Een aantal ingrepen die onze dienst uitvoert, zijn specifiek voor kinderen. Een nauwe samenwerking is daarvoor nodig met de dienst kindergeneeskunde (pediatrie) en soms neonatologie.

Pyloorhypertrofie

 

Pyloorhypertrofie

Op de plaats waar de maag overgaat in de twaalfvingerige darm bevindt zich een kringspier of pyloor. Bij pyloorhypertrofie is deze spierlaag meer ontwikkeld en daardoor kan het voedsel moeilijk de maag verlaten. Het gevolg is dat er overdruk ontstaat in de maag, waardoor het kind kan beginnen overgeven.

Pyloorhypertrofie komt typisch voor in de periode van 2-6 weken na de geboorte.
Het treedt op bij 0.2-0.3% van de zuigelingen en komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
Zelfs na een vlotte start kan het probleem soms optreden.
Bij 10-15% van de baby’s komt pyloorhypertrofie familiaal voor.

Typische symptomen:
Meest frekwent komt het probleem voor rond de leeftijd van 3 weken.
Kort na de voeding braakt de baby dit weer explosief uit, soms zelfs met een flinke boog (“projectiel braken”). De baby krijgt snel weer honger, maar elke volgende voeding komt er ook weer uit. Bij onderzoek van het buikje, is de verdikte spierlaag soms te voelen als een harde “olijf” in de rechter bovenbuik. Een echografie kan de diagnose bevestigen.

Behandeling:
In eerste instantie wordt er vocht toegediend en worden afwijkingen in het bloedbeeld gecorrigeerd. Het volledig uitbraken van voedsel kan snel zorgen voor uitdroging en stoornissen in het bloed; dit moet eerst worden gecorrigeerd. Bij aanhoudende last is een operatie nodig.

Operatie:
Bij de operatie (pyloromiotomie) wordt de verdikte spier ingesneden tot juist buiten het onderliggende maagslijmvlies. Zo ontspant de spier en komt de maaguitgang gedeeltelijk weer open. Door de operatie is er wat zwelling van de weefsels en kan het nog enkele dagen duren voordat er een goede vooruitgang optreedt. Toch kunnen de meeste kinderen na 2-3 dagen het ziekenhuis verlaten. Op de plaats waar de spier gekliefd is, wordt geleidelijk littekenweefsel aangemaakt, maar de zone blijft soepel.

 

Navelbreuk

 

Navelbreuk

Bij een navelbreuk zien we ter hoogte van de navel (umbilicus) een uitstulping ontstaan. Dit is zeer vaak aanwezig en moet meestal niet hersteld worden. Tot 4 jaar kunnen de breuken spontaan sluiten. Er zijn echter uitzonderingen. Wanneer de breuk zeer groot (2vingers) is of wanneer deze niet echt symmetrisch ten opzichte van de navel gelegen is. Deze laatste wordt dan ook een para-umbilicale (‘naast de navel’) breuk genoemd en sluit nooit spontaan, in tegendeel zij zal progressief groter worden.

Symptomen:
Er is een kleine of grotere uitstulping in de buurt van de navel, al dan niet symmetrisch van de navel. Soms heeft de baby hier wel last van, zeker bij para-umbilicale breuken want ouders vertellen soms dat de baby’s na de operatie rustiger zijn en/of minder vaak huilen.

Operatie:
Na een ‘smiley’ – incisie onder de navel wordt het buikvlies van de huid vrijgemaakt en terug in de buik gebracht. Daarna wordt het peesblad van de buikspieren terug aan elkaar gehecht. De navel wordt op de spier vastgemaakt zodat er in de toekomst eerder een diepte (putje) is dan een uitstulping.
Gezien we altijd veel aandacht besteden aan de esthetiek, zeker ook bij kinderen, is het belangrijk te vermelden dat er bij de operatie altijd wat huidoverschot is. Toch zal dit niet worden weggenomen omdat dit lelijke littekens kan geven. Aangezien het kindje groter wordt, zal het huidoverschot na enkele weken of maanden verdwenen zijn en hebben we enkel een fijn lijntje als litteken over.

 

Liesbreuk Liesbreuk detail

 

Liesbreukoperatie

Een liesbreuk is een uitstulping van het buikvlies in het lieskanaal.
Tijdens de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder, stulpt het buikvlies als een zakje uit naar de balzak (jongens) of naar de schaamlippen (meisjes). Deze uitstulping hoort zich daarna te sluiten, omdat er anders een kanaal ( ‘open kanaal’) blijft bestaan.

Een liesbreuk bij kinderen is dus een aangeboren afwijking, die vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes. In de lies of soms ter hoogte van de balzak (jongens) ontstaat hierdoor een zwelling. De zwelling is vooral te zien bij verhoging van de druk in de buik (wenen, rechtstaan, hoesten, duwen voor stoelgang, ed..) en wordt daardoor meestal eerst door de ouders opgemerkt.

Behandeling:
Een liesbreuk verdwijnt niet vanzelf. Ze kan zelfs nog in grootte toenemen.
Het gevaar van een liesbreuk is dat er organen van uit de buikholte (bv. darm, eierstok) in de breuk terecht komen, waardoor de bloedvoorziening naar dat orgaan in gevaar kan komen.
Dit leidt tot pijn en maakt een dringende operatie noodzakelijk.
Daarom wordt een liesbreuk bij kinderen best altijd gepland geopereerd.

Operatie:
Tijdens de operatie wordt de uitstulping van het buikvlies (breukzak) via een kleine insnede in de lies verwijderd. Terwijl er bij volwassenen een netje wordt geplaatst, gebeurt dit niet bij kinderen omdat het hier niet gaat over een defect in de wand. Ook groeit het netje niet mee met het kind, waardoor het geen zin heeft en alleen maar pijnklachten zou geven.
Operaties gebeuren meestal in dagziekenhuisverband, tenzij bij ex-prematuren. Bij hen wordt een overnachting aangeraden.

Inhoudsverantwoordelijke
Prof. dr. Kurt Van der Speeten, Abdominale Heelkunde - 2021

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg