Pacemaker / Cardiale Resynchronisatie Therapie

Pacemaker / Cardiale Resynchronisatie Therapie / Hartfalen pacemaker / defibrillator (ICD)

Een pacemaker wordt geplaatst indien het hart te traag klopt. Het is een toestel dat onder de huid ingeplant wordt met een draadje in de rechter voorkamer en een draadje in de rechter kamer. Het toestel geeft elektrische prikkels aan de hartspier als het ritme te traag wordt. Sommige mensen hebben een verhoogd risico op een levensbedreigende snelle hartritmestoornis. Bij deze mensen wordt een implanteerbare defibrillator (ICD) geplaatst. Dit toestel is vergelijkbaar met een pacemaker, maar heeft ook de mogelijkheid om door de draad in de rechter kamer een elektrische schok af te geven wanneer er zich in het hart een levensbedreigende ritmestoornis voor doet. Deze schok zorgt ervoor dat de ritmestoornis stopt en herstelt het normale hartritme. Bij patiënten met een verzwakte hartspier en waarbij de twee kamers niet meer gelijktijdig samentrekken, kan een derde draad geplaatst worden om de twee kamers opnieuw op hetzelfde moment te laten samentrekken. Dit noemt men Cardiale Resynchronisatie Therapie (CRT). Deze derde draad kan gecombineerd worden met een pacemaker (CRT-P) of een defibrillator (CRT-D).