Slaapcentrum

In het Slaapcentrum worden patiënten geobserveerd die kampen met een slaapapneusyndroom, met rusteloze benen of met parasomnie (slaapstoornissen). Ook patiënten die slaapwandelen of tandenknarsen worden er onderzocht.

Tijdens het slaaponderzoek worden de ademhalingsbeweging, de ademhalingsgeluiden (snurken) en de nachtelijke saturatie gemeten om ademstops op te sporen. Om de verschillende slaapstadia te kunnen onderscheiden, wordt informatie over de hersengolven, de oogbewegingen en de spieractiviteit ter hoogte van de kinspieren gecombineerd.

Al deze gegevens worden gebundeld, samen met een nachtelijke video-opname, waardoor de medewerkers van het slaapcentrum een betrouwbaar beeld over de slaap van de patiënt krijgen.

Doordat de activiteiten in het slaapcentrum de laatste jaren een enorme groei kennen, werd het labo begin 2017 uitgebreid van 8 naar 12 bedden.

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg