Financieel gezond blijven

Financieel gezond blijven

Het ZOL heeft boekjaar 2019 afgesloten met een mooi positief resultaat. “We zijn hier erg trots op. Dit is te danken aan onze blijvende inspanningen om de kosten onder controle te houden,” zegt financieel-administratief directeur Elke Panis. “Onze reserves zorgen ervoor dat we kunnen investeren in de toekomst en voorbereid zijn op onverwachte omstandigheden zoals de huidige coronacrisis. Maar de onzekerheid over de komende jaren , ook wat betreft de financiering vanuit de overheid, maakt dat we erg alert en voorzichtig moeten blijven.”

“Een mooie opsteker is dat het positieve resultaat ons nu helpt om financieel het hoofd te bieden aan de coronacrisis.”

Wat vertelt de resultatenrekening 2019 over het afgelopen jaar?

Het is een positieve vaststelling dat het ziekenhuis opnieuw een resultaat kan neerleggen dat vergelijkbaar is met dat van 2018. De resultatenrekening van 2019 toont een positief resultaat van 2.722.122 EUR. In 2018 bedroeg het resultaat 2.944.875 EUR. Het courant resultaat (na financieel resultaat, maar voor uitzonderlijk resultaat) bedraagt 5.159.318 EUR. Daarmee ligt het courant resultaat wel lager dan in 2018 (6.954.118 EUR).

De bedrijfskosten stegen sterker dan de bedrijfsopbrengsten. Binnen deze laatste zijn het vooral de forfaits die een stijging kennen, deze hebben een rechtstreeks verband met de dagactiviteiten van het ziekenhuis. Het BFM kent ook een stijging, alhoewel deze voornamelijk te wijten is aan de indexering en aan de aanpassing vanwege werkelijke kosten. Binnen de bedrijfskosten zijn het vooral de farmaceutische en medische producten die een stijging kennen, waardoor ook de marge op deze artikelen daalt. Daarnaast kennen ook de nutsvoorzieningen een sterkere groei van de kosten. In 2019 werd het aantal medewerkers verder uitgebreid, waardoor ook de loonlasten verder stegen. Andere redenen van de stijging van de personeelslasten zijn hier de indexering, de uitbetaling van de IFIC-premie - weliswaar volledig gefinancierd - en de stijging van de responsabiliseringsbijdrage.

Hier vindt u de resultatenrekening en de activiteitscijfers van 2019.

Hoe kijkt u naar de komende jaren?

Ook al kent het ziekenhuis in 2019 een positief resultaat, de uitdagingen voor het ziekenhuis blijven groot. Er waren al uitdagingen in het kader van toekomstige nieuwe bouwwerken, netwerking, ... . 2020 zal ook het jaar zijn van de voorbereiding van de fusie met het Ziekenhuis Maas en Kempen. Hiervoor zullen de nodige efficiëntie-oefeningen gebeuren om ook in de toekomst voor het nieuwe fusieziekenhuis een positief resultaat te kunnen blijven behalen.

Wat is de impact van de COVID-19 pandemie op het resultaat?

In het voorjaar is het ZOL, net als de rest van de wereld, hiermee geconfronteerd. Deze zal zeker in 2020 een grote druk op het resultaat leggen. Maar door de positieve resultaten uit het verleden en de hiermee samenhangende versterking van de liquiditeitspositie staat het ziekenhuis alvast sterker om ook financieel deze crisis het hoofd te bieden.

Daardoor konden we bijvoorbeeld ruim persoonlijke beschermingsmiddelen voor onze medewerkers en artsen aankopen, ook al waren ze soms dubbel zo duur als voorheen. Een goede en veilige bescherming van onze zorgverleners is immers essentieel.

Positief is ook dat de overheid een voorschot heeft uitgekeerd aan de ziekenhuizen met de bedoeling de liquiditeit in deze crisis niet in het gedrang te brengen. Maar we weten natuurlijk nog niet hoe dit bedrag later zal verrekenend worden.

Is er een hypotheek gelegd op de beleidsplannen van de toekomst?

We weten nog niet wat de toekomst zal brengen. Volgt er nog een tweede of zelfs een derde golf? Onze financiële reserves zijn natuurlijk niet eindeloos. We zijn intussen langzaamaan opnieuw bezig met de plannen voor de toekomst. Dit kunnen we immers niet blijven uitstellen. Maar we moeten toch leren uit wat er nu gebeurt. Niets zal nog zijn zoals het was. Ik ben heel benieuwd naar wat er uiteindelijk zal blijven hangen… En welke effecten dit zal hebben op onze toekomstige werking en beleidsplannen.

“Ik droom ervan dat we op termijn elk dienst in het ziekenhuis op basis van cijfers feedback kunnen geven over hun activiteiten en processen maar zeker ook de kwaliteit die ze leveren.”

Belangrijk in 2019 was de JCI-accreditatie. Het kostenplaatje van een accreditatie is hoog. Daarnaast zijn er weinig incentives wat betreft kwaliteit in het budget financiële middelen (BFM)? Hoe staat u hier tegenover?

In het BFM zit inderdaad enkel basisfinanciering voor kwaliteit. Dit betekent zeker niet dat ons enthousiasme hierdoor wegvalt. Ik was vooral betrokken bij de accreditatie via het indicatorenverhaal. Onze datacel heeft hard gewerkt om dit aan de basis uit te bouwen en blijft zich inspannen om dit structureel verder te zetten. We vinden het erg belangrijk om goed te kunnen rapporteren aan onze diensten over hun activiteit en financiële structuur maar zeker ook over de kwaliteit die ze leveren.

Ik droom ervan dat we deze informatie op termijn voor elke dienst ter beschikking kunnen stellen. Zowel medische diensten als verpleegkundige en administratieve diensten. Hoe ziet hun werking er uit in cijfers, vanuit een mooie mix van activiteiten, processen en outcome.

Bijzonder actueel ook in de ziekenhuissector is de netwerking. Ook het ZOL is hier druk mee bezig. Maakt dit de financiering complexer?

De bedoeling van netwerking is onder andere efficiënter werken. Er is echter veel onduidelijkheid omdat de overheid daar uiteindelijk haar ei niet over gelegd heeft. In 2015 toen mevrouw Maggie De Block minister werd, is het ‘shared savings’-verhaal geïntroduceerd: door samen te werken als ziekenhuis kan je besparen en dat geld investeren in bijvoorbeeld innovatieve projecten. Maar uiteindelijk is dit nooit concreet uitgewerkt. Minister De Block heeft wel het netwerkverhaal in gang gezet maar hoe het moet qua btw, op financieel en juridisch vlak is nog altijd onduidelijk. Dit maakt netwerking er niet eenvoudiger op.

Daarnaast was er het plan om de laag variabele zorg in te voeren voor standaardiseerbare ingrepen. Ook hier werd maar een klein stukje van het plan gerealiseerd, met name enkel de invoering van laagvariabele zorg voor de honoraria van de artsen.

Daarnaast hebben de ziekenhuizen ook nog een zeer zware registratielast. Ook dit is niet vereenvoudigd, hetgeen wel beloofd was.

Zorgt dit niet voor veel onzekerheid?

Natuurlijk! Ook al omdat wij nu voor het verhaal van de fusie met het Ziekenhuis Maas en Kempen staan. Er bestaat al zoveel onderfinanciering van de ziekenhuizen. En veel onzekerheid over wat er in de komende jaren gaat gebeuren. In 2017 hebben we een besparingsgolf gehad van 100 miljoen in onze sector. Voor ons ziekenhuis betekende dat een verlies aan inkomsten van 900.000 euro. Aan de ene kant zegt de overheid ervoor te zorgen dat de ziekenhuizen beter gefinancierd zullen worden. Langs de andere kant hebben we de grootste besparingsronde van de laatste jaren gehad. Dit zorgt voor onzekerheid en niet alleen op financieel vlak. En uiteraard was niemand voorbereid op de Covid 19-pandemie. Ook hier is het nog heel onduidelijk welke financiële effecten dit uiteindelijk voor de ziekenhuizen zal hebben. We kunnen hier alleen maar hopen dat de overheid zich aan haar belofte houdt om dit niet tot financiële catastrofes in de ziekenhuizen te laten komen.

Wat we nu al onthouden van deze pandemie is dat onze medewerkers en artsen zich bijzonder hard ingezet hebben voor de patiënt en dat er een sterk gevoel van samenhorigheid is ontstaan. Ik hoop dat dit blijft hangen en dat we als maatschappij voldoende blijven investeren in de gezondheidszorg.