Definitie

Glioma is een verzamelnaam die gebruikt wordt voor de tumoren die ontstaan uit de neurogliale cellen. Volgens de WHO classificatie behoren hiertoe de astrocytaire tumoren, de oligodendrogliale tumoren en de ependymale tumoren. Een overzicht van de onderverdeling van deze tumoren staat vermeld in onderstaande tabel.
 

Astrocytaire tumoren

Pilocytair astrocytoma (WHO graad I)

 

Astrocytoma (WHO graad II)

 

Anaplastisch astrocytoma (WHO graadIII)

 

Glioblastoma multiforme (WHO graad IV)

 

Pleiomorf xanthoastrocytoma

Oligodendrogliale tumoren

Oligodendroglioma

 

Anaplastisch oligodendroglioma

 

Mixed oligodendroglioma

Ependymale tumoren

Ependymoma

 

Anaplastisch ependymoma

 

Subependymoma

Glioma’s zijn zeldzame tumoren. Per jaar worden er ongeveer per 100.000 inwoners 22 intracraniële tumoren ontdekt, waarvan ongeveer de één vierde glioma’s zijn. Van de glioma’s is de meest kwaadaardige variant, het glioblastoma multiforme, tegelijk ook de meest voorkomende soort (ongeveer de helft).

Symptomen

Dit is afhankelijk van de grootte van het letsel, de groeisnelheid en de lokalisatie van het letsel. Als het letsel bijvoorbeeld in een eloquent gebied gelegen is (hiermee bedoelen we een gebied in de hersenen met een belangrijke functie, zoals bvb de spraakzone of de motorische zone) dan zal het letsel ook sneller ontdekt worden. Een letsel dat snel groeit zorgt ook voor meer omgevend oedeem (zwelling) van het hersenweefsel en kan daardoor ook rapper klachten geven. Vreemd genoeg is hoofdpijn slechts in zeldzame gevallen de eerste klacht waarmee de patiënt zich presenteert.
 

Diagnose

Naar aanleiding van specifieke of minder specifieke klachten van de patiënt, wordt door de behandelende arts beeldvorming van de hersenen uitgevoerd. In eerste instantie wordt meestal een CT-scan gevraagd, omdat dit onderzoek gemakkelijk kan gevraagd worden en er hiervoor geen wachttijden zijn. Bij de ontdekking van een hersenletsel zal men in alle gevallen aanvullend een MRI van de hersenen vragen met en zonder contraststof. Hierdoor kan het hersenweefsel beter en in detail bekeken worden.
 

Ook in de Radiologie is er een technologische revolutie aan de gang. We kunnen dan ook gebruik maken van functionele MRI, waarbij de patiënt tijdens het onderzoek bepaalde ledematen moet bewegen, waardoor dan op de scan de actieve gebieden zichtbaar worden. Verder is er ook de DTI (diffusion tensor imaging) en tractografie, waarbij we beter kunnen inschatten waar de belangrijke hersenbanen lopen in relatie tot de tumor.
 

Let wel, de uiteindelijke diagnose van een glioma wordt niet op de beeldvorming gesteld, maar wel door de anatomopatholoog, die een stukje hersenweefsel onder de microscoop onderzoekt. Het bekomen van een stukje hersenweefsel wordt uitgevoerd door de neurochirurg en kan door middel van een naaldbiopsie uitgevoerd worden (ook wel stereotactische biopsie genaamd), of via een trepanatie waarbij een luikje gemaakt wordt en er een groter stuk hersenweefsel kan genomen worden.

Behandeling

Dit hangt af van vele factoren zoals de grootte en ligging van de tumor, het soort glioma en de leeftijd van de patiënt. Iedere patiënt wordt multidisciplinair besproken samen met de radiotherapeut, oncoloog, radioloog, anatomopatholoog en uiteraard de neurochirurg.

Indien mogelijk, komt een chirurgische resectie van de tumor op de eerste plaats. Hierbij wordt geprobeerd om op een veilige manier zoveel mogelijk tumor weg te nemen zonder dat de patiënt er uitvalsverschijnselen van overhoudt. Het gebruik van extra hulpmiddelen zoals neuronavigatie, peroperatieve neuromonitoring, de microscoop met specifieke tumormodule zoals UV licht voor 5ALA en zelfs “awake” en “wake-up” procedures worden frequent en waar nodig gebruikt.
 

Na de resectie of partiële resectie van de tumor kan de patiënt al dan niet nog in aanmerking komen voor een nabehandeling bestaande uit radiotherapie, chemotherapie en zelfs vaccinatie-therapie. Dit laatste wordt in nauwe samenwerking met het Universitair Ziekenhuis te Leuven uitgevoerd.

Complicaties na operatie

Ondanks de vele hulpmiddelen die gebruikt worden tijdens de chirurgie, blijft er altijd een kans op neurologische uitval (bvb krachtsverlies, gezichtsvelduitval, spraakmoeilijkheden enz.), nabloeding en postoperatieve infectie. De kans hierop is gelukkig zeer beperkt en wordt preoperatief besproken met de patiënt.

Prognose

Opnieuw is dit sterk afhankelijk van vele factoren zoals de grootte en ligging van de tumor, het soort glioma en de leeftijd van de patiënt. Zo hebben de laaggradige tumoren (graad I en II) een veel beter prognose dan de hooggradige glioma’s (graad III en IV).

De meest voorkomende kwaadaardige tumor is het glioblastoma multiforme en heeft ongeveer een mediane overleving van slechts 14 maanden.

Soms zien we dat laaggradige glioma’s na vele jaren toch geleidelijk omvormen tot hooggradige tumoren, daarom worden patiënten met een glioma altijd levenslang opgevolgd. 

Opvolging

Het beste onderzoek om een glioma op te volgen is een MRI scan. Dit zal door uw arts op regelmatige tijdstippen georganiseerd worden. Dit is een onderzoek waarbij U geen stralendosis krijgt. Mensen met een neurostimulator of pacemaker of oorimplantaat mogen een dergelijk onderzoek niet ondergaan en zullen opgevolgd worden met een CT scan met contrast.

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Jan Wuyts, Neurochirurgie - 2016

Contact

Voor het plannen van een afspraak, opvragen van attesten of verslagen of meer informatie kan u terecht op ons hoofdsecretariaat te Genk.
Bereikbaar alle werkdagen van 08.30 u tem 16.30 u.

Tel. 0032 (0)89/32 60 40
E-mailadres: secretariaat.neurochirurgie@zol.be

Symposia

Hieronder kan u een overzicht raadplegen van de symposia van onze groep.

Publicaties

Hieronder kan u een overzicht raadplegen van de wetenschappelijke publicaties en professionele activiteiten van onze groep.

Bekijk alle publicaties

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg