Coördinator Stomazorg

(v.l.n.r Anneleen Nijs, Inge Cosemans, Lisa Lescrauwaet en Ilse Swinnen)

De raadpleging stomazorg werd recent uitgebreid met stomaverpleegkundigen Inge Cosemans, Anneleen Nijs, Ilse Swinnen en Lisa Lescrauwaet. Zij vangen patiënten op die met vragen zitten over het dragen van een stoma, het uitvoeren van de stomazorg en alles wat hierbij komt kijken.

Een stoma is een kunstmatige uitgang in de buikwand voor urine of ontlasting. Een stoma wordt aangelegd wanneer de natuurlijke uitgang niet meer functioneert of wanneer er een chirugische ingreep nodig is. Omwille van de uit te voeren ingreep is het noodzakelijk dat de darmen rust krijgen en wordt een stoma aangelegd om de darmen deze rust te bieden.

Het komt ook voor dat er een blijvende stoma moet worden aangelegd, denk aan laag rectumcarcinoom waarbij de sluitspier moet worden weggehaald, of aan een patiënt met de ziekte van Crohn die een totale verwijdering van de dikke darm moet ondergaan. Bij patiënten met een blaascarcinoom wordt de volledige blaas verwijderd dus hij/zij krijgt een definitief urostoma. Er zijn verschillende oorzaken waarbij de afweging wordt gemaakt of het al dan niet een tijdelijke of blijvende stoma wordt.

Patiënten die een stoma krijgen, komen voor de ingreep op de preoperatieve raadpleging bij de stomaverpleegkundige. De stomaverpleegkundige legt uit wat het inhoudt om met een stoma te leven en bepaalt - op aanwijzen van de chirug en in samenspraak met de patiënt - waar op de buik de stoma het best wordt geplaatst. Na de ingreep krijgt de patiënt testmateriaal en wordt samen met de stomaverpleegkundige bekeken welk materiaal het meest geschikt is.

Na de ingreep en na ontslag uit het ziekenhuis komt de patiënt na ongeveer 10 dagen terug op de consultatie bij de stomaverpleegkundige voor een eerste controle. De stomaverpleegkundige beantwoordt de vragen, doet de stomazorg, kijkt of het materiaal voldoet en zoekt uit of de thuisverpleging lukt.

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg