Beroerte

Achtergrond

Jaarlijks worden er in ons land bijna 25 000 mensen getroffen door een beroerte. Een beroerte of cerebrovasculair accident (CVA) ontstaat door de plotse verstopping van een bloedvat – het ischemisch CVA – of door een barst in de bloedvatwand – het hemorrhagisch CVA. In beide gevallen komen de zuurstof- en energietoevoer van een hersengebied in het gedrang en vallen de respectievelijke hersenfuncties uit. De uitvalsverschijnselen kunnen gaan van een halfzijdige verlamming, over spraakstoornissen, tot dubbelzicht.

Het cerebrovasculair accident (CVA) is de meest frequente oorzaak van verworven handicaps op volwassen leeftijd en is, na hartziekten en kanker, de derde belangrijkste doordsoorzaak in de Westerse wereld.

Omdat een behandeling enkel mogelijk is binnen 4,5 uur na het ontstaan van een beroerte, zijn een snelle onderkenning en verwijzing naar de Spoedgevallen essentieel.

Een TIA (transiënte ischemische aanval) kenmerkt zich door kortstondige neurologische uitvalsverschijnselen (maximaal 24 uur). Een TIA kan de voorbode zijn van een CVA met blijvende uitvalsverschijnselen en noopt om die reden tot dringend neurologisch nazicht om de onderligende oorzaak te identificeren en te behandelen.

Medisch aanbod

Indien de persoon met een beroerte zich in de acute fase (dit is binnen 4u30 na het ontstaan van de uitvalsverschijnselen) aanmeldt op de Spoedgevallen, bestaat de klassieke behandeling uit intraveneuze thrombolyse. In geselecteerde gevallen , bijvoorbeeld een thrombose van de a. basilaris, bestaat er de mogelijkheid van een invasieve procedure (thrombectomie).

Tijdens de opname op onze eenheid voor beroertezorg, wordt er middels een snelle en gestandariseerde oppuntstelling gezocht naar de oorzaak van het TIA of van het CVA. Deze oorzaken vallen binnen 1 van de volgende 5 categorieën:

  1. Atherosclerose van de grote slagaders;
  2. Cardiogene embolisatie;
  3. Occlusie van een kleine slagader;
  4. Een andere aanwijsbare oorzaak;
  5. Ongekende oorzaak.

De verdere behandeling is afhankelijk van de oorzaak van de beroerte.

In geval van een vernauwing van de carotis, kan een heelkundige ingreep overwogen worden .

Bij cardiogene embolisatie zal er een ontstollende behandeling worden opgestart. In het geval van een voorkamerfibrillatie (VKF), die niet gerelateerd is aan een aandoening van de hartkleppen, gaat de voorkeur tegenwoordig uit naar de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC). Dankzij de NOAC zijn frequente controles van de bloedstolling overbodig en is het risico op onder- of overbehandeling afgenomen.

In zeldzame gevallen is een beroerte toe te schrijven aan een PFO (patent foramen ovale) en kan er een sluiting van dit defect uitgevoerd worden.

Indien een beroerte veroorzaakt wordt door de verstopping van een kleine slagader, zullen de risicofactoren voor hart- en bloedvataandoeningen zo strikt mogelijk gecontroleerd worden middels bloeddruk- en cholesterolverlagers, bloedplaatjes remmers en, zo nodig, antidiabetica.

De opvolging op de afdeling gebeurt in een multidisciplinair kader. Afhankelijk van de uitvalsverschijnselen en de oorzaken van de beroerte, worden er kinesi- en ergotherapeutische, logopedische, diëtistische en sociale begeleiding gestart.

Na de diagnostische en therapeutische oppuntstelling, volgt de revalidatie-fase.

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Ludovic Ernon, Neurologie - 2019

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg