Diagnose

Er zijn verschillende onderzoeken om nierproblemen vast te stellen en op te volgen.

Bloedonderzoek

Een bloedonderzoek geeft ons erg veel informatie. Om de nierwerking in kaart te brengen wordt in het bloed de concentratie creatinine gemeten. Creatinine is een afbraakproduct van creatinefosfaat, dat aanwezig is in spierweefsel. Gezonde nieren zuiveren dit uit het bloed. Als de creatininewaarde begint te stijgen, kan dit wijzen op een verminderde nierwerking: hoe hoger het creatinine, hoe slechter de nierwerking. Op basis van het serumcreatinine kunnen we met behulp van formules de werking van de nieren (de eGFR of berekende klaring) berekenen. Daarnaast meten we in het bloed de concentratie van bepaalde stoffen (natrium, kalium, calcium, fosfor, vitamine D, werking bijschidklieren), we meten de zuurtegraad en controleren bloedarmoede.

Urine-onderzoek

In een vers urinestaal sporen we witte en rode bloedcellen op en gaan we na of er eiwitverlies is.

24u urinecollectie

Soms zal gevraagd worden om de urine gedurende 24u te verzamelen. Dit geeft meer precieze informatie over de nierwerking, het eiwitverlies en de zoutinname. Praktisch gezien plast u ’s ochtends in het toilet. Vanaf dan verzamelt u alle urine (dag en nacht) gedurende 24u in de collectebus. De volgende ochtend bij het opstaan ledigt u dus nog een laatste keer de blaas in
de collectebus. Sluit deze goed na elk gebruik en zet ze koel weg.

Echografie van de nieren

Met echografie kan door middel van geluidsgolven de ligging, grootte, structuur en doorbloeding van de nieren in beeld gebracht worden. Ook de afloop van urine naar de blaas kan bekeken worden. Hierbij worden geen röntgenstralen gebruikt.

Nierbiopsie

In sommige gevallen is een nierbiopsie nodig om de oorzaak van het nierprobleem te achterhalen maar ook om de ernst van de nierschade beter te kunnen beoordelen . De patiënt wordt gepositioneerd in buikligging. De huid wordt breed ontsmet en de arts spuit onder geleide van echografie lokale verdoving tot net tegen de nier. Met een fijne lange biopsienaald wordt nadien opnieuw echogeleid de nier voorzichtig aangeprikt en wordt een zeer klein cilindertje nierweefsel weggeprikt. Dit wordt nadien onder de microscoop bekeken door de patholoog. Bij een nierbiopsie is er een klein risico op bloeding. Daarom moet de patiënt bedrust houden (in rugligging) tot de controle echografie de volgende dag. Voor deze procedure moet u dus 1 nacht in het ziekenhuis verblijven.

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Jacques Peeters, Nefrologie - 2019

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg