Slokdarmtumor

Slokdarmtumor

Het middenrif is de spier die de scheiding vormt tussen borstkast en buikholte; de slokdarm loopt door het middenrif en vormt de verbinding tussen de mond en de maag.

Goedaardige slokdarmtumoren komen weinig voor; ongeveer 1% van alle slokdarmtumoren. Het overgrote deel van de slokdarmtumoren is kwaadaardig op het moment dat de diagnose wordt gesteld. De mate van voorkomen is duidelijk gerelateerd aan roken en/of het drinken van alcohol, maar niet absoluut. 

Goedaardige slokdarmtumoren

De meest voorkomende goedaardige slokdarmtumoren zijn het Leiomyoom en de Slokdarmpoliepen.

Het slokdarm leiomyoom komt vooral voor bij patiënten tussen 20-50 jaar, en kan bestaan uit meerdere letsels. De tumor bestaat uit glad spierweefsel en geeft maar klachten als het groot genoeg is, meestal > 5 cm.
Kleine letsels die geen klachten geven, kunnen worden opgevolgd. Bij grotere letsels of bij klachten dient een chirurgische behandeling te worden overwogen.

Een slokdarmpoliep is vaak door een steel verbonden met de wand. De poliepen kunnen vrij groot worden en klachten geven. Meestal is verwijdering via endoscopie mogelijk, zelden door chirurgie.

Kwaadaardige slokdarmtumoren - Slokdarmkanker

Nadat de diagnose van een slokdarmkanker is gesteld, moet gekeken worden hoe diep het letsel groeit en of er uitzaaingen zijn. Dat bepaalt de overlevingskansen en de te kiezen strategie. Dit is dus zeer individueel.

Na het in kaart brengen van het probleem door uitvoeren van verschillende onderzoeken, wordt in een overleg met specialisten van verschillende disciplines een “plan van aanpak” gemaakt.

Behandeling

De behandeling kan bestaan uit:
- Bestraling – Radiotherapie
- Chemotherapie
- Immuuntherapie
- Chirurgie
of een combinatie van verschillende behandelingen.

Bij chirurgie is het de bedoeling om het letsel zelf, samen met de bloedvaten en klieren in de buurt, te verwijderen. Dit kan gebeuren langs de buikholte, borstkast, of een combinatie van de twee. Dit kan gebeuren met grote insnedes, maar meer en meer wordt er een kijkoperatie (laparoscopie +/- thoracoscopie) of robotchirurgie gebruikt.

Als er een groter deel van de slokdarm dient te worden weggenomen, moet een deel van de maag (als “maagbuis”) of dikke darm dienen als vervanging van dat slokdarmgedeelte.
De maagbuis wordt vrijgemaakt van het onderste gedeelte van de slokdarm (overgang slokdarm-maag) en kan omhoog worden gebracht naar een plaats waar de slokdarm weer gezond is; dat kan in de borstkast of in de hals zijn.

De kans op complicaties na slokdarmchirurgie is vrij hoog, zeker op de plaats waar de nieuwe verbinding (naad) is gemaakt.

 

Inhoudsverantwoordelijke
Prof. dr. Kurt Van der Speeten, Abdominale Heelkunde - 2021

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg