CRS | HIPEC

CRS | HIPEC

Maligne tumoren kunnen zich lokaal uibreiden of kunnen zich uiztaaien (metastasen). Ook als een tumor is uitgezaaid, kan chirurgie de overlevingskansen soms verbeteren.
Daarom zijn we vrij agressief geworden om levermetastasen te behandelen; wanneer ze chirurgisch kunnen worden weggenomen is er met of zonder verdere chemotherapie een overlevingskans.

Ook voor uitzaaiIngen op het buikvlies (peritoneale metastasen – peritonits carcinomatosa) geldt dat chirurgie de levensverwachting aanzienlijk kan verlengen. Deze metastasen zijn met systemische chemotherapie niet goed te behandelen omdat de concentratie die het buikvlies bereikt, relatief klein is. De huidige techniek bestaat daarom uit cytoreductieve chirurgie (CRS) in combinatie met opgewarmde chemotherapie in de buik (Hypertherme IntraPEritoneale Chemotherapie – HIPEC); zo wordt de buik na chirurgie nog eens nagespoeld met chemotherpie en is de concentratie 50 keer hoger door direct contact.

Oorspronkelijk werd CRS en HIPEC toegepast voor het pseudomyxoom. De indicatie is echter uitgebreid naar peritonitis carcinomatosa door colorectale kankers, en het peritoneaal mesothelioma.

CRS en HIPEC bestaat dus uit twee fases:

1. Cytoreductieve chirurgie
Alle uitzaaiïngen op het buikvlies moeten chirurgisch worden verwijderd. Dit kan meerdere organen inhouden, maar ook de bekleding van de buikwand zelf.
Deze fase bepaalt de lengte van de ingreep.
De belangrijkste prognostische factor is de compleetheid van de cytoreductie; dit moet dus volledig mogelijk zijn om deze zware behandeling zinvol te maken

2. HIPEC
De buikholte wordt gespoeld met een chemotherapie oplossing, waarvan het type afhangt van de te behandelen tumor

Inhoudsverantwoordelijke
Prof. dr. Kurt Van der Speeten, Abdominale Heelkunde - 2021

© 2024 Ziekenhuis Oost-Limburg