Het is de bedoeling om de opgedane expertise rond digitale gezondheid toe te passen binnen diverse clusters en disciplines in het ZOL. Enkele concrete voorbeelden schetsen de mogelijkheden:
Binnen Future Health willen we dit soort activiteiten verder uitbouwen, ook richting andere klinische domeinen, zodat het ZOL zijn voortrekkersrol verder versterkt in de gezondheids(r)evolutie.
De dienst Cardiologie realiseerde een proefopzet om state-of-the-art technologieën te implementeren in een real-life setting buiten de muren van het ziekenhuis. Bedoeling was om hartpatiënten real-time op te volgen tijdens de loopwedstrijd ‘Genk Loopt’.
In 2014 werd er tijdens de stratenloop ‘Genk Loopt’ al een eerste experiment uitgevoerd. Vijf patiënten werden voorzien van sensoren om tijdens de loopwedstrijd 3 km te lopen terwijl ze real-time gemonitord werden. Dit gebeurde via een golfkarretje dat binnen een straal van 30 meter van de patiënten moest blijven om het signaal goed te kunnen opvangen.
In 2015 werd een tweede generatie, of de ‘2.0 versie’, ontwikkeld. Hiervoor werden gelijkaardige sensoren als in 2014 gebruikt, maar deze keer uitgerust met Bluetooth. Op deze manier konden de sensoren communiceren met een smartphone die de patiënten bij zich droegen en die alle informatie naar een server doorstuurde voor verwerking.
Het collecteren en doorzenden van ‘real-time’ informatie van het hele elektrocardiogram is een technische uitdaging. Via de casestudy toonden we aan dat dit mogelijk wordt. Het project ‘Genk Loopt’ biedt de ideale setting om medisch-technisch onderzoek uit te voeren om op die manier verdere innovatie te stimuleren.
Onco-psychologe Sabine Markovitz stelde bij haar begeleiding van borstkankerpatiënten vast dat veel vrouwen, ondanks de significante emotionele stress, op een veerkrachtige wijze de uitdagingen van hun diagnose en behandeling leken te weerstaan. Om dit klinisch aanvoelen te staven en om tot evidence-based psychologische begeleiding te komen, werd een studie opgezet. Het doel van het onderzoek was het verwerven van inzicht in de rol van resilience bij het verwerken van de diagnose en ingreep van borstkanker.
Borstkankerpatiënten blijken even veerkrachtig te zijn als vrouwen uit de controlegroep, m.a.w. veerkracht lijkt een stabiele persoonlijkheidstrek die niet wordt ondermijnd door een ernstige levensgebeurtenis.
De studie kaderde binnen het TRACE-project. TRACE staat voor Centre for Translational Psychological Research en is een samenwerkingsverband tussen de Dienst Psychologie van het ZOL en de Faculteit Psychologie van de Katholieke Universiteit van Leuven (KU Leuven). Binnen TRACE worden onderzoekers, artsen en ziekenhuismedewerkers ondersteund die gezondheidsgerelateerd psychologisch onderzoek wensen uit te voeren.
Momenteel loopt een tweede longitudinaal onderzoek waarin de psychologische kenmerken van patiënten en vrouwen uit de controlegroep gedurende 1,5 jaar werden opgevolgd. Dit kan helpen om meer inzicht te verwerven in het verwerkingsproces en in de rol van resilience op lange termijn, en bij de optimalisatie van de huidige psychologische hulpverlening.
We bundelen jaarlijks de peer-reviewed abstracts van ZOL-artsen. 2015 was opnieuw een druk jaar, zo blijkt uit de uitgebreide lijst van artikels. We zijn bijzonder trots op het wetenschappelijk werk dat onze artsen verrichten. Innovatie is immers van cruciaal belang om kwalitatieve zorg te garanderen.