Psychologen : toelichting psychologische werking

Binnen onze slaapkliniek werken we samen met een psychologe die gespecialiseerd is in omgaan met slaapstoornissen. De arts zal een doorverwijzing naar haar doen wanneer dit aangewezen is.

Iedereen kent het wel: je wil slapen maar het lukt niet. Hoe harder je probeert in slaap te vallen, hoe minder het je lukt. Denk maar eens aan die ene nacht voor je examen, die belangrijke sollicitatie, of dat ene moeilijke gesprek met je baas. Wanneer de stresserende gebeurtenis voorbij is, gaan meestal ook de slaapproblemen vanzelf weer over. Bij een tiende van de bevolking verdwijnt het probleem niet. Zij merken na afloop van een stresserende periode, dat de nachten moeilijk blijven verlopen. We spreken in dat geval over chronische slapeloosheid of insomnia. 

Chronische slapeloosheid

Chronische slapeloosheid betekent dat je meerdere keren per week last hebt van moeilijk inslapen, moeilijk doorslapen, vroegtijdig ontwaken of een niet-verkwikkende slaap. Bovendien merk je ook nadelige gevolgen op het dagelijks functioneren. Je voelt je vermoeid, suf, prikkelbaar en gespannen. Je kan je moeilijker concentreren en je hebt last van stemmingswisselingen. Deze klachten kunnen vervolgens ook een impact hebben op je professionele of sociale leven en daarmee je levenskwaliteit  negatief beïnvloeden.

Bij acute slapeloosheid zijn er vaak uitlokkende factoren. Hierbij valt te denken aan een medisch probleem, een psychische stoornis of een stressvolle levensgebeurtenis. Normaal gezien verdwijnt het slaapprobleem als ook de uitlokkende factor verdwijnt. We zien echter dat slechte slapers – soms ongewild – gewoontes ontwikkelen die de slaapkwaliteit negatief beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn: slaapmedicatie nemen, alcohol drinken voor het slapengaan, lang in bed liggen, frequent dutten overdag, piekeren. Deze gedragingen hebben vaak tot gevolg dat jij lang wakker in bed ligt. Het bed wordt op den duur niet langer ervaren als die fijne plek waar je kan slapen, maar wel als de plek waar je piekert en je gespannen voelt. We horen onze patiënten vaak zeggen: ‘In de zetel ben ik aan het knikkebollen, maar eens ik in bed lig ben ik klaarwakker!’.

Kortom, slechte slapers geraken verstrikt in een vicieuze cirkel. Door te piekeren over het gebrek aan slaap en de gevolgen hiervan overdag, gaan zij gespannen naar bed, hetgeen de slaap opnieuw verhindert. Op die manier kan een acuut probleem chronisch worden.

De oplossing

Hoewel bij langdurige slapeloosheid vaak slaapmedicatie wordt voorgeschreven, gaat de voorkeur uit naar kortdurende cognitieve gedragstherapie bij insomnia.

Cognitieve gedragstherapie voor insomnia heeft als voornaamste doel om tot een betere slaapefficiëntie en slaapkwaliteit te komen. Wij streven ernaar om jou terug de controle over je slaap te geven. Dit doen we door een aantal thema’s met jou te doorlopen. 

  • Via het invullen van een slaapdagboek proberen we meer inzicht te krijgen in jouw persoonlijke slaappatroon.
  • Je krijgt psycho-educatie over de slaap, over welke mechanismen een slaapprobleem in stand houden en hoe we deze mechanismen kunnen beïnvloeden.
  • Via oefeningen van slaaprestrictie of stimuluscontrole proberen we van jouw slaapkamer opnieuw die fijne plek waar je goed kon slapen te maken.
  • We geven ook aandacht aan het nachtelijke piekeren en hoe we dergelijke gedachtengangen die de slaap verstoren kunnen doorbreken.
  • Je leert relaxatietechnieken toe te passen.

Margot Haesen: klinisch pscyholoog

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg