Zorgtraject nabehandeling (anti-hormonale therapie)

De anti-hormonale middelen op dit ogenblik beschikbaar zijn :

  1. estrogen-receptor blokkeerder: tamoxifen, toremifen, fulvestrant
  2. niet steroidale aromatase inhibitor: anastrazole, letrozole
  3. steroidale aromatase inhibitor: exemestane
  4. hypofyse remmers: gosereline acetaat (Zoladex®).

In principe wordt tamoxifen gebruikt als de standard anti-hormonale therapie bij hormoon-receptor positieve borsttumoren met laag risico tot herval.

Klassieke risicofactoren tot herval zijn:

  • tumor > 2cm
  • positieve axillaire klieren
  • graad 3 differentiatie
  • lymfovasculaire invasie
  • her-2-neu positieve receptorstatus

Bij hoog risico (en de definitie hiervan ligt nog niet met zekerheid vast en verschilt van eenheid tot eenheid) wordt een aromatase inhibitor als anti-hormonale therapie opgestart of een behandeling van minimum 2 jaar/ maximum 3 jaar tamoxifen gevolgd door exemestane voor.  Een aromatase inhibitor wordt terugbetaald bij ER posieve/PR negatieve tumoren.
Een aromatase inhibitor wordt ook gestart wanneer de tumor recidiveert of verder groeit  onder behandeling met tamoxifen.

In onze eenheid wordt hoog-risico gedefinieerd als:

  • 4 of meer positieve klieren
  • ≥2 risicofactoren (pT2-4 , graad 3 differentiatie, HER-2-neu positief, LVSI +, pN1)

Gosereline acetaat (Zoladex®) wordt bij voorkeur gebruikt gedurende 3 jaar bij patiënten jonger dan 35 jaar, en bij alle patiënten die nog kinderwens hebben samen met tamoxifen. Het gebruik van goserilin acetaat na de leeftijd van 35 is controversieel.

Fulvestrant (Faslodex) wordt  enkel gebruikt bij de behandeling van uitgezaaide borstkanker bij postmenopauzale patiënten na falen van tamoxifen en na falen van een aromataseremmer (Anastrozole, Letrozole of Exemestane). Er is geen kruisresistentie tussen Faslodex en de aromataseremmers. 

Dosis

Tamoxifen : 1 co (20mg) per dag PO
Anastrozole: 1 co (1mg) per dag PO
Letrozole: 1 co (2,5mg) per dag PO
Exemestane: 1 co (25mg) per dag PO

Bijwerkingen van de meest gebruikte producten

Tamoxifen

  • een gebrek aan eetlust (al dan niet gepaard gaande met misselijkheid en/of braken), maar gewichtstoename is een frequentere bijwerking
  • menopauzale klachten: vapeurs, vermindering korttermijn geheugen, verstrooidheid
  • licht toegenomen risico op corpuscarcinoma. Postmenopauzaal bloedverlies op tamoxifen dient altijd onderzocht te worden
  • licht verhoogde kans op thrombose
  • licht verhoogde kans op de ontwikkeling van cataract
  • verhoogd risico aan op de ontwikkeling van depressie
    • Bij patiënten die Tamoxifen gebruiken samen met het antidepressivum Paroxetine (Seroxat) vermindert de efficiëntie van de Tamoxifentherapie omdat de voornaamste aktieve metaboliet van Tamoxifen (endoxifen) minder wordt aangemaakt.
    • Ook slaapproblemen en een algemeen malaisegevoel werden in de resultaten van deze studie gemeld als mogelijke bijwerking.
  • vochtretentie
  • verdunning van het haar.

Aromatase inhibitoren

  • skeletpijnen (pijn in de armen, benen, rug) zijn wellicht de meest voorkomende bijwerking van een therapie met een aromataseremmer en vormen in sommige gevallen een reden om de therapie stop te zetten.
  • misselijkheid en/of braken, een gebrek aan eetlust en met gewichtsverlies
  • diarree
  • warmte-opwellingen
  • licht verhoogde kans op thrombose duidelijk kleiner dan bij de inname van tamoxifen
  • hoofdpijn en/of duizeligheid
  • vochtretentie
  • haaruitval
  • vermoeidheid 
  • huiduitslag

Indien een patiënte nevenwerkingen zou vertonen op tamoxifen behandeling is er een terugbetalingsvoorwaarde voorzien voor omschakeling op aromataseinhibitoren. Wanneer er echter een intolerantie bestaat voor  één van de aromatase inhibitoren kan een aanvraag ingediend worden bij de adviserende arts van de mutualiteiten voor omschakeling op een ander product bvb van een niet steroidal naar een steroidal aromatase-inhibitor. Overschakeling is afhankelijk van de welwillendheid van de adviserende arts omdat er voor deze indicatie geen terugbetalingscriterium bestaat doch ook geen garantie op verbetering van de nevenwerkingen.

Inhoudsverantwoordelijke
Dr. Bob Vermeulen, plastische chirurgie - 2018

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg